Als Boeddha me een dwaas vindt, het zei zo.
Ik dacht dat we het eens geworden waren dat de Boeddha niet meer bestaat als zelf/persoon, dus dan is er ook geen Boeddha als iemand die jou een dwaas zou kunnen vinden. En zoals je ziet aan de reacties op jouw delen, is er hier ook niemand die jou een dwaas vindt. Er is herkenning. Iedereen herkent wat je schrijft, iedereen maakt mee wat je deelt, weliswaar op een spectrum van soms tot vaak, maar niemand is gespaard van moedeloze momenten, het even niet meer zien, enzo…
Je gaf ook aan dat alleen al het verwerven van meer geluk de moeite waard maakt om het pad te gaan toch?
Klopt.
Op zich ben ik dat wel met je eens. Ik denk dat het soort geluk waar de Boeddha op uit is gekomen vooral het soort geluk is van een totaal ontlaste geest. Wij beseffen niet hoe belast onze geest is, in onze dagelijkse toestand.
Helemaal mee eens.
Dat ben ik me bewust geworden toen ik eens jhana ervoer.
Herkenbaar.
Maar in de belevingswereld van de Boeddha is eigenlijk zelfs geluk een vorm van belasting.
Kleine, maar belangrijke correctie: het is niet zozeer dat geluk een vorm van belasting is, het is de hechting aan geluk dat een vorm van belasting is.
Wij ervaren staten als optimisme, hoop, enthousiasme als geluk, maar dat is niet echt het soort geluk dat een Boeddha belichaamt, volgens mij.
Optimisme, indien het de werkelijkheid positiever maakt dan hij werkelijk is, geeft misschien wel een gevoel van geluk, maar een gevoel is iets dat komt en gaat, en des te sneller als het niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, het is dus geen "duurzaam" geluk, geluk dat niet komt en gaat. Maar een optimisme als houding van "ik neem de werkelijkheid zoals die is, ook al is die op dit moment negatief", geeft geen geluksgevoel dat komt en gaat, maar maakt dat het "duurzaam" geluk, dat er altijd is, en dus niet komt en gaat, herkend wordt.
Met hoop een beetje hetzelfde, indien het daarmee de werkelijkheid zoals die nu is afwijst en het geluk dat je er uit kunt halen projecteert naar de toekomst, dan is dat een miskennen van het "duurzaam" geluk dat er nu al is. Maar de hoop die ontstaat uit de herkenning van dit "duurzaam" geluk dat er nu al is en de bewogenheid die hier uit ontstaat om invloed uit te oefenen op die werkelijkheid zoals die nu is, opdat het bevorderlijker zou kunnen worden voor anderen om ook dit "duurzaam" geluk te herkennen, is de hoop, de wens dit duurzaam geluk te kunnen uitdragen en is dus mededogen, de actieve kant van "duurzaam" geluk.
En ook met enthousiasme, als het gericht is op iets dat komt en gaat, dan leidt het niet tot duurzaam geluk, als het gericht wordt op dat wat er al is en altijd zal zijn, dan wordt het juist een factor die juist het pad naar de herkenning van "duurzaam" geluk in steeds meer situaties (positieve en negatieve) ondersteunt.
Het soort geluk dat een Boeddha belichaamt is dat van een geest zonder enige druk en last van dat soort verschijnselen.
Mee eens, de herkenning van "duurzaam" geluk is dus de herkenning van de oorspronkelijke aard van de geest, de geest die van oorsprong vrij is van alle druk en last van de verschijnselen die zich er aan voordoen, zelfs als ze zich er aan voordoen. De druk en de last zijn toevoegingen aan die oorspronkelijke geest en dus… om de oorspronkelijke geest, die wat er nog altijd is, te herkennen, moet er niets toegevoegd worden, moet er geen geluk, realisatie, kennis, beelden, geloof en dergelijke aan toegevoegd te worden, maar moet dat wat er vreemd aan is, dat wat er aan toegevoegd is, gewoon weggenomen worden (of de illusie ervan doorzien en dus de hechting eraan opheffen).
Als alles weggenomen is, is wat overblijft een geluk dat niet meer komt en gaat, "duurzaam" geluk.
Dat voor wat betreft het resultaat, maar het kennis nemen van dit resultaat heeft geen enkel effect. Daarom is het van belang een onderscheid te maken tussen kennis en wijsheid.
