De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 2Het ontwikkelen en cultiveren van de Brahma vihara’sDit betreft de ontwikkeling en cultivatie van metta, karuna, mudita en upekkha. Dit wordt vaak vertaald als, respectievelijk, liefdevolle vriendelijkheid, mededogen, meelevende vreugde en gelijkmoedigheid. Het wordt ook wel de bevrijding van het hart genoemd (DN13§79) of de onmetelijke bevrijding van de geest (MN43§31, SN41.7) of de rijkdom voor een monnik. (DN26§28)
Als je voor slechts gedurende een knip met je vingers liefdevolle vriendelijkheid nastreeft, wordt je een monnik genoemd die niet verstoken is van jhana, die handelt naar de onderrichtingen van de Leraar, die reageert op diens advies, en eet je niet voor niets de aalmoezen van het land op. (AN1.53) Dit geldt nog meer voor iemand die liefdevolle vriendelijkheid cultiveert. (AN1.54).
Door het ontwikkelen van de vier Brahma vihara’s kun je innerlijke vrede realiseren. (MN40§13)
-“Mededogend naar alle wezens, brengt de edele veel verdienste voort.” (AN8.1)
Het ontwikkelen van de vier Brahma vihara’s is heilzame activiteit die leidt tot een geboorte in het gezelschap van Brahma. (DN13§79, MN97§33-35, MN99§24-27, AN4.125)
Dit betreft dus een geboorte in de rupa loka, de fijnstoffelijke wereld, waar wezens niet de nadelen ondervinden van een grofstoffelijk lichaam, zoals wij dat als mens hebben.
Als liefdevolle vriendelijkheid (metta) heel goed ontwikkeld is, is afstand gedaan van kwade wil. Als mededogen (karuna) heel goed ontwikkeld is, is afstand gedaan van wreedheid. Als meelevende vreugde (mudita) heel goed ontwikkeld is, is afstand gedaan van ontevredenheid. Als gelijkmoedigheid (upekkha) heel goed ontwikkeld is, is afstand gedaan van iedere afkeer. MN(62§18-21)
Dit betekent ook dat als er bijvoorbeeld nog kwade wil in je opkomt, dan is metta nog niet sterk ontwikkeld. Hetzelfde is van toepassing op de andere Brahma vihara’s. (DN33§2.2(17), AN6.13)
(Voor de volledigheid: als men de meditatie op afzichtelijkheid sterk heeft ontwikkeld, is afstand gedaan van wellust. De perceptie van vergankelijkheid, doet afstand van de eigenwaan ‘Ik ben.’ (MN62§22-23)
Wanneer de bevrijding van geest door liefdevolle vriendelijkheid is ontwikkeld en gecultiveerd, tot voertuig gemaakt, en juist ondernomen, zijn acht voordelen te verwachten:
-Je slaapt goed; je wordt gelukkig wakker; je hebt geen slechte dromen; je bent geliefd bij mensen; je bent geliefd bij geesten; godheden beschermen je; vuur, vergif en wapens verwonden je niet; als je niet verder [in de Dhamma] doordringt, ga je verder naar de Brahma wereld. (AN8.1)
AN11.15 noemt ook nog: je geest wordt snel geconcentreerd; je gezichtsuitdrukking is sereen; je sterft niet verward. Dit zijn de in totaal elf voordelen van het stevig ontwikkelen van liefdevolle vriendelijkheid.
SN20.3 beschrijft hoe een familie met weinig mannen een gemakkelijk doelwit is voor rovers. Zo is iemand die niet liefdevolle vriendelijkheid heeft ontwikkeld en gecultiveerd, ook een makkelijk doelwit voor niet-menselijke wezens. Het is moeilijk voor niet-menselijke wezens om je aan te vallen als je liefdevolle vriendelijkheid hebt ontwikkeld en gecultiveerd.
Als liefdevolle vriendelijkheid echt heel stevig is gevestigd, kan een niet-menselijk wezen (kwaadaardige geest) je gewoonweg niet overheersen. (SN20.5)
Als iemand s’ ochtends, s’ middags en s’ avonds elke keer 100 pannen voedsel zou doneren, en een ander zou een geest van liefdevolle vriendelijkheid ontwikkelen voor de tijd die het kost om 1 keer aan een koeienuier te trekken, dan is dat laatste verdienstelijker. (SN20.4)
Je kunt jezelf beschermen door anderen te beschermen. Hoe? Door geduld, geweldloosheid, liefdevolle vriendelijkheid en sympathie. (SN47.19)
Brahma vihara’s en verschil tussen een leerling van de Boeddha en een wereldlingAls liefdevolle vriendelijkheid stevig ontwikkeld is, als je er vaak in verwijlt, en het niet verloren hebt wanneer je sterft, wordt je geboren in het gezelschap van de deva’s van Brahma’s gezelschap (een fijnstoffelijke sfeer). Wanneer de wereldling daar sterft, gaat ie naar de hel, het dierenrijk of de hongerige geesten. De leerling van de Boeddha blijft daar geheel zijn leven, en wanneer ie de gehele levensduur van deze deva-staat volbracht heeft, realiseert hij Nibbana in diezelfde staat van bestaan.
