Het lijkt op elkaar, als ik het zo lees.
Opvallend is wel, vind ik, dat niemand het heeft over begeerte of hartstocht als oorzaak van lijden, terwijl de Pali dit wel leerde als de oorzaak van lijden:
“
Now this, bhikkhus, is the noble truth of the origin of suffering: it is this craving which leads to renewed existence, accompanied by delight and lust, seeking delight here and there; that is, craving for sensual pleasures, craving for existence, craving for extermination. (SN56.11)
Je kunt immers wel dit of dat denken te weten, dit of dat gezien hebben of ontdekt, en er kan wel dit of dat verschoven zijn, maar is het nou zo dat je dan echt ook niet meer verblind kan raken, in het moment, door hartstochten? De Pali suttas leren het zo dat zolang dit kan gebeuren, en gebeurt, moet je ook niet van jezelf denken dat begoocheling werkelijk verdwenen is. En van bevrijding is dan ook geen sprake.
"
Him I call deluded, Aggivessana, who has not abandoned the taints that defile, bring renewal of being, give trouble, ripen in suffering, and lead to future birth, ageing, and death; for it is
with the non-abandoning of the taints that one is deluded. Him I call undeluded who has abandoned the taints that defile, bring renewal of being, give trouble, ripen in suffering, and lead to
future birth, ageing, and death; for it is with the abandoning of the taints that one is undeluded. The Tathagata, Aggivessana, has abandoned the taints that defile, bring renewal of being,
give trouble, ripen in suffering, and lead to future birth, ageing, and death; he has cut them off at the root, made them like a palm stump, done away with them so that they are no longer
subject to future arising. Just as a palm tree whose crown is cut off is incapable of further growth, so too, the Tathagata has abandoned the taints that defile...done away with them so that
they are no longer subject to future arising." (MN36)
Het wordt in de Pali suttas niet zo beschreven dat als je maar dit of dat hebt gezien, ontdekt, of als je maar die en die kennis hebt, dat je dan niet meer begoocheld kan raken. Dit komt omdat er vaak nog wel degelijk diepere driften heersen, neigingen, die je alsnog kunnen verblinden en je gedrag gaan beheersen in het moment.
Zolang je niet echt uit die greep bent, ben je ook niet echt uit de greep van onwetendheid.
Eén soort ervaring, 1 ontdekking, 1 incident, dat leidt volgens mij zelden tot nooit meteen tot het einde van driften en de mogelijkheid om alsnog verblind en begoocheld gedrag te vertonen in denken, spreken en doen en laten. Maar de Pali Boeddha of suttas laat nooit los dat ware kennis en visie, waarachtig inzicht, wijsheid, je ook veredelt. Het zuivert het hart van alle corrupties.
Gebeurt dit niet dan is sowieso niet sprake van wijsheid. Ik hou hier van. Want het gaat ergens om.
De algemene lijn in al jouw teksten @ervaringsgetuige is dat het draait om kennis en visie. Als je maar het ware zelf kent, het Ene, de staat waarin geen afgescheidenheid is,
dan is het doel gerealiseerd. Dit is beslist niet wat de Pali suttas leren, in ieder geval. Alles moet altijd met wijsheid worden gezien en gehanteerd anders leidt het alleen maar tot meer begoocheling en je kunt wel een onedel mens worden zelfs zo.
De suttas die onwetendheid beschrijven gaan vrijwel allemaal over
het geconditioneerde niet op de juiste manier kennen. Of dat nu het materiele is of opkomende gevoelens of verlangens of emoties of gedachten, neigingen, bepaalde verstilde staten etc.
https://www.boeddhaforum.nl/index.php?topic=2566.msg19282#msg19282Dit alles niet echt kennen als van nature: komend en gaand van karakter, vergankelijk, instabiel, anders wordend (anicca), als onbetrouwbaar, als iets wat geen toevlucht kan zijn, als onbevredigend, als lijden (dukkha) en als niet-zelf, als leeg, niet substantieel, niet opzichzelf bestaand (anatta) is begoocheling, onwetendheid. En dit is actief in het moment.
Want onwetendheid is in de Pali suttas niet alleen maar een gebrek aan ware kennis, maar het is vooral ook een neiging (avijja anusaya). En als neiging is het echt niet zomaar even weg.
Je kunt nog zoveel gezien/ontdekt hebben maar dit betekent zelden tot nooit dat alle oude neigingen meteen uitgeput zijn of weg of geen macht meer over je hebben.
In het moment overvalt ons immers de perceptie van 'dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf' heel snel bij wat wordt ervaren. Je hoeft maar ergens een pijntje te voelen, eigenlijk, en de geest is al weer compleet begoocheld. En ook de perceptie dat iets wat via de zintuigen ervaren wordt (ook het 6e zintuig) gelukzalig is en gelukmakend etc. overvalt je heel snel.