Leegte gaf op een gegeven moment aan dat wijsheid een nadeel heeft, namelijk dat je dan al weet waar het allemaal naar toe moet gaan (alle toevoegingen, inclusief de toevoeging "ik ben" opgeven), dat je dan bewust vanuit dat "ik ben" wat al een toevoeging is, de toevoegingen gaat proberen wegwerken, en dat je dan in een visceuze cirkel terecht komt. Nu, wat hij zegt is wel juist, maar de woorden die hij gebruikt zijn niet zo juist als het gaat om wijsheid in Boeddhistische zin. Vervang het woord wijsheid door kennis en dan klopt het ook in Boeddhistische zin. Kennis, verstandelijk weten waar het om gaat, helpt je nooit vooruit, kan zelfs een obstakel worden op het pad. Wijsheid komt echter niet van kennis, maar van inzicht. Het verschil tussen kennis en inzicht is als het verschil tussen leren dat je bovenaan de berg een 360 graden overzicht hebt over alles, en effectief de berg opgaan om dit zelf in te zien.
Kennis is enkel van nut voor wereldse zaken. Het is voor een architect van nut kennis te hebben over het bouwen van een brug, ook al heeft die nooit een brug zelf gebouwd. Het is van nut voor een dokter kennis te hebben over de symtomen van een ziekte en de mogelijke medicatie hiervoor, zonder zelf ervaring te hebben gehad met die ziekte of met die medicatie. Kennis kan je delen, doorgeven, … . Maar voor de weg van bonenwereldse bevrijding is kennis niet nuttig, zelfs belemmerend (als je er aan vasthoudt als waarheid, geloof, …).
M.a.w. op het wereldse pad is kennis nog steeds nuttig, het is nuttig te weten wat het gevolg is van die of deze oorzaak. Echter, op een gegeven moment kom je, weliswaar geholpen door de kennis die jou heeft geholpen een brug te bouwen tussen jouw monkey mind en een rustigere staat van je geest, op een punt dat de kennis jou niet meer verder kan helpen en dus achtergelaten moet worden (het doden van de boeddha, het doden van de vergaarde beeldvorming, vormig van beelden van zaken die je zelf niet gezien/ervaren hebt: kennis).
Dus is het op een gegeven moment van belang om bovenstaande niet als kennis aan te nemen, maar zelf te gaan ontdekken, zelf te gaan inzien hoe de dingen in elkaar steken. En vandaar dat de Boeddha daar de nadruk op gelegd heeft: op het bovenwereldse pad, niet op de kennis van het bovenwereldse (metafysica). En dit bovenwereldse pad is toch wel radicaal anders dan het wereldlijke pad, het is het pad der wijsheid, inzicht, zelf inzien. Alleen dat kan werkelijk bevrijden.
Het is dankzij wijsheid, dankzij inzicht, dankzij inzien, dat dat wat zichzelf niet kan doen wegvallen, spontaan, zonder dat iemand het doet, kan wegvallen. De wijsheid is niet voldoende, het is (meestal) niet zo dat eens gezien alles vanzelf wegvalt, het vereist een opnieuw en opnieuw en opnieuw inzien, in steeds meer situaties. Er zijn er waarbij er met het eerste inzien heel veel vanzelf wegvalt, maar dit zijn de uitzonderingen, en het is weer gevaarlijk er van uit te gaan, aan te nemen (kennis) dat het zo zal lopen, want dan blijf je, als het inzien aan je voordoet, misschien daar steken, niet meer gemotiveerd om verder te gaan.
In Theravada wordt dit verloop van werelds naar bovenwerelds pad nogal gefaseerd voorgesteld, en dit heeft een groot nut, maar heeft ook een grote beperking, vooral voor ons westerse mensen die het geduld niet hebben om die grote doorbraak (het padmoment zoals dat artikel dat beschrijft) af te wachten. De tekst die je deelt verwoord het wel mooi: de weg van de Sotapanna is de weg van ontdekking. Dat is helemaal in lijn met wat men in Dzogchen zegt. Meer nog: in Dzogchen werkt men niet naar een grote doorbraak in de toekomst, maar werkt men met kleine doorbraken in het hier en nu. En ik heb het gevoel dat dit insprirerend kan zijn voor jou, op dit moment, Siebe.
Dzogchen gaat direct naat het bovenwereldlijke pad, direct naar het pad van inzicht, zonder het wereldlijke pad over te slaan. Het wereldlijke pad is de basis, maar zonder doel, dus niet als een voorbereiding op het bovenwereldlijke pad, maar eerder als een ondersteuning ervan. Het bovenwereldlijke kan namelijk evengoed herkend worden in het wereldlijke, dat is de visie van Dzogchen. Het één hoeft het ander niet uit te sluiten, of het één hoeft niet te wachten op het ander.
Dus, daar waar men in Dzogchen gewoon een wereldlijk pad gaat, ontwikkelt men aandacht voor de (bovenwereldlijke) werkelijkheid die er onder zit, en vanuit die aandacht kan die bovenwereldlijke werkelijkheid herkend worden (ingezien worden), en dit zijn kleine doorbraken, die nog meer herkenning hiervan bevorderen.
