Wat ik zelf heb mogen ervaren – en wat ik sterk herken in het werk van Stanislav Grof, bijvoorbeeld in zijn boek When the Impossible Happens – is dat het ego inderdaad als een bijzonder krachtige indruk kan verschijnen, maar dat het in bepaalde bewustzijnstoestanden volledig kan oplossen. Grof beschrijft hoe, onder invloed van 5-MeO-DMT (de ‘Toad of Light’), zijn gewone gevoel van identiteit en zelfs zijn herinnering aan wie hij was, volledig verdween. Wat overbleef was een staat van puur bewustzijn, zonder enige indruk van een afzonderlijk ‘ik’, zonder enige gehechtheid aan indrukken, zelfs niet aan het bestaan van een ego.
Hij schrijft bijvoorbeeld:
“Mijn gewone identiteit was verbrijzeld en opgelost; ik werd één met de Bron. In retrospectief geloof ik dat ik de Dharmakaya heb ervaren, het Primaire Heldere Licht, zoals beschreven in het Tibetaanse Dodenboek. Het was oneindig, allesomvattend, zonder enige categorieën of concepten. Mijn gevoel van afgescheidenheid was totaal verdwenen.”
Wat mij hierin opvalt, is dat zelfs de diepste indrukken – inclusief die van het ego – uiteindelijk tijdelijk en conditioneel blijken te zijn. In de kern blijft er een bewustzijn over dat niet gekleurd is door indrukken, zelfs niet door de indruk van een ‘ik’. Dit lijkt op wat jij beschrijft: de natuur van de geest is vrij van indrukken, die slechts komen en gaan.
Waar Grof (en in zekere zin ook Advaita-leraren als Balsekar) op wijzen, is dat deze natuur van geest niet alleen leeg is van indrukken, maar ook een universeel, allesomvattend karakter heeft. In die ervaring is er geen sprake meer van een individuele stroom of een afzonderlijke waarnemer; alles is één veld van bewustzijn.
Ik zie in jouw beschrijving en in mijn eigen ervaring eigenlijk een mooie brug:
- Boeddha’s inzicht: het ego is een indruk, een krachtig maar vergankelijk verschijnsel in de geest, en bevrijding is het doorzien hiervan.
- Grof’s (en non-duale) ervaring: in bepaalde staten kan zelfs die indruk volledig oplossen, en blijft er alleen universeel bewustzijn over.
Misschien zijn het verschillende perspectieven op hetzelfde mysterie: de kracht van indrukken, en de mogelijkheid om daar volledig aan voorbij te gaan – niet door ze te onderdrukken, maar door te zien dat ze niet de kern van de geest zijn.
Ik ben benieuwd hoe jij aankijkt tegen zulke ervaringen van ‘het verdwijnen van het ego’ en of je dat herkent uit meditatie of andere inzichten.
Ik wil liever niet teveel uitweiden over wat ik persoonlijk heb ervaren. Een beetje.
Tekens=PerceptieIn het boeddhisme is het onderricht over tekens, en ook over het tekenloze. Als je nagaat dan zien we snel en veel tekens. Het teken van schoonheid in iets of iemand, of aantrekkelijkheid, of weerzinwekkendheid. Of het teken van vriend of vijand. Dat zijn emotioneel beladen tekens zeg maar. Er zijn ook tekens die meer met visie en beleving te maken hebben, zoals het teken 'dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf' in wat ervaren wordt. Uit gewoonte-krachten worden dit soort tekens aan het geziene, gehoorde, gevoelde, gekende gegeven. Conditionering.
