Ik zag bij "Erica op reis" een boeddhistisch monnik zoiets zeggen.
Ik zelf lijkt alleen maar pech te hebben namelijk.
Een korte vraag verdient een lang antwoord

In het boek "Karma" van Dagpo Rinpoche beschrijft Rinpoche dat bij elk moment primair bewustzijn (zien, horen, ruiken etc.) minimaal vijf mentale factoren actief zijn. Iets bewustworden kan niet zonder contact, dus er is zintuiglijk
contact. Er ontstaat bij dat contact een bepaald
gevoel of sensatie of indruk, bijvoorbeeld van aangenaam of onaangenaam. Bij bewustwording speelt altijd zo'n soort gevoel.
Er is ook een
onderscheiding, want anders kun je iets niet eens waarnemen. We besteden aan dat object meer of minder
aandacht. En voordat het contact überhaupt plaatsvindt, gaat de geest er als het ware naar uit; er is iets wat de geest in de richting van een bepaald object beweegt waardoor we het kunnen bewustworden. Deze laatste factor wordt
mentale activiteit genoemd. Het is precies deze mentale activiteit die karma wordt genoemd (met de natuur van geest). Karma, als deze mentale activiteit die de geest ergens naar doet uitgaan, veroorzaakt dit bewustwordingsproces. Dit kun je zo ook terugzien in de schakel-benadering vind ik. Je mag denk ik ook zeggen dat het dit aspect is, dit uitgaan van de geest van naar iets, dat ook oorzaak is van wedergeboorte (zie voorwaardelijk ontstaan).
Ik denk wel dat dit uitgaan van de geest naar, heel bepalend is voor je eigen welzijn. Richt je geest zich bijvoorbeeld erg op willen winnen, strijden, vechten, vijandigheid dan leef je toch wel in een hele andere sfeer dan wanneer je geest uitgaat naar vriendelijkheid, humor, luchtigheid, warmte, intimiteit, verbinding etc. Op dit niveau kun je wel zeggen dat je zo, afgedwongen door de neiging van de geest uit te gaan naar niet heilzame of heilzame verschijnselen, het ongeluk/leed en geluk/welbevinden over jezelf afroept.
Ik kan wel bij mezelf zien dat het zo werkt. Het aldoor trainen van de geest om afstand te nemen van die neiging uit te gaan naar niet heilzame staten en te leren uit te gaan naar positieve kwaliteiten is een belangrijke training in boeddhisme. Dat valt nog niet mee is mijn ervaring, maar het gaat wel iets beter.
Ik ben er zelf van overtuigd geraakt dat het heel belangrijk is jezelf te beschermen tegen de verslavende neiging uit te gaan naar staten en verschijnselen die enkel kwellend zijn. Neem als voorbeeld hier het discussieren om te winnen of anderen te willen straffen, de les te lezen. Als je zulke neigingen niet gaat begrijpen en aanvoelen als zelf-en anderkwelling en niet zeer standvastig het besluit neemt er mee op te houden, blijf je het leed maar over jezelf afroepen. Boeddha noemt dit ergens iemand die zichzelf in een staat van verminking houdt. Maar toch, zulk vuur kan hevig in je woeden. En dat ga je zeker voelen! Dus, het is echt nodig, bescherming te zoeken tegen de gekte in jezelf. Tegen de waanzin, de haat, de hebzucht etc. Elk dag toevlucht nemen, geloften doen, en elke dag hier bewust aan werken is een vorm van bescherming. De macht en kracht van het duister daar moeten we beter niet lichtzinnig over denken.
Het gericht zijn op zulke negatieve kwellende verschijnselen als hebzucht, haat, vijandigheid etc. laat ook mentale indrukken op de geest achter. Dat bespreekt Dagpo Rinpoche in het boek als de tweede opvatting van karma. Ging de geest uit naar positieve of heilzame verschijnselen zoals liefde, mededogen, warmte, verbinding, verzaking aan haat, impulsen van wreedheid, zelfhaat etc...dan wordt er ook een positieve indruk achtergelaten. Als de geest gericht is geweest op schadelijke of onheilzame dan een schadelijke indruk. Een karmische indruk zal vroeger of later een ervaring bewerkstelligen. Door een karmische mentale indruk die overgebleven is van een heilzame mentale activiteit, gerichtheid, zal een plezierige ervaring worden gecreeerd. Door een schadelijke mentale activiteit een pijnlijke ervaring. Zo'n mentale indruk die achterblijft als je geest ergens naar uitgaat, wordt dus gezien als een zaadje, met een potentieel of kracht die iets kan veroorzaken. In principe blijft deze kracht of potentieel voor onbepaalde tijd aanwezig. De visie in boeddhisme is dat een mens al bij de geboorte, bij de conceptie zelfs al, over een reservoir beschikt met zulke zaden, stammend van vorige levens. Dus het kan zijn dat zo'n zaadje dat schadelijk was, in dit leven rijpt als ongeluk of lijden, in een volgend leven of nog verder. Zo kunnen ook ongelukkige ervaringen nu komen van rijpende zaadjes uit activiteit in dit leven of misschien uit activiteiten van vorige levens.