Het is het pad van wijsheid, omdat het niet gericht is op het wereldlijke resultaat, maar het verwerpt het wereldlijke niet, het gebruikt het om inzicht op te doen. Dit kan maar als het wereldlijke niet meer als doel op zich wordt begaan. Vandaar in Dzogchen beoefen je gewoon alles wat je in het wereldlijke pad ook kunt beoefenen, zonder trekken of afstoten, zonder jezelf te veroordelen als je er een puin van maakt en zonder jezelf een pluim te geven als het goed gaat, zonder verwachting naar een resultaat en dan ook zonder teleurstelling als het niet lijkt op te schieten.
Het is het pad van wijsheid, omdat het geen pad begaan is omdat het zo voorgeschreven is, maar omdat het begaan wordt als ontdekkingstocht. In theorie zou je in Dzogchen ook een hedonistisch pad kunnen lopen en toch, doordat je die instelling hebt gericht op wijsheid en niet op geloof/aanname/resultaat, op hetzelfde uitkomen. In praktijk echter zal dit niet echt ondersteunend werken, en teveel valkuilen met zich meebrengen.
Maar genoeg theorie nu, hoe zit dat dan in de praktijk. Ik probeer van wat je aanhaalt voorbeelden te maken.
Daar gaan we weer. Ik heb wel eens jhana meegemaakt. Het was een extreem vredevolle staat, zeer open, ontspannen, zeer ontlast. Toch, het is ook maar gewoon dat. Misschien klinkt dit wat raar en ondankbaar maar ik bedoel je hebt zoveel vormen van geluk.
Er doet zich in meditatie bijvoorbeeld jhana voor, een extreem vredevolle staat, zeer open, ontspannen, zeer ontlast, zoals je beschrijft, maar het is ook maar gewoon dat. Wat je kan ervaren als je er niet naar grijpt, noch het afstoot, is dat het een toestand is, iets dat gekomen is en dus weer weg zal gaan. Wat je dan zelf door je directe ervaring inziet, is dat ook dat geen "duurzaam geluk" is, want het is gekomen en zal dus ook weer gaan. Wat ingezien kan worden is dat de ontlasting zit in het zich niet meer voordoen van last, omdat er een toestand gecreerd is, toegevoegd is, die last buiten sluit. Die toestand, omdat het een creatie is, kan niet blijven bestaan, het gaat op een gegeven moment zoals het gekomen is, en de last die werd buiten gesloten is daar weer en het geluk is weg. Waar zit dat "duurzaam" geluk dan?
Nu, ik kan dit voor jou beschrijven, maar het enige nut dat dit kan hebben is dat je het zelf spontaan (niet doel-gericht) ontdekt, en hoe doe je dat? Door niets te doen (niet-objectgerichte meditatie).
Zolang we in die jhana gericht blijven op het object, op dat wat komt en gaat, kunnen we onmogelijk het "duurzaam" geluk, dat wat niet komt en gaat, ontdekken. Daarom, hoewel je in Dzogchen kan starten met je te focussen op een object, ademhaling, jhana, … kan je maar tot ontdekken komen als je die focus op een gegeven moment loslaat. Dan kan je ontdekken dat niet alleen de last verschenen is, maar ook de toestand waarin de last buitengesloten is verschenen is. En dan kan je ontdekken dat zowel de last, als de toestand die de last buiten sluiten, beiden verschenen zijn in iets dat zelf niet verschijnt en verdwijnt en dat waarin dit alles verschijnt en verdwijnt het enige is dat echt ontlast is en blijft, ook als er daar een toestand plaats vind, en ook als die toestand weer verdwijnt en de last weer verschijnt, en dus kan je ontdekken dat hoewel er vanalles aan toegevoegd wordt, vanalles in verschijnt, het geluk (de ontlasting) van dat waarin het verschijnt, niet werkelijk wegneemt, niet werkelijk aantast, enkel en steeds "tijdelijk" bedekt met toestanden en last. Dit noemen we "herkennen", omdat het er al altijd is, maar praktisch nooit herkend wordt. Het "duurzaam" geluk wordt daarom herkend als dat wat zelf niet komt en gaat, MAAR het is de herkenning ervan die komt en gaat, en ook dat is iets wat je in je directe ervaring kan ervaren en dus inzien.
