[/li]
[li]Acceptatie van 'Wat Is': Lijden ontstaat volgens deze visie wanneer we weerstand bieden aan 'wat is' en vasthouden aan het idee dat dingen anders 'moeten' zijn. Ware vrede komt voort uit de acceptatie dat alles zich ontvouwt zoals het bedoeld is. Dit leidt tot een bevrijding van schuldgevoel en schaamte.
Zeker, als je eenmaal zaken voelt, kiespijn, iets onaangenaams, dan helpt het niet er tegen te strijden. Dat voegt alleen maar lijden toe. In de sutta's wordt dit beschreven als geraakt zijn door een eerste pijl (pijn verbonden met het lichaam) die ook nog eens opgevolgd wordt door een tweede pijl (de mentale pijn van wanhoop er bij, angst, afkeer er van, ergernis, somber er van worden etc).
Boeddha leert de geest zo te trainen dat je in ieder geval niet getroffen wordt door de tweede pijl.
Begeerte als oorzaak van lijden wordt echter zo beschreven:
“
Now this, bhikkhus, is the noble truth of the origin of suffering: it is this craving which leads to renewed existence, accompanied by delight and lust, seeking delight here and there; that is, craving for sensual pleasures, craving for existence, craving for extermination. (SN56.11)
Dit zijn dus vormen van begeren die verbonden zijn met iets waarin je je verheugt, waar je naar uitkijkt. Tuurlijk is afkeer bij waar je mee te dealen hebt, alleen maar toevoeging van lijden, maar de werkelijke oorzaak dat lijden niet stopt is iets waar je juist naar uitkijkt, wilt dat gebeurt.
Waarom eigenlijk? De drie soorten begeerten die worden genoemd als de oorzaak van lijden kun je
volgens mij zo zien dat ze een soort voorwaarts momentum plaatsen in het onderbewuste, een potentieel tot worden. En/of dat potentieel dat al aanwezig is, versterken. Als je dat sterk maakt dan krijgt dit zijn eigen vaart en dynamiek. Dat is eigenlijk de onrust die we ervaren in onszelf. Het onvermogen om eens niks te doen en nergens op gericht te zijn.
Als je gericht bent om straks iets lekkers te proeven, iets moois te zien of horen etc. en je verheugt je er al in, en je geest is er op gericht, maakt plannen etc. dan ben je het potentieel tot worden aan voeden. Je voedt de vaart in jezelf zeg maar. Het voorwaartse momentum. Bij de dood zorgt dit volgens mij voor wedergeboorte (zie tweede edele waarheid hier boven).
Onwetendheid is dit allemaal niet zien. Bijvoorbeeld het idee dat er niks mis is met zintuiglijk verlangen, dat het maar iets onschuldigs is, iets wat alleen zelf-folteraars en zuurpruimen en negatieve mensen afwijzen. Ik heb nooit het gevoel dat de Boeddha daarom zaken leert als onheilzaam. Hij was geen dominee die de les komt leren over wat goed en kwaad is.
Hij komt leren hoe zaken werken. dan kan iedereen dat voor zichzelf onderzoeken en zijn eigen geest opmaken.
Zo zie ik de Boeddha althans. Mijn-Boeddha

Bevrijding van schaamte is op geen enkele manier gunstig in Boeddhisme, ja, of je moet helemaal foutloos zijn want dan heb je ook geen reden meer om je ergens over te schamen. Maar schaamte over immorele daden is een goede zaak volgens de Pali Boeddha. Spijt werkt zuiverend. We moeten wel iets van een geweten hebben ook. Leert Balsekar dat ook?
Schaamte gaat niet over hoe slecht je als Ik ben maar schaamte gaat over weten dat je iets wel beter had kunnen doen.
Schuldgevoel zie ik als heel ondermijnend. Het maakt je echt kapot. Een ernstig gif omdat het niet meer over daden gaat maar je eigen slechtheid, verdorvenheid. Schaamte doet je niet kwaad maar schuld gevoel wel. Ook anderen een schuldgevoel aanpraten werkt verwoestend door op anderen.