Elementen van Verlichting (20-29)
[20-24]: De vijf vaardigheden of krachten (indriya)
Men ontplooit de geestelijke vaardigheden, namelijk: [20] vertrouwen (saddhindriya), [21] energie (viriya-indriya), [22] oplettendheid (sati-indriya), [23] concentratie (samādhindriya) en [24] wijsheid, inzicht (paññindriya). (S.48.1; S.48.11)
[energie, zie factor nr. 3; oplettendheid, zie factor nr. 1; concentratie, zie factor nr. 6]
Een godheid vroeg hoeveel belemmeringen er zijn* en door hoeveel [krachten] men gereinigd wordt. De Verhevene gaf ten antwoord dat er vijf belemmeringen zijn en dat men door vijf [krachten] bevrijd wordt. (S.I.6)
* Commentaar: Bedoeld zijn de vijf belemmeringen (pañca nīvaranāni), nl. kāma [zinnelijke lust], vyāpāda [boosheid], thīna [traagheid], uddhacca [hoogmoed] en vicckicchā [twijfel]. En met de vijf krachten zijn bovengenoemde krachten bedoeld.
Vijf vermogens, ontplooid en ontwikkeld, voeren naar het overwinnen van de boeien, naar het uitroeien van de verlangens, naar het doorschouwen van de tijd, naar uitdroging van de neigingen. Die vijf vermogens zijn vertrouwen, energie, oplettendheid, concentratie en wijsheid. (S.48.61-64)
De kracht van vertrouwen is te herkennen aan de vier factoren van stroomintrede.
De kracht van energie is te herkennen aan de vier juiste inspanningen.
De kracht van oplettendheid is te herkennen aan de vier grondslagen van oplettendheid.
De kracht van concentratie is te herkennen aan de vier jhanas.
De kracht van wijsheid is te herkennen aan de vier edele waarheden. (S.48.
De kracht van vertrouwen bestaat hierin: Men heeft vertrouwen in de Volmaakte, aldus:
'Waarlijk, de Verhevene is heilig, volledig verlicht, volmaakt in kennis en volmaakt in gedrag. Hij is gezegend, een kenner van de werelden. Hij is de onvergelijkbare leider van mensen die bedwongen moeten worden en van mensen die volgzaam zijn. Hij is de leraar van goden en van mensen. Hij is de Ontwaakte en Verhevene.' (S.48.10)
De kracht van energie is besproken bij verlichtingsfactor nr. 3. Ze bestaat hierin: men spant zich in om onheilzame dingen te overwinnen en om heilzame dingen te verkrijgen. Men volhardt sterk en standvastig. Men geeft bij heilzame dingen de opgave niet op. Men spant zich in om niet ontstane, slechte, onheilzame dingen liet te laten ontstaan. Men spant zich in om ontstane slechte onheilzame dingen te overwinnen. Men spant zich in om niet ontstane heilzame dingen te laten ontstaan. Men spant zich in om ontstane heilzame dingen te vestigen, verder te ontwikkelen, te ontplooien en tot rijpheid te laten komen. (S.48.10)
De kracht van oplettendheid bestaat hierin: men is oplettend, begiftigd met hoogste tegenwoordigheid van geest. Wat er ooit gedaan, gezegd werd, daaraan denkt men, daaraan herinnert men zich. Zo waakt men bij het lichaam over het lichaam, bij de gevoelens over de gevoelens, bij het hart over het hart, bij de verschijnselen over de verschijnselen, onvermoeibaar, helder bewust, oplettend, na het overwinnen van wereldse begeerte en droefenis. (S.48.10)
[Zie ook verlichtingsfactor nr. 1].
De kracht van concentratie bestaat hierin: de edele volgeling heeft het loslaten, de onthechting, tot centraal beginpunt gemaakt, en zo verkrijgt hij concentratie en eenheid van het hart. Ver van begeerte, ver van onheilzame dingen vertoeft hij in de eerste , tweede, derde en vierde jhana. (S.48.10)
[Zie ook verlichtingsfactor nr. 6].