Wat je kan ontdekken is, als je focus niet op de jhana blijft, dus het niet wordt aangehaald, in stand gehouden, maar ook niet wordt weggeduwd, is dat de jhana verschenen is en kan er herkent worden waarin het verscheven is, en dat is het herkennen van de oorspronkelijke aard van de geest, die van oorsprong, nu en altijd ontlast is van alles wat er in verschijnt. En ook dit moet je niet aannemen, maar kan je ontdekken, de herkenning van die oorspronkelijke aard van die geest kan immers blijven aanhouden zelfs als de toestand van wegdrukken van last (tijdelijk geluk) weer verdwijnt. Dus zelfs een fractievan een seconde deze herkenning aanhouden op het moment dat de last weer verschijnt, is voldoende om te weten, uit eigen ervaring, dat die ontlasting er altijd is, ook op momenten dat het niet meer herkend wordt. Dit weten, dit vertrouwen, helpt om het steeds beter te herkennen, en in steeds meer situaties, ook situaties buiten meditatie om. Zo kan je op den duur zelfs dit herkennen op een moment dat je een situatie meemaakt in je leven die je pijn doet, of zelfs in stressvolle situaties, en zelfs in levensbedreigende situaties, maar… tot dat je volledig verlicht bent, blijft het herkennen zelf wel iets dat komt en gaat, en in die zin blijf je bij momenten nog lijden (als de herkenning er niet is).
Op den duur kan je ook ontdekken dat het de eigenwaan "ik ben" is die de herkenning steeds doorknipt, en ga je inzichtelijk inzien, dat dit "duurzaam" geluk maar gaat blijven herkend worden met het wegvallen van deze eigenwaan. Maar omdat je dit niet kan doen wegvallen, kan niet-objectgerichte meditatie, of een ritueel, of een plotse situatie in je leven, dit wel uitlokken. Of, volgens Dzogchen, als deze steeds herhaalde herkenning (zowel in meditatie, als daarbuiten, in het dagdagelijkse leven), deze eigenwaan op den duur zo uitholt (uitzuivert), kan het op een gegeven moment vanzelf wegvallen (zichzelf bevrijden).
Geluk kan ook zijn wanneer je een oprecht gevoel van vriendschap ervaart met iemand en van iemand.
Dat klopt en dat voelt echter, stabieler dan het geluk ervaren in Jhana, maar beiden zijn geen "duurzame" vormen van geluk, ooit is het geluk even snel weg dan het gekomen is. Maar, en dat is het goede nieuws, dit geluk hoeft niet vermeden te worden, het moet gewoon met wijsheid gezien worden voor wat het is: tijdelijk. En, wat Dzogchen betreft, kan zelfs dit tijdelijke geluk, aanleding zijn om het "duurzame" geluk dat er onder zit te ontdekken, dus het moet niet uit de weg gegaan worden, zolang je ook maar niet het wegvallen van dit geluk uit de weg gaat, want het is meestal dan, dat juist het veranderlijke ervan direct ervaren wordt en dit geeft dan weer een kans om het onveranderlijke geluk waarin het is opgekomen en waarin het wegvalt, opnieuw te herkennen. M.a.w. het verliezen van die vriendschap is dan een mooie kans (hoe paradoxaal dat ook mogen klinken).
Geluk kan ook zijn als een lief je je met heel haar hart je verwelkomt en in je armen sluit.
En ook dit geluk, hoeft niet vermeden te worden, er moet gewoon weer met wijsheid ingezien worden voor wat het is: tijdelijk, vergangkelijk.
Misschien ben ik een romanticus, en te lang zonder dat soort geluk, maar ik schat dat hoger in dan wat ik bij jhana heb ervaren.
Logisch, zie hierboven, en ik wens je dan ook zo'n soort geluk toe als middel om te ontdekken wat echt "duurzaam" geluk is. Mijn leraar is ook getrouwd en toch heeft hij de (bijna) permanente herkenning van het duurzame geluk gerealiseerd. Het één sluit het ander niet uit. Alleen de hechting aan dit soort tijdelijk geluk, kan roet in het eten strooien, maar Dzogchen gewijs is dat roet dan weer een kans om het "duurzaam" geluk te ontdekken, herkennen, dus zelfs hechting kan zijn nut hebben op het pad, zolang het maar op den duur met wijsheid wordt gezien.
Is jhana nou een beter soort geluk?
Neen, jhana is even tijdelijk en zelfs nog vluchtiger dan de andere vormen van geluk die je beschrijft, maar… zoals je ook in de sutta's kan terugvinden, het gaat niet om de jhana zelf, het gaat om te ontdekken dat deze jhana (hoe ontlast ook) ook maar iets is dat komt en gaat, en als je dit ontdekt (maar voor hetzelfde geldt blijf je je leven lang in allerlei jhana's hangen zonder dit ooit te ontdeken, omdat je gehecht raakt aan de jhana's), dan geeft dit meestal een veel doordringendere herkenning dan als je het duurzame geluk herkent in een dagdagelijkse situatie (meestal, niet altijd).
Oeps, weer een erg lange post, ik ga afronden.
Wijsheid toewensende groeten,
Dorje.