Ik zie dit als een erfenis. Dit is allemaal historisch bepaald, over tijd zo onderdeel geworden van onze aanleg. Maar het is best wel opvallend, dat je tekens zo makkelijk beleeft alsof het de waarheid is, toch? Alsof het iets meer of anders is dan perceptie (sanna). Tekens zijn zo sterk. De Pali Boeddha zegt in AN dat er niks een man meer bekoort dan de vorm van een vrouw. En de vrouw wordt bekoord door de vorm van de man. Is toch ook zo? Als man zie je toch dat teken van aantrekkelijkheid in de vrouwelijk vormen. Niet alleen dat, je beleeft het ook als de realiteit, als de waarheid. Als 'zo is het'. "Het IS nou eenmaal aantrekkelijk". Dat is dan toch je belevingswereld? Nou ik weet wel uit ervaring dat die tekens je helemaal dol kunnen maken en kunnen verblinden

Boeddha leerde kennelijk dat de tekenmakers niet het externe object is noch de geest maar hebzucht, haat en begoocheling (MN43). Bijkomstige bezoedelingen in de geest (AN1.51)
Volgens mij is dat ook waar. Want ziet een dier de vrouwelijke vormen als aantrekkelijk? Een vlieg ziet wellicht een rottend lijk als aantrekkelijk, een kans zijn eieren te leggen en de maden smullen er van. Een lijk is de maden-hemel. Smullie. Maar wij walgen er van. Kortom perceptie. Het moet wel gewoon vanuit onze aanleg komen.
Perceptie kan ook heel snel omslaan.
Oh, oh, krachtig zijn tekens. De geportretteerde Boeddha leert dat de geest die achter die tekens aanrent die is ongetraind, ongedisciplineerd, begoocheld.
Dit is een onderwerp dat komt veel voor bij Boeddha's advies om de zintuigen te beteugelen. En niet constant ten prooi te vallen aan tekens en helemaal dol te worden.
Een manier om over Nibbana te praten is in termen van het tekenloze. De tekenmakers van hebzucht, haat en begoocheling zijn dan definitief en volledig verdwenen.
Men zegt wel dat een Boeddha of arahant de vrouwelijke vormen niet meer aantrekkelijk vindt. Maar ze hebben volgens mij nog wel een besef van schoonheid.
Dat je perceptie van iets of iemand erg kan veranderen is wel zeker voor mij. Ook dat dingen die je vroeger dol maakten dat later totaal niet meer doen. Veel dingen die je eerst letterlijk boeien, boeien later niet meer. Het is uitgewerkt. Perceptie allemaal heel betrekkelijk en ik heb er zeker vertrouwen in dat hebzucht, haat en begoocheling de teken-makers zijn en dat die tekens ook verdwijnen met het verdwijnen van hebzucht, haat en begoocheling.
Speciale ervaringenIn de Pali sutta's zie ik niet zo'n nadruk op speciale ervaringen maar meer op hoe de gewone geest omgaat met die tekens en indrukken. Het gaat meer om het gedrag.
Ervaringen kunnen volgens mij an sich niet bevrijden. Je moet altijd zaken met wijsheid bezien. Speciale ervaringen kunnen ook de indruk van een speciaal-Ik juist versterken of een uitverkoren Ik. Speciale ervaringen betekent niet perse dat de geest zuivert. Je eigenwaan kan zelfs groeien. In de Pali suttas wordt aandacht besteed aan dit soort Ego-bedwelming.
Het kan groeien op van alles. Op gedachten als...
wat ben ik toch moreel zuiver...wat heb ik toch een kennis en visie,...wat heb ik toch een meesterschap over de geest...wat heb ik toch speciale gaven...wat ben ik toch wijs...
Ik vind dit heel herkenbaar. Ik erken dit gevaar ook wel. Ik zie een Boeddha die dit alles niet zozeer veroordeelt, maar er voor waarschuwt. Dit gaat niet de goede kant op. Hij zegt als het ware, wees bewust van dit gevaar. Althans dat lees ik.
Verder speelt In de suttas het verschil tussen tijdelijke verwezenlijking, tijdelijke vrede, tijdelijk verdwijnen van de last, het tijdelijk afkoelen en het definitieve verdwijnen van de last. Dat laatste komt van de werkelijke verwijdering van hebzucht, haat en begoocheling. In tijdelijke verwezenlijkingen zijn die vaak ook alleen maar tijdelijk onderdrukt.
