als ik je uiteenzetting over wijsheid hierboven samenvat
dan komt het eigenlijk neer op: gezond verstand...?
De twee personen (saddhanusarin en dhammanusarin) die op het pad zitten om de vrucht van stroom-intrede te gaan realiseren, worden niet beschreven als mensen met kennis van het Absolute, maar juist als mensen die vertrouwen en/of ontluikend inzicht hebben in het niet-duurzame karakter van alles wat in de 6 zintuiglijke domeinen van het oog, neus, mond, oor, en lichaam en geest-bewustzijn (mano-vinnana) speelt en van die domeinen zelf ook. Alles aan zintuiglijk contact, gevoelens, aan emoties dat op gang komt, aan Ik notie, aan waarnemingen, neigingen, gedachten, bewustzijn, whatever. Ik geloof dat bij stroom-intrede dit een niveau bereikt dat er geen ruimte meer is voor twijfels dat alles in de 6 zintuiglijke domeinen niet duurzaam is.
Maar hebben we niet allemaal ergens het gevoel dat er
wel degelijk iets duurzaams aanwezig is in al die belevingen gedurende een dag. Een constante?
Volgens mij wel.
De situatie lijkt: de Pali Canon leert dat het oog, het oor, de neus, de tong, het lichaam en de geest leeg is van een zelf, en iets wat een zelf toebehoort, leeg van iets wat eeuwig is en altijddurend.
En toch...dit is niet ons gevoel. Ons gevoel zegt dat er wel degelijk een constante is, iets duurzaams. En dat onderzoekend en dat gevoel als vertrekpunt nemend, ontwikkelen we gedachten als:
formaties zijn weliswaar niet duurzaam maar ik merk ook een mentale leegte op en die is er wel altijd...of...
formaties zijn weliswaar niet duurzaam, het vormloze is weliswaar niet duurzaam, maar heldere aanwezigheid is wel duurzaam. Of we ontwikkelen ideeen als..
.al het grijpare is niet duurzaam maar het ongrijpbare is duurzaam.
We zoeken als het ware constant naar iets in onze belevingswereld waar je
Bestaan (asmi mana) tegen kunt zeggen...of Zijn. Zo kan de belevingswereld worden ontleedt in het niet duurzame en duurzame.
Inmiddels geloof ik meer en meer dat de Boeddha leert...dit gaat niet werken en lukken. Wat we via de zintuigen kennen, of dat nu via het oog is, het oor, etc en de geest (het mentale zintuig) het is niet iets eeuwigs en altijddurends. Geen zintuig heeft ook ooit de werkelijkheid an sich tot object.
Ik heb er meer en meer vrede mee dat dit een mission impossible is ook.
Al merk je via de geest een leegte op, een mentale stilte, roersloosheid, ruimtelijkheid, openheid, wat je dan ook opmerkt en object kan zijn van bewustzijn, dat is niet duurzaam en niet de werkelijkheid an sich. Het is eigenlijk iets moois want nu kun je deze hele onderneming staken.
Wat drijft ons om het ultieme te zoeken in beleving dat zelf ontstaat en eindigt?
Klopt ons gevoel uberhaupt wel dat er iets duurzaams is in de beleving?
Hoe kun je nou via beleving dat zelf tijdelijk is, ooit experientele bevestiging krijgen van iets duurzaams?
Onmogelijk. Spirituele mensen verzinnen geweldige uitvluchten en verhalen maar het is onzin.
Leert Boeddha dan niks duurzaams, niks stabiel, niks wat niet desintegreert? Ik geloof van wel.
Maar dit is niet iets wat zintuiglijk valt te kennen. Het is niet die mentale stilte die we wel opmerken of die mentale leegte, of die mentale openheid.
Het is geen object van een zintuig.
Gaat het aan beleving vooraf? Dat is ook weer zoiets...
Ik denk dat de Boeddha het niet desintegrerende, de Waarheid, beschrijft als een dimensie, zie Udana8.1
Als je de beschrijving ziet dan wordt die niet gekend via de zes zintuigen en zes soorten vinnana. Dat kan niet lijkt me.