Als mededogen stevig ontwikkeld is, als je er vaak in verwijlt, en het niet verloren hebt wanneer je sterft, wordt je geboren in het gezelschap van de deva’s van stromende straling (
abhassara deva). Wanneer de wereldling daar sterft, gaat ie naar de hel, het dierenrijk of de hongerige geesten. De leerling van de Boeddha blijft daar geheel zijn leven, en wanneer ie de gehele levensduur van deze deva staat volbracht heeft, realiseert hij Nibbana in diezelfde staat van bestaan.
Als meelevende vreugde stevig ontwikkeld is, als je er vaak in verwijlt, en het niet verloren hebt wanneer je sterft, wordt je geboren in het gezelschap van de deva’s van glanzend glorie (
subhakinna deva). Wanneer de wereldling daar sterft, gaat ie naar de hel, het dierenrijk of de hongerige geesten. De leerling van de Boeddha blijft daar geheel zijn leven, en wanneer ie de gehele levensduur van deze deva-staat heeft volbracht, realiseert hij Nibbana in diezelfde staat van bestaan.
Als gelijkmoedigheid stevig ontwikkeld is, als je er vaak in verwijlt, en het niet verloren hebt wanneer je sterft, wordt je geboren in het gezelschap van de deva’s van grote vrucht (
vehapphala deva). Wanneer de wereldling daar sterft, gaat ie naar de hel, het dierenrijk of de hongerige geesten. De leerling van de Boeddha blijft daar geheel zijn leven, en wanneer ie de gehele levensduur van deze deva-staat heeft volbracht, realiseert hij Nibbana in diezelfde staat van bestaan. (AN4.125)
Dit snijdt trouwens een belangrijk thema aan. Een gewone wereldling, een persoon die geen enkele mentale keten verbroken heeft, die kan wel een hele fijne deva staat bereiken op basis van verdienste, maar daarna zie je (in deze sutta) dat ie terugkeert naar de lagere werelden.
Juist dat gebeurt niet meer bij de acht personen, beginnend bij de persoon die op het pad zit de vrucht van stroom-intrede te realiseren, de sotapanna-anugami. De geest is dan al zover gezuiverd dat definitief geen geboorte meer plaatsvindt in lagere rijken. Er is geen terugval meer. Als je dus sotapanna-anugami realiseert is enorm veel toekomstig lijden voorgoed geëlimineerd.
De Brahma vihara’s kunnen tot het niveau van jhana worden ontwikkeld, tot het niveau van rupavacara. Een niveau dat je als mens (mentaal) eigenlijk al in een fijnstoffelijke sfeer verkeert. Het grote voordeel hiervan is dat dit kamma, het kamma van de zintuiglijke sfeer (kamavacara) overtreft. Je kunt dus wel negatief kamma verzameld hebben, maar als dat wordt overtroffen door de kracht van het positieve kamma van de brahma vihara’s, gaat dat grovere kamma van de zintuiglijke sfeer niet rijpen. (MN99§24-27 en MN noot 915, zie ook SN42.8 en SN noot 346) Dus dit is heel verdienstelijk. Het positieve kamma van subtielere staten (rupa en arupa vacara) kan het kamma van grovere staten (kamavacara) overtreffen. Bevrijding realiseren betekent ook niet dat alle negatief karmische zaden moeten worden verwijderd.
Als je de vier Brahma vihara’s ontwikkelt en cultiveert, en in die staten wat voor verschijnsel er dan ook is betreffende rupa, vedana, sanna, sankhara en vinnana, beschouwt als vergankelijk, als lijden, als een ziekte, als een puist, als een pijl, als ellende, als een aandoening, al wezensvreemd, als desintegrerend, als leeg en niet-zelf, dan wordt je na de dood geboren in het gezelschap van de deva’s van de zuivere verblijven. (AN4.126) Deze deva staten zijn de vijf hoogste sferen van de rupa loka, de fijnstoffelijke sferen. De Brahma vihara’s ontwikkelen is dus verdienstelijk en in combinatie met inzicht-meditatie helemaal.
Hoewel het ontwikkelen van de vier Brahma vihara’s erg verdienstelijk is, zijn ook deze staten geconditioneerd en door wilsinspanning geproduceerd. Wat dan ook geconditioneerd is en met wilsinspanning voortgebracht is, dat is vergankelijk, dat zal eindigen. Als je hier stevig van doordrongen bent (standing upon that), ferm in bent, kan je ook de vernietiging van de asava’s realiseren. Maar als je niet de vernietiging van de asava’s realiseert, dan, vanwege dat verlangen naar de Dhamma, die verheugenis in de Dhamma, bij de vernietiging van de vijf lagere ketens, zul je iemand worden die spontaan wordt wedergeboren [in de zuivere verblijven] en daar het definitieve Nibbana realiseren zonder ooit weer uit die wereld terug te keren. (MN52§11, AN11.16).
De verdienste van het beoefenen van liefdevolle vriendelijkheid wordt ook besproken in AN7.62. De Boeddha beoefende het 7 jaren en als gevolg ervoer bij voor 7 eonen een aangenaam gevolg. Dit is hier na te lezen:
https://suttacentral.net/an7.62/en/sujatoKortom, het ontwikkelen en cultiveren van de vier Brahma vihara’s is zeer verdienstelijk en nog verdienstelijker als je beseft dat wat je daarin ervaart, en die staten zelf, voortgebracht zijn en dus ook weer eindigen.