De kracht van wijsheid bestaat hierin: de edele volgeling is wijs, ziet opgang en verval, de wijsheid die edel is en doorborend, die voert naar volledige opdroging van lijden. Hij onderkent: dit is lijden, dat is de ontwikkeling van lijden, dat is de opheffing van lijden, dat is het pad dat voert naar de opheffing van lijden. (S.48.10)
Iemand die in ernst gevestigd is, bij hem worden vijf vermogens ontwikkeld. Wat is ernst? – Hij bewaakt zijn hart voor de neigingen en de daarmee verbonden dingen. Wie het hart beschermt en op die manier bewaakt, bij hem komen ook de vermogens van vertrouwen, energie, oplettendheid, concentratie en wijsheid tot volle ontwikkeling. (S.48.56)
Van de eigenschappen die het ontwaken bevleugelen is het vermogen van wijsheid de beste.
Vermogens die het ontwaken bevleugelen zijn: vertrouwen, energie, oplettendheid, concentratie, wijsheid. (S.48.67-70)
Wanneer de vijf krachten (balas), namelijk vertrouwen, energie, oplettendheid, concentratie en inzicht, goed zijn ontwikkeld, kunnen ook strenge regels met gemak nagevolgd worden. Het is belangrijk alle boeien en elk hechten te overwinnen hoe onnozel ze ook lijken. (M.66)
Het vermogen van wijsheid geldt als het hoogste onder de eigenschappen voor ontwaking. Het vermogen van vertrouwen is een eigenschap die het ontwaken bevleugelt en die voert naar ontwaking. De vermogens van energie, van oplettendheid, van concentratie en van wijsheid zijn eigenschappen die het ontwaken bevleugelen en naar ontwaking voeren. (S.48.51; zie ook S.48.54-55)
Kort na de ontwaking vertoefde de Boeddha te Uruvela aan de oever van de rivier Nerañjara onder de geitenhoedersboom. Bij hem kwam de volgende overweging op: vijf vermogens, ontplooid en ontwikkeld, hebben naar het Doodloze gevoerd, namelijk de vermogens van vertrouwen, energie, oplettendheid, concentratie en wijsheid. (S.48.57)
Wie de vijf vermogens van vertrouwen, energie, oplettendheid, concentratie en wijsheid ontplooit en ontwikkelt, die kan een van twee vruchten verwachten: hoogste weten nog in dit leven, of, als er nog een rest van betrekkingen is, niet-wederkeer. Of deze voordelen zijn te verwachten: nog in dit leven bereikt hij hoogste weten; of hij bereikt het op het tijdstip van de dood; of hij komt na volledige opdroging van de vijf omlaag trekkende boeien onderweg tot uitdoving of op het einde van het bestaan daar. En wanneer dat niet het geval is, dan komt hij na opdroging van de vijf omlaag trekkende boeien zonder inspanning of met inspanning tot uitdoving. Wanneer ook dat niet het geval is, dan komt hij na de opdroging van de vijf omlaag trekkende boeien stroomopwaarts bij de Zuivere Verblijven. (S.48.65-66)
Wanneer een edele volgeling het ontstaan en vergaan, verfrissing, ellende en ontkomen van de vijf krachten overeenkomstig de werkelijkheid inziet, dan noemt men hem een edele volgeling, een in de stroom getredene. Hij is ontkomen aan de neerwaartse weg. Doelbewust gaat hij naar de volledige ontwaking.
Wanneer een edele volgeling het ontstaan en vergaan, verfrissing, ellende en ontkomen van de vijf krachten overeenkomstig de werkelijkheid inziet en zonder hechten verlost is, dan noemt men hem een heilige, iemand wiens neigingen opgedroogd zijn. Hij heeft het doel bereikt, gedaan wat gedaan moest worden. Hij is vrij van de last, heeft de boeien van het bestaan volledig doorgesneden. Hij is bevrijd in volmaakte wijsheid. (S.48.2.-5)
Wie het ontstaan en vergaan, verfrissing, ellende en ontkomen van de vijf krachten overeenkomstig de werkelijkheid niet inzien, die zijn geen echte brahmanen en asceten.
Maar wie het ontstaan en vergaan ervan wel inzien, die hebben het doel van het ascetendom al in dit leven verwerkelijkt. (S.48.6.-7)
Wie de vijf krachten volledig heeft voltooid, die is een heilige. Als zij zwakker zijn, is iemand een niet meer wederkerende. Als zij nog zwakker zijn, is iemand een eenmaal wederkerende. Als zij nog zwakker zijn, is iemand een in de stroom getredene. Als zij nog zwakker zijn is iemand een volgeling van de leer. Als zij nog zwakker zijn, is men iemand die uit vertrouwen navolgt.
Zo maakt het verschil van de krachten het verschil van de vruchten uit; het verschil van de krachten maakt het verschil van de personen.
Zo wordt volmaakt succes bereikt door volmaakt werkzaam zijn; gedeeltelijk succes door gedeeltelijk werkzaam zijn. De vijf krachten zijn niet onvruchtbaar.
(S.48.12-14; zie ook S.48.15-18; S.48.24)
Maar wie de vijf krachten helemaal niet heeft, die wordt door de Boeddha een buitenstaander genoemd, iemand die aan de kant van de gewone mensen is blijven staan. (S.48.18)
Men is een meester in de vijf krachten als men vertrouwen ontplooit, een kracht die naar kalmering voert en naar ontwaking. En als men energie, oplettendheid, concentratie en wijsheid ontplooit als krachten die naar kalmering en naar ontwaking voeren. (S.48.19)
Door het ontplooien en ontwikkelen van deze vijf krachten komt men door opdroging van de neigingen nog in dit leven tot de neigingsvrije bevrijding van het gemoed, tot de bevrijding door wijsheid, nadat men ze zelf verwerkelijkt en verkregen heeft. (S.48.20)
"Zolang ik van deze vijf krachten het ontstaan en vergaan, lafenis, ellende en ontkomen niet overeenkomstig de werkelijkheid had ingezien, zolang had ik niet de zekerheid dat ik in deze wereld volledig ontwaakt was.
Maar toen ik van deze vijf krachten het ontstaan en vergaan, lafenis, ellende en ontkomen overeenkomstig de werkelijkheid had ingezien, toen had ik de zekerheid dat ik in deze wereld volledig ontwaakt was.
En het inzicht ontstond dat mijn bevrijding van het gemoed onwrikbaar was en dat dit mijn laatste geboorte was." (S.48.21)
Te Apana, in het land van Anga. De Verhevene en de Eerwaarde Saripitta spraken er met elkaar.
De eerwaarde Sariputta zei: "De edele volgeling die bij de Volmaakte vol vertrouwen is, kan niet meer twijfelen aan de Volmaakte of aan de leer. Want van hem is te verwachten dat hij energie aanwendt om onheilzame dingen te overwinnen en om heilzame dingen te verkrijgen. Hij volhardt sterk en standhaftig en geeft bij heilzame dingen de opgave niet op. Dat is de vaardigheid van energie.
Verder is van hem te verwachten dat hij oplettend is, begiftigd met hoogste tegenwoordigheid van geest. Wat eens werd gedaan, eens werd gezegd, daaraan denkt hij, daaraan herinnert hij zich. Dat is de vaardigheid van oplettendheid.
Van hem is verder te verwachten dat hij het loslaten als centraal beginpunt maakt en concentratie zal bereiken, de eenheid van het hart. Dat is de vaardigheid van concentratie.
Verder is van hem te verwachten dat hij wijs inziet dat het bestaan zonder begin is; een eerste begin van de onwetende wezens is niet te onderkennen. De restloze ontprikkeling en opheffing van de onwetendheid, dat is het oord van rust, dat is het verheven oord, namelijk het tot rust komen van alle formaties, het loslaten van alle betrekkingen, de opdroging van de dorst, de ontprikkeling, de opheffing, het Nibbana. Dat is de vaardigheid van wijsheid.
Degene die deze vijf vaardigheden heeft, verkrijgt hoogste vertrouwen. De dingen die hij voorheen alleen had gehoord, die weet hij dan uit eigen ervaring, met doorborende wijsheid. Dat is de vaardigheid van vertrouwen."
De Verhevene gaf ten antwoord""Juist zo, Sariputta. Wie als edele volgeling bij de Volmaakte tot een eenduidig resultaat is gekomen, wie vol vertrouwen is, die kan niet meer twijfelen aan de Volmaakte of aan diens leer. Van hem is te verwachten dat hij de vijf vaardigheden op die manier zal verwerven." (S.48.50)
[25-29] De vijf geestelijke krachten (bala)
Of men ontplooit de geestelijke krachten, namelijk: [25] vertrouwen, [26] energie, [27] oplettendheid, [28] concentratie en [29] wijsheid.
Deze vijf geestelijke krachten zijn gelijk aan de vijf geestelijke vaardigheden. [Zie nrs. 20-24].
Groeten
Nico