Daarnaast bestaat er een opvatting dat karma ook de natuur kan hebben van vorm. Bijvoorbeeld vormen die een gedachte uitdrukken, de fysieke en verbale uitdrukkingen van iemands houding. De verbale maar ook non-verbale communicatie. Het is ook de manier waarop iemand iets zegt dat iets vertelt over hoe iemand denkt en ook iets waar we heel gevoelig zijn. Iemand kan een soort air hebben of uitstraling of stemgeluid die ook gedrag kan ontlokken. Het kan voorkomen dat iemand niet wil dat mensen hem/haar ervaart als koud en hooghartig oid maar dat iemand dat in de ogen van een ander wel uitstraalt. Zo kan iemand ook ongelukkig worden. Of mensen hebben een uitstraling, een stemgeluid, een mimiek, etc. die juist als heel plezierig wordt ervaren en iemand misschien veel vrienden heeft en zo misschien weer meer levensvreugde.
Verder wordt er nog een soort karma onderscheiden die te maken heeft met een krachtige wens of krachtig voornemen dat je doet. Als je positieve krachtige voornemens doet, bijvoorbeeld om wezens te helpen, is het idee dat er zo een onzichtbare positieve vorm ontstaat, niet grofstoffelijk zoals moleculen maar subtiel.
Kom je bijvoorbeeld op het krachtige plan een ziekenhuis te bouwen om mensen te helpen en dat wordt gerealiseerd, en blijft bestaan dan groeit die positieve vorm alsmaar aan. Dat is goed karma. Hetzelfde kan gebeuren op negatief vlak. Bijvoorbeeld bij het voornemen en realiseren van een slachthuis. Deze onzichtbare vorm houdt op bij de dood. Het drukt mijns inziens uit dat ook zulke krachtige voornemens geluk en ongeluk mee helpen tot stand komen en dat je ook moet uitkijken met wat je krachtig wenst.
Mjn eigen ervaring hiermee is dat een voornemen dat je doet, bijvoorbeeld om te stoppen met roken niet voor niets is als je weer start. Want een volgende keer dat je zo'n voornemen doet lijkt het toch sterker en lukt het je misschien wel. In die zin heb ik er wel gevoel voor dat zulke voornemens ergens bewaard blijven.
Samenvattend
-er is karma met de natuur van geest: de mentale factor mentale activiteit. de activiteit die de geest ergens naar doet uitgaan en waardoor we ons überhaupt iets bewustworden. Er kan een gewenning bestaan vooral uit te gaan naar schadelijke verschijnselen/ideeen, staten.
-er is karma met de natuur van mentale indrukken: als je geest ergens op gericht is geweest, stel haat, dan laat dat een schadelijke negatieve indruk achter, die wordt opgeslagen en kan, als de omstandigheden treffen, rijpen als een ervaring van lijden.
-er is karma met de natuur van vorm; de verbale en fysieke uitdrukkingen van iemands gedachten en de onzichtbare vorm die ontstaat door een voornemen.
In andere besprekingen heb ik karma uitgelegd horen worden als een soort echo. Wie goed doet, goed ontmoet. Wie kwaad doet, kwaad ontmoet. Wie andermans leven verkort, krijgt dat terug als het verkorten van diens eigen leven. Wie anderen kwaad doet, wordt kwaad gedaan. Wie steelt, dus andere armer maakt, krijgt het zelf moeilijk om een bepaald welvaartpeil te bereiken etc. Het komt als een boomerang terug.
Als het gaat om lijden, ziekelijkheid en ongeluk dan wordt dat dus wel in verband gebracht met karma maar volgens mij niet elk lijden, elke ziekte en ongeluk wat je meemaakt.
Vooral karma met de natuur van geest, dus waar de geest naar uitgaat, bijvoorbeeld naar vriendelijkheid, naar haat oid, dat vind ik de meest duidelijke manier hoe wij zelf geluk en ongeluk over onszelf afroepen en hoe nuttig het is de geest ijverig te trainen op dit vlak.
hartelijke groet,
Siebe