In de sutta die wordt beschouwd als de eerste toespraak staat:
De eerste edele waarheid
"En dit, monniken, is de Edele Waarheid over de oorsprong van het lijden: het is het verlangen welk tot verder bestaan leidt, verbonden is met plezier en lust, en hier en daar naar genot zoekt. In het kort: verlangen naar genot, verlangen naar bestaan, en verlangen naar niet–bestaan".en
De derde edele waarheid"En dit, monniken, is de Edele Waarheid over het einde van het lijden: het is het complete verdwijnen en ophouden van verlangen; het verlaten, opgeven, afstand doen en bevrijd zijn van verlangen"http://www.suttas.net/suttas/samyutta-nikaya/56/sn56-11-dhammacakkappavattana-sutta.phpBevrijding is dus het complete verdwijnen en ophouden van datzelfde verlangen dat oorzaak is van lijden. Het is geen detail, lijkt me, dat bedoeld wordt het verlangen dat naar verder bestaan (wedergeboorte) leidt.
Verlangen dat naar verder bestaan leidtHet verlangen wat naar verder bestaan leidt, kun je volgens mij in je eigen leven herkennen als het verlangen dat je iets wilt teweegbrengen/ervaren zoals een lekkere smaak in je mond krijgen, mooie muziek horen, aangename strelingen voelen, fijne gevoelens hebben, subtiele vredevolle staten ervaren etc. Het zoekt hier en nu naar iets aangenaams.
Het kan ook zijn dat je erg lijdt en daar vanaf wilt en denkt aan zelfmoord. Een verlangen naar niet-bestaan is dat. Het is, kortom, het begeren.
Perceptie van aantrekkelijkheidVerlangen ontstaat volgens mij daar waar een perceptie is van aantrekkelijkheid, van schoonheid, van voordeel, kortom een perceptie dat iets/iemand begerens-waardig is. Je moet er ergens de aantrekkelijkheid van inzien.
Begoocheling/onwetendheidPrecies op dit punt van begerens-waardigheid onderwees de Boeddha volgens mij dat we begoocheld zijn. We zijn onwetend op dit vlak. We zien niet het totaalbeeld. We hebben naieve ideeen over wat echt voordelig is voor onszelf en anderen, naieve voorstellingen bij wat echt welzijn of heil zal brengen.
Dat komt omdat we het totaalbeeld van het leven niet zien, het leven niet begrijpen. We hebben een verkeerde visie over heil, toevlucht, voordeel etc.
In onze onwetendheid houden we iets wat eigenlijk geen oorzaak is van ons of andermans welzijn, voor iets wat een oorzaak zal zijn van ons welzijn. We zien heil in zaken die eigenlijk geen heil brengen. We nemen toevlucht tot iets wat eigenlijk geen toevlucht kan bieden.
Hierbij lijkt me de levensvisie van de Boeddha dat er meerdere levens zijn onmisbaar.
Verlangen naar genotZintuiglijk genot kan ons bijvoorbeeld hier en nu wel wat opluchting geven, maar op lange termijn zal het verlangen naar genot ons welzijn uithollen. De kans dat dat verlangen naar zintuiglijke genoegens onze geest meer en meer gaat ketenen is zeer groot. Het beloningscentrum van het brein zal steeds sneller en vaker om een nieuwe beloningsprikkel, een gevoel van genot, vragen. Op een dag gaat het dat eisen. Het beloningscentrum van het brein wordt steeds dwingender en jij gaat meer en meer lijden.
Bovendien, na de dood, zo onderwees de Boeddha, ketent dit verlangen naar genot ons aan de kama loka. Dit is het rijk waar wezens betrekkelijk grove lichamen hebben en waar er daarom ook relatief intens lijden is. Ook op die manier kan het verlangen naar zintuiglijk genot niet brengen wat we er van verwachten.
Toch, zien we niet heil in zintuiglijk genot? Nemen we niet vaak toevlucht tot zintuiglijk genot?
Verlangen naar niet-bestaanHet verlangen naar niet-bestaan ontstaat als je de wereld, de pijn, de ellende niet meer aankunt. Dat is net zo menselijk als verlangen naar zintuiglijk genot. Maar zelfmoord, het verlangen naar niet bestaan, is geen oplossing want je leven eindigt niet bij de dood volgens de inzichten van de Boeddha. Misschien wordt je lijden nog wel erger, afhankelijk van waar je wordt wedergeboren.
Misschien mag je het verlangen om veel te slapen als reactie op leed ook wel zien als een verlangen naar niet-bestaan. Dat brengt je ook snel in een negatieve spiraal weet ik uit ervaring.
Verlangen naar bestaanHet begeren van verder bestaan, van wedergeboorte, bijvoorbeeld in een hemels rijk is ook geen oplossing want lijden is overal. Na een periode van geluk in een deva rijk kun je wel heel lang ellende ervaren in de lagere rijken.