Maar eigenlijk gaat dus begoocheling en onwetendheid vooral dus over het niet op een wijsgerige manier omgaan met wat iedereen
direct kan ervaren. Ik vind het zelf niet zo duidelijk worden in de suttas dat je hierbij echt
eerst directe kennis moet hebben van absolute leegte, het ware zelf, het doodloze, de totale egoloosheid, het Ene etc.
Eigenlijk beschrijven de Pali suttas vooral gevoel voor vergankelijkheid, het niet duurzame karakter van alles wat via de 6 zintuigen wordt ervaren en op gang komt, als wijsgerige toegang tot het Pad (dhammanusarin en sadhanusarin). Ik denk dat vooral het later boeddhisme zich veel meer richt op egoloosheid als de natuur van geest en ook ego perceptie behandelt als oorzaak van lijden.
Ego perceptie wordt binnen de Pali suttas volgens mij gezien als een vertekende perceptie. De vertekening komt door hartstocht, want dat verblindt tijdelijk en zet een proces van spiegelen in gang. Er wordt gespiegeld aan waarnemingen en gevoelens in termen van dit ben Ik, dit is van mij, dit is mij zelf'. Niet een ego beslist dit want ook dit gaat niet uit van een Ik of zelf.
Voordat je het goed en wel weet, verhoudt je je al tot gevoelens en waarneming in de zin van 'dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf'. En ALS er eenmaal die verhouding is tot gevoelens en waarnemingen in termen van 'dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf', dan werkt dat voedend of versterkend (upadana). Bijvoorbeeld, boosheid komt op, en als je die boosheid oppikt als 'dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf' dan krijgt het natuurlijk een
extra lading.
Maar volgens mij kun je niet zeggen dat de Ego-indruk die boosheid veroorzaakte. Daarom leerde de Pali Boeddha denk ik ego-perceptie ook niet als de oorzaak van lijden, als de 2e edele waarheid maar tanha. Steve vindt dit een kwestie van kip en ei maar ik neig van niet. Want als ego-perceptie werkelijk de oorzaak zou zijn van lijden, betekent bewusteloos sterven het einde van lijden en verder worden. Maar zoiets zou de Pali Boeddha volgens mij nooit goedkeuren. Ik geloof juist dat de hartstocht die de Boeddha leert als oorzaak van lijden, ook in bewusteloze toestanden niet verdwenen is. Ego perceptie is denk ik meer iets van het bewuste mentale leven maar hartstocht zit dieper volgens mij. En daarom wordt het ook onderwezen als 'de' oorzaak van lijden.
Maar natuurlijk bedoelt ook het mahayana dat ego-perceptie gewoon een vertekende perceptie is van de geest, van dat wat ervaart. Dat is geen Ik, geen entiteit, geen Zelf. Misleid zijn over de natuur van geest is iets wat in mahayana veel centraler staat dan in de Pali suttas maar ook daar is het te vinden. Maar in de Pali suttas is het accent toch vooral op het vertekend begrip van gevoelens, het materiele, de emoties of drijfveren, het bewustzijn, onderscheidende waarnemingen.
De bedoeling van de instructie om het geziene, gehoorde, gevoelde en gekende niet te zien als '
dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf' is volgens mij niet om een andersoortig zelf besef te ontwikkelen, maar om gevoelens en waarnemingen echt te kennen als alleen maar gevoelens en waarnemingen, zoals het is. Het zijn verschijnselen die komen en gaan. Zoals een spiegel het ook zou zien. Er kan zich van alles reflecteren in de spiegel, maar de spiegelbeelden worden niet gezien en beleefd als
dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf noch beleeft de spiegel
het vermogen tot spiegelen, het vermogen dat zaken zich kunnen voordoen in de spiegel, als zichzelf. Het grijpt nergens naar. Het is zonder grijpen.
De uitnodiging in de Pali suttas is volgens mij
niet om jezelf op te delen in een nep zelf en waarachtig zelf, noch in een tijdelijk en eeuwig zelf, een geboren en ongeboren zelf maar de uitnodiging van de Boeddha is volgens mij hiermee te breken en alles enkel te gaan zien voor wat het werkelijk is. Dan is een aangenaam gevoel enkel een aangenaam gevoel, een moment bewustzijn van een bepaalde geur/beeld etc is dan enkel een moment van bewustzijn, een neiging tot afkeer is een neiging tot afkeer, innerlijk licht is innerlijk licht, het element aarde is het element aarde, het tekenloze is het tekenloze, het verlangenloze is het verlangenloze, het lege is het lege etc.
Het is me weer wat he?