Speciale gavenZelfs speciale gaven wijzen niet op ontwaken, verlichting, zuivering, realisatie in de zin van de Dhamma. Of je nou aura's ziet, telepathisch begaafd bent, een hele sterke intuitie hebt, mediamieke gaven hebt, dat soort dingen betekent niet dat je ontwaakt bent of verlicht. Devadatta was één van de begaafdste leerlingen in deze zin. Hij had allerlei wonderbaarlijke vermogens.
Maar zijn hart was niet gezuiverd. Hij wilde met de Boeddha concurreren en probeerde zelfs de Boeddha te belasteren. Hem misdaden in de schoenen te schuiven die de Boeddha nooit had gedaan. Het was Devadata zo naar het hoofd gestegen dat hij de leiding van de Sangha wilde overnemen. Hij vond dat hij de ware leider was. Er wordt gezegd dat ie aan zijn einde kwam doordat de Aarde hem verzwolg en hij werd geboren in de hel.
Ik heb ook wel eens een lezing bijgewoond van een Tibetaanse lama. Er was een vrouw die vertelde dat ze bepaalde geneeskrachtige gaven had, en een speciale connectie met de medicijn Boeddha, Boeddha Menla, die soms aan haar verscheen. Ze zag ook aura's. Ze vroeg aan de lama of dit tekenen waren van verlichting..."nee"... zei hij.
Ook opmerkelijk vind ik Boeddha ideeen over wonderen. Hij kon allerlei wonderen verrichten maar wat hij zelf het grootste wonder vond, was het wonder van instructie. Dat hij mensen instructies gaf, die ze vervolgens in de praktijk brachten, en zo de vruchten van realisatie gingen proeven. De Boeddha was volgens de overlevering ook geen echte voorstander van het vertonen van wonderen om indruk te maken op mensen en/of om vertrouwen in hem te laten opwekken.
Ik geloof hier allemaal wel in. Ik ben bij een aurareader geweest en zij heeft zeker intuitieve gaven maar in gesprek met haar zei ze ook dat ze dolgraag die Russen een kopje kleiner wilde maken. Haar hart zit kennelijk vol gewelddadige ideeen en neigingen. Eigenlijk leert de Pali Boeddha dat bevrijding altijd over dat soort dingen gaat. Een open en liefdevol hart vrij van smetten, van corruptie, van obsessie, van waanzin, van eigenwaan. Speciale gaven kunnen zich gaan voordoen maar een doel an sich zijn ze zeker niet noch een teken van bevrijding.
Ik heb er wel een zwak voor speciale gaven. Ik had wel graag Francois gekend. Kan me goed voorstellen dat je aan hem een goede gids en vriend had. Inspirerende ontmoetingen waarschijnlijk ook. Alleen al iemand tegenkomen die zo spiritueel is ingesteld is een zegen, vind ik.
Nadruk op speciale ervaringenIk ben niet zo'n fan van de nadruk op speciale ervaringen. Omdat ik dit al snel associeer met eigenwaan. Ik houd me ook aan het soort ontwaken wat in de Pali suttas wordt beschreven en dat is vooral ook een vrucht. Niet een incidentele ervaring van dit of dat, maar vooral het definitieve en volledige einde van alle afkeer, voorkeur, haat, jaloezie, vijandigheid, agressie, eigenwaan, zintuiglijke verlangens, lusten, driften, etc in jezelf.
Er zijn zat mensen die vinden dat dit niks met bevrijding te maken heeft, of een diep misverstand toont over de ware aard van bevrijding. Oke. Ik geloof zelf niet in een bevrijding waarbij je een gewoon mens blijft die nog altijd hatelijk kan worden, angstig, jaloers, vijandig gedrag vertoont, vol eigenwaan zit, instinctief Ik en mijn maken vertoont etc. Ik zie dit als een teken dat iemand de lessen niet werkelijk waargemaakt heeft en geïntegreerd in diens leven.