De Boeddha leek te zien dat wat wezens normaal gesproken begerens-waardig vinden, waar ze voordeel in zien, heil in zien, toevlucht tot nemen, dat is naar waarheid niet iets wat werkelijk voordeel zal brengen, op langere termijn. Wezens zijn onwetend, begoocheld. Ze houden oorzaken van lijden en ellende voor geluk. Ze zien voordeel waar nadeel is. We zien ergens heil in wat geen heil zal brengen. Wezens hebben geen diep inzicht in wat de oorzaak is van lijden en welzijn omdat ze geen diep inzicht hebben in dit leven. Dat lijkt de Boeddha aan te geven.
De gelijkenis van de visHet wordt vergeleken met een vis die aas ziet. De vis ziet een worm bungelen en ziet dat natuurlijk als erg aantrekkelijk, begerens-waardig, voordelig. De vis ziet er wel heil in. Er ontstaat begeerte. De arme vis hapt toe...pats...en de ellende volgt. Hooked.
De Boeddha lijkt aan te geven dat dit ook zo is met wezens in de wereld. Ze zijn als vissen die aas zien bungelen. Dat waar we in onze naieviteit in happen, dat wat ons zo begerens-waardig toeschijnt, zo mooi, zo aantrekkelijk, dat zal geen echt welzijn teweegbrengen maar komt eerder met nadeel, met pijn, ellende. Het lange termijn perspectief is hierbij denk ik ook niet onbelangrijk.
Dus wat is nu oorzaak van lijden en wat is nu oorzaak van geluk? Wat brengt heil en wat brengt onheil?
Is dat niet de kern van wat de Boeddha wereldkundig maakte en waarvan hij vraagt dat we dit zelf zien,
niet zomaar blind aannemen?
Het begint allemaal bij het opheffen van onze onwetendheid over wat nu echt oorzaak is van lijden en de opheffing van lijden. Op een onwetende manier geven we invulling aan onze behoefte aan toevlucht/veiligheid, geluk/welzijn, heil.
ContemplatieDe sutta's geven verder aan dat het zaak is doorlopend te contempleren op het onaantrekkelijke/leedvolle/onbevredigende/instabiele/wezenloze/essentieloze/lege (anatta) karakter van alles, of dat nu intern is of extern. Om begeerte te temperen.
Het principe wat steeds wordt aangegeven is: het is begeerte wat ons ketent en het is de beeindiging van diezelfde begeerte die bevrijdt. Bevrijd van wedergeboorte in dit leven en na dit leven.
Bekoring alomNatuurlijk, de wereld blijft toch bekoren ook al zie je in hoe nadelig begeerte is. Dat is menselijk, de verleidingen zijn alomtegenwoordig en groter dan ooit is de aantrekkingskracht die van alles uitgaat. Dat wordt immers bewust zo aantrekkelijk gemaakt. Men doet enorm zijn best om mensen te verleiden. Verleiding is de taal van de natuur, van Mara.
Er is een hele wetenschap ontstaan die precies uitzoekt, zelfs met hersenscanners!!! hoe men op de beste manier mensen kan ketenen, en begeerte kan opwekken en mensen afhankelijk kan maken. Mara's macht is ongekend. Niet voor niets onderwijzen de sutta's ook dat Mara de voornaamste heerser is van alle heersers. Denk maar niet dat een Boeddha machtiger is.
Dit lichaam, andermans lichaam, bepaalde gevoelens, bepaalde herinneringen of voorstellingen, bepaalde mentale formaties of staten, bepaalde geuren, bepaalde geluiden, wat dan ook, ook bij anderen, het komt en gaat en niks kun je naar je zin vasthouden. Alles is zonder essentie (anatta). Leeg (sunna). Het is niks substantieels. Niks hiervan kan ons redden of als toevlucht dienen. Hoe moet iets wat zelfoos is als toevlucht dienen? Alleen het ongeconditioneerde kan dat. Het ongeconditioneerde, zo wordt gezegd, wordt gerealiseerd als alle condities eindigen. Wat dat dan precies is, is zinloos over te speculeren. Het voedt alleen maar een pretenderen te weten.
De contemplatie op de tilakkhana, die van anicca, dukkha en anatta, hebben maar volgens mij maar 1 doel, namelijk, dat we realistischer worden over dit leven. Dat we stoppen met dromen en ontwaken. Dat we gaan zien wat nou wel echt voordelig is, echt heilzaam. Wat echt zinvol is om toevlucht in te nemen en wat niet. Als gevolg van groeiend realisme worden we nuchterder. Als gevolg van die nuchterheid zwakt begeerte af. De oorzaak van bevrijding is het verdwijnen van die begeerte.
De bespiegeling om alles wat je ervaart zo te zien: 'Dit is niet van mij, dit ben ik niet, dit is niet mijn zelf' dient ook om de bekoring er van weg te halen. Of we nu een heel mooi lichaam willen, hele aangename waarnemingen, aangename gevoelens, aangename staten, of een hele mooie geest, niks is vast te houden, omdat alles wat geconditioneerd is nou eenmaal eindigt. Alles wat ontstaan is, zal ook weer eindigen.
Wat vinden jullie er van?
Herkennen jullie dit ook in de sutta's of heb ik mijn hele duim inmiddels leeggezogen?
Siebe