Ik ben geen leraar Bodhiboom of een edele, maar wat ik er van begrepen is het volgende: als je zo oefent dat de upadana stap niet meer plaatsvindt, dus je voedt niet meer je asava's, kilesa's en anusaya, je volgt ze niet, je maakt ze niet meer eigen, dan put hun potentieel wat bij jou aanwezig is, uit. En als hun potentieel verzwakt, uitput of opdroogt, dan verandert dus je aanleg. Als je anusaya en asava's veranderen, dan verandert ook de tanha-stap. Zie je?
Iets wat bijvoorbeeld vroeger opwinding bij je zou veroorzaken, omdat je er zo naar uitkeek, veroorzaakt dan helemaal geen opwinding meer. Iets waarvan je eerst agressief zou worden, maakt je dan niet meer agressief. De hebzucht die je eerder voelde bij een Porsche, blijft uit. Etc.
Dus, indirect oefen je via inzicht-meditatie invloed uit op je aanleg en daarmee op de tanha stap.
Zo heb ik het tenminste begrepen, en wat bepaalde neigingen aangaat, kan ik dit inmiddels wel uit ervaring bevestigen.
Wat gevoelens aangaat, hierover heb ik van Lal geleerd (sorry dat ik dat er steeds bij zet maar ik vind dat ere wie ere toekomt):
Gevoelens (vedana) ontstaan op twee manieren:
1. met zintuiglijk contact als voorwaarde ontstaan gevoelens, aangename, onaangename en neutrale. Dit soort gevoel is bij elke waarneming aanwezig. Voelen en gewaarworden is niet te scheiden. Elk moment vinnana gaat altijd gepaard met vedana, met een gevoelscomponent, een affectieve kant.
Dit is zo bij verlichten en onverlichten. Dus ook als een arahant iets eet, of een Boeddha, proeft ie bepaalde smaken. De ene smaak gaat misschien gepaard met aangename gevoelens en de andere met onaangename en weer andere met neutrale gevoelens. Dit is niet een kwestie van emotie maar inherent aan gewaarworden.
Bedorven voedsel zal gepaard gaan met een onaangename smaak. Het zou bizar zijn als de vrucht van beoefening is dat je opeens niet meer bedorven van onbedorven voedsel kan onderscheiden, of comfortabele zitplaats of bed en een niet comfortabele, of een vieze geur en een heerlijke geur. Dat soort dingen schijnt niet verloren te gaan want het hoort bij het gewaarworden-als-mens.
2. samphassa je vedana...dit zijn door de geest gemaakt gevoelens. Stel dat de zaken niet gaan zoals je wilt, dan wordt je geest donker, bozig, misschien somber, de smoor in. Die stemming gaat ook gepaard met bepaalde gevoelens. Domanassa heten die in dit geval. Of stel je voor dat je je moeder ziet en een warm en sympathiek gevoel krijgt, dan zijn dat ook gevoelens, somannasa in dit geval. Dit is gebaseerd op sympathieën en antipathieën, aantrekken en afstoten. Dit mechanisme schijnt afwezig te zijn bij een Boeddha en arahant. Dus dit soort gevoelens ontstaan dus niet meer bij volledige verlichting, maar de eerste soort gevoelens nog wel.
Op je vraag, zou ik dit willen?
Ik ben vooral geïnteresseerd in wijsheid. Het is niet zo dat ik perse menselijk moet blijven, als menselijk-zijn betekent: altijd maar angstig, onzeker, kleingeestig, hunkerend naar houvast, neurotisch, bang voor dit en dat, kwetsbaar, bang om te leven, te sterven, bang voor het onbekende, als een automaat beheerst door conditioneringen, dan weer vol levenslust, dan weer vol doodsdrift, sympathie voor de ene, antipathie voor de ander, vol eigenwaan, verdoofd door roes, zwak, een baasje, lijdend aan het leven, altijd maar zoekend zijn, zonder gevoel voor het wonder, nooit tevreden, overhoop met jezelf, anderen en de wereld. Ik ben romantiek ook beu. De romantiek van het mens-zijn en diens noden en diens lijden. De romanticus koester ik ook niet meer. De gekweldheid van de kunstenaar ook niet. Al die obsessie, al die waan. Vermoeiend gedoe om niks. Ik ga het allemaal niet meer ophemelen.
Soms gaat onthechting me echter wel heel ver ook. Het is allemaal niet misselijk.