Auteur Topic: De Drie Bases van Verdienste  (gelezen 2488 keer)

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
De Drie Bases van Verdienste
« Gepost op: 31-05-2019 16:56 »
De drie bases van verdienste

Algemeen

De teksten geven aan dat verdienste sowieso gunstig uitpakt, in dit en/of komende levens. De komende serie posten wil een licht werpen op wat volgens de sutta’s allemaal verdienstelijk is.

De teksten onderscheiden drie bases van verdienstelijke activiteit: 1. die van geven of vrijgevigheid (Pali: dana); 2. die van moraliteit of deugdzaam gedrag (sila) en 3. die van meditatie of meditatieve (of mentale) ontwikkeling (bhavana). (DN33§1.10(38), AN8.36, Iti§60) Alle drie dienen ontwikkeld te worden, in de praktijk gebracht, en verder gecultiveerd.

De teksten benoemen steeds dat het gaat om ontwikkelen en cultiveren. Dit is denk ik te vergelijken met telen. Je zaait eerst een zaