Dorje, wat betekent het volgens jou dat je direct ziet dat verschijnselen dukkha zijn?
Dat alles wat verschijnt nooit werkelijk bevredigend is. Dat het maar iets is dat komt en gaat en geen essentie heeft om aan vast te grijpen.
Zie jij bijvoorbeeld een aangename sensatie als dukkha?
Wat ik zie is beredeneerd, en vanuit beredeneren kan ik aangename sensaties als nooit echt bevredigend zien, maar zoals je zelf wel gemerkt zal hebben, raak je niet zo ver met dit beredeneerd zien, integendeel, zoals sommigen hier op merken, maakt het juist dat je deze sensaties dan soms denkt te moeten verwerpen, en dit verwerpen kost veel energie, en maakt je daarom niet gelukkiger. Dan zit je in een strijd, een strijd die het soms waard is te strijden als de aantrekking van die aangename senaties je vaker meer in de problemen helpen dan er uit. Maar deze strijd gaat jou nooit helemaal bevrijden. Deze strijd kan jou wereldlijk een betere stabiliteit geven. Dat is het wereldlijke pad. Zinvol, tot op zeker hoogte, maar ultiem niet bevrijdend. Hoe kan strijd ooit bevrijden?
Wat ik soms "direct" zie is dat niets wat verschijnt, zij het aangenaam, onaangenaam of neutraal, echt werkelijk bevrediging kan geven. En dat geeft een heel andere relatie met die opkomende sensatie, geen relatie van strijd meer, maar een relatie van helderheid waarbij het trekken én afstoten vanzelf wegvalt, waardoor er zonder iets te moeten onderdrukken, zonder iets te moeten beredeneren en zonder met iets in strijd te moeten gaat, een veel bevrijdendere reactie op kan ontstaan.
En wat die reactie dan is, daar is geen norm voor: voor de één zal het de sensatie uit de weg gaan zijn, voor de ander niet uit de weg gaan, noch wel uit de weg gaan, en voor weer een ander de senatie gewoon zich laten ontplooien, zolang het maar als resultaat heeft dat er geen hechting aan of afstoting tegen ontstaat, want dat is gezien als zinloos.
Kan het zien van verschijnselen, die komen en gaan, zonder geheugenfunctie? Zonder de factor tijd?
Dit "zien" mag je niet te letterlijk nemen. Het is geen zien met de zintuigen, het woord zien is beter passend dan beredeneren, omdat het niet via het opdelende denken gaat, maar ons gewone zien met de ogen komt ook tot ons via het opdelende denken, dus is het nog steeds een misleidende beschrijving, van daar het belang van het woordje "direct". Het "direct zien van verschijnselen" slaat OOK op het zien van het zien met de ogen, en ook op het zien van het denken, het slaat echt op het zien van alles wat opkomt en weer verdwijnt, inclusief geheugen en tijd. In het zien zelf is er geen geheugen, en zelfs geen tijd, daarom is een fractie van een seconde ervan genoeg om even uit de gevangenis van normale geconditioneerde perceptie te vallen, waardoor de normale neigingen die hier normaal op volgen "kunnen" doorbroken worden (zonder strijd, in helderheid/wijsheid).
stel dat je vijandigheid in jezelf ziet opkomen, dan heeft de geest dat onderscheiden, benoemt, herkent. Is dat direct zien?
Neen, dat is geen direct zien, omdat het via de omweg van de geest gaat, de geest onderscheidt, deelt op, benoemt, herkent, vergelijkt (met zaken uit het geheugen) oordeelt en gaat aantrekken en afstoten. Het directe zien is "direct", zonder omweg van de opdelende geest, het is dat wat geest ziet opkomen, geest ziet onderscheiden, geest ziet benoemen en herkennen, maar wat er zelf vrij van is. Het zien is maar een direct zien als er geen oordeel mee opkomt, geen verhaal, of … dat, als er oordeel en verhaal opkomt, dat dit ook ziet opkomen. Eigenlijk ziet direct zien geen "vijandigheid" opkomen, dat wat "vijandigheid" ziet opkomen is al een oordeel, het oordeel "dat is niet goed, of dat is juist verantwoord, want die heeft mij pijn gedaan, of …" er is al een verhaal. Dit met het verhaal zien, onrechtstreeks, kan aanleiding geven tot het oordelen dat het niet zo hoort en dus een beweging om het weg te drukken. Dit alles is beredeneerd, het werkt maar tot op zekere hoogte, of soms niet, of soms zelfs tegenovergesteld, zoals we allemaal al hebben kunnen vaststellen. Dit alles heeft niets met direct zien te maken.
Direct zien is eerder als in de achtergrond blijven waarin dat gevoel "vijandigheid" opkomt, en daarop het onderscheiden met "vriendelijkheid" opkomt, en daarop het oordeel en daarop de beredenering en daarop de actie, bijvoorbeeld onderdrukken. Dit laatste is zeer nuttig en vervalt niet, het onderscheidend vermogen van wat goed en slecht is, vervalt niet, maar is gewoon niet aanwezig in het direct zien zelf. Het direct zien, ziet dit alles opkomen, zonder onderhevig te zijn aan dit alles, vandaar dat oordelen en dergelijke ook gezien worden en niet zomaar gevolgd.
En het is het zien opkomen van dat alles (dus niet het oordeel dat er op gevormd wordt) dat de beweging van aantrekking of afstoting doorbreekt. Het doorbreekt de beweging tout court (er is hier geen oordeel, categorisering, onderscheiding, opdeling in goed of kwaad voor nodig), in plaats van een tegenbeweging in te zetten (verwerpen waar je naar verlangt, onderdrukken wat slecht voor jou of voor anderen is).
Als aantrekking (aantrekking van die aangename sensatie bijvoorbeeld) en afstoten (niet willen hebben dat die vijandigheid opkomt bijvoorbeeld, het willen onderdrukken ervan) niet meer plaats vindt, dan is de cirkel van lijden op dat moment, het moment van het zien, het moment dat het dhamma oog even open staat, even doorbroken, en dat is voldoende om, als de achtergrond even later weer op de achtergrond verdwijnt en oordelen, onderscheiden en beredeneren weer op de voorgrond komen (het normale functioneren dus), dit toch nog vanuit een helder perspectief te kunnen aanschouwen. De reactie die er dan op ontstaat gaat veel meer vanuit die helderheid zijn (het in wijsheid gezien hebben zoals het werkelijk is), dan vanuit een trekken en afstoten, het zal ook niet meer gedreven zijn vanuit het niet willen van dat die vijandigheid opkomt en dus ook niet vanuit het onderdrukken ervan, maar omdat er geen aantrek aan is, en geen afstoting van is, omdat het gezien is (in wijsheid) zoals het werkelijk is, doet het wat alles doet als je het ongemoeid laat: verdwijnen, oplossen.
Dat bedoel ik met direct zien, en hoe het anders is dan beredeneren dat die vijandigheid beter niet opkomt en het dan gaan bestrijden met alle middelen, wat veel moeite kost en waar je niet altijd in zal slagen.
En ik bedoel ook niet dat dit direct zien, eens ontdekt, zich maar vanzelf gaat voordoen op elk moment, neen, zoals je aangeeft, is dat iets dat moet groeien, met vallen en opstaan, in begin vaak maar in kleine, onbenullige momentjes, maar door het vertrouwen dat je krijgt in die kleine, onbenullige momentjes, kan het zich ook vaker en gemakkelijker gaan voordoen in steeds meer en steeds complexere situaties. Er is wel een alertheid voor nodig, een alertheid om even in die achtergrond te blijven vertoeven en niet direct op te gaan in wat er zich in voordoet. En daarvoor moet je eerst die achtergrond ontdekt hebben (het openen van het dhamma oog), en dan moet die alertheid ontwikkeld worden, opdat op momenten dat zaken zich voordoen, dat dhamma oog niet al te snel weer uit het oog verloren wordt (en dus weer sluit).
En als dat begint te lukken, pas dan kan je, bewust, ook zaken (zoals neigingen en dergelijke) laten opkomen op momenten dat ze niet vanzelf opkomen, om ze dan in die helderheid (in wijsheid) te zien opkomen en te zien uitdoven, op die manier kan je diepgewortelde neigingen gericht gaan uitzuiveren, en pas als al die neigingen zodanig uitgezuiverd zijn, dat ze niet meer kunnen opkomen en dus die alertheid niet meer nodig is (alertheid is ook maar iets dat komt en gaat, geconditioneerd is, en dus niet iets waar je altijd volledig op kan vertrouwen), dat je pas kan spreken van een totale bevrijding. Het is dus niet dat iemand waar het dhamma oog geopend is, of die zijn ware natuur ontdekt heeft, of ongeboren gewaarzijn (het niet-geboren, niet geconditioneerde, niet oordelende, niet opdelende, niet samengestelde directe zien) ontdekt heeft, dat daarvoor de kous af is, neen, zo iemand kan nog even verkeerd gaan als jij en ik. Er blijft werk aan de winkel, en wel, die alerterheid ontwikkelen, waardoor zaken die opkomen ook daadwerkelijk van daaruit gezien worden, waardoor je er los van kan komen, en zaken die niet spontaan opkomen als die alertheid er is, maar jou zouden kunnen verrassen op momenten dat het erg moeilijk is je alertheid aan te houden (denk maar op het moment van het sterven) uit te zuiveren, zodat ze jou niet meer op een onbewaakt moment (bijvoorbeed op het moment van het sterven) beet kunnen nenem. Pas dan is gedaan wat er gedaan moet worden.
Daarom is direct zien geen eindpunt, maar eerder een nieuw begin. Een nieuwe mogelijkheid die je krijgt om directer en bovenwereldser (verder gaand dan die stabiliteit verwerven in dit leven of voor een volgende leven) de oorzaken van lijden aan te pakken.