De Boeddha waar je zo vaak naar verwijst vermeed daarentegen elke metafysica en non-dualistische taal om geen nieuw dogma te creëren.
Een tekst die non-dualiteit lijkt uit te drukken is:
“
In that case, when it comes to things that are able to be seen, heard, thought, and known: in the seen will be merely the seen; in the heard will be merely the heard; in the thought will be merely the thought; in the known will be merely the known. When this is the case, you won’t be ‘by that’. When you’re not ‘by that’, you won’t be ‘in that’. When you’re not ‘in that’, you won’t be in this world or the world beyond or in between the two. Just this is the end of suffering.” (SN35.95)
Lastige tekst maar ik vat het zo op dat ALS er geen spiegeling optreedt aan wat gezien, gehoord, gevoeld, gedacht en gekend wordt, en je meet je bestaan daar dus niet aan af in termen van Ik en mijn en mijn zelf.... waar ben je dan eigenlijk? Eigenlijk zegt deze sutta volgens mij: Dan ben je niet te traceren. Je bent niet hier noch daar noch er tussenin.
Dit sluit aan bij die tekst (MN43), vind ik, die zegt dat hebzucht, haat en begoocheling makers van meting zijn. Ik en mijn maken maakt je ook meetbaar. Als een emotie van boosheid opkomt, stel, en het wordt instinctief beleefd als 'dit ben Ik, dit is van mij', dan wordt je meetbaar, namelijk als een boos persoon. Maar ben je meetbaar als er geen gehechtheid is? Sommigen zeggen...Ja, namelijk als Leegte, als Bewustzijn, als Niets, maar ik neig er toe dat de Boeddha dat juist ook weer niet doet. Want dan ben je toch weer aan het Ik-maken. Wat je dan ook ziet , kent, beleeft als 'dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf', daar is geen einde aan toe-eigenen, aan hechten en aan eigenwaan en lijden.
Hoe dan ook, hebzucht, haat en begoocheling ondersteunen het proces van spiegelen, je meten aan, en in dat afmeten in termen van 'dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf' ontstaat ook de notie' Ik ben'. Bij juiste bevrijding (zoals beschreven in de Pali suttas) zijn deze vuren van hebzucht, haat en begoocheling geblust. Er is geen instinctief afmeten meer, geen spiegelen meer in termen van Ik en mijn aan wat wordt gezien, gehoord, gevoeld, gekend. Er is als het ware geen positionering meer. En let er maar eens op hoe vaak dit wel niet plaatsvindt in de geest.
Die geest is altijd maar aan het meten en positioneren als instinct.
De suttas spreken heel nadrukkelijk over het einde van de eigenwaan 'Ik ben/besta' (asmi mana) als een soort ultieme zegening of geluk.
Dispassion for the world is happiness
for one who has gone beyond sensual pleasures.
But dispelling the conceit ‘I am’
is truly the ultimate happiness.” (Ud2.1)
Over het algemeen wordt het einde van deze eigenwaan beschreven als iets wat wordt gerealiseerd nadat eerst al grovere bezoedelingen zijn verdwenen.
Het spiegelen of afmeten in termen van Ik en mijn is een automatisme en niet iets intentioneels. Er is een geconditioneerde reflex te spiegelen aan zaken die worden ervaren in termen van Ik en mijn. Niet dat de eigenwaan Ik ben hier toe beslist of het Ego. Het is denk ik niet zoveel anders dan elke ochtend kijken in de spiegel en in het gelaat wat je ziet in de spiegel, bevestigd zien: 'Dat ben Ik'. Je meet je bestaan af aan het zien van dat lichaam. Zoiets gebeurt innerlijk ook met de aanwezigheid van gevoelens, gedachten, neigingen, emoties etc. Maar dit veroorzaakt ook spanning want als we ons bestaan afmeten aan de aanwezigheid van emoties, gedachten, neigingen, vrede, innerlijk stilte, bewustzijn etc dan wordt het iets bedreigends wanneer dat eindigt.
Maar hun natuur IS eindigend. Ik geloof dat de geportretteerde Boeddha in de Pali suttas aangeeft dat dit eigenlijk de wortel van alle gehechtheid en leed is.
Het zit allemaal vreemd in elkaar, vind ik. Hoe kan het nou dat gedachten, visies, emoties, neigingen etc. zo belangrijk voor ons zijn dat we het gevoel hebben dat ons bestaan er van afhangt, terwijl, als we goed kijken, wat gebeurt er nou echt als er eens geen gedachten zijn, geen emoties, geen visies, geen verlangens etc. Het zit vreemd in elkaar.
Dit alles speelt zich af, volgens mij, in onze eigen geest. 'Eigen' hier bedoeld in de betekenis van: Er is een uniek en individueel cognitief proces, een individueel kenproces. Een voor elk wezen uniek en individueel proces van verwerking van zintuiglijke informatie. In dat proces mengt zich ook hebzucht, haat en begoocheling en ook de spirituele vermogens van vertrouwen, mindfulness, concentratie, wijsheid, energie. In dat individuele proces functioneert ook spiegeling, Ik en mijn maken. En ook in dat individueel proces verdwijnt het volgens mij.
Mijn gevoel is, maar dit wordt bestreden door sommige boeddhisten, is dat onthechting ook komt met een gevoel voor, een soort besef of aanraking met een dimensie die hier wordt ebschreven als:
“
There is, mendicants, that dimension where there is no earth, no water, no fire, no wind; no dimension of infinite space, no dimension of infinite consciousness, no dimension of nothingness, no dimension of neither perception nor non-perception; no this world, no other world, no moon or sun. There, mendicants, I say there is no coming or going or remaining or passing away or reappearing. It is not established, does not proceed, and has no support. Just this is the end of suffering.” (Ud8.1)
Mijn indruk is dus ook dat de eerst genoemde sutta eigenlijk verwijst naar deze dimensie. Als er geen hier is, geen daar en geen tussenin voor jezelf, als al het afmeten ontbreekt in termen van Ik en mijn, als er totaal geen positionering plaatsvindt, en dus elke eigenwaan Ik ben uitblijft, dan is er deze dimensie volgens mij.
Deze dimensie echter weer gaan verstaan als 'dit ben Ik, dit is van mij, dit is dan eindelijk mijn ware zelf', is toch weer positionering, is toch weer afmeten, is toch weer Ik en mijn maken. Is toch weer de fout ingaan en oorzaken van lijden verzamelen. Geloof ik oprecht.
Mijn indruk is dat zelfkenners daarmee doorgaan. Want op zoek naar zelf-kennis kom je niet vrij van de gewoonte om toch weer iets tot Ik en mijn en mijn zelf te verklaren.
Als het niet dit is, dan wel dat. Je komt zo nooit vrij van positionering. Je wordt nooit vrij van de eigenwaan Ik ben omdat er geen einde komt aan meten en positioneren.
Maar onderzoek maar of hier wat in zit. Ik stel het op prijs als je AI er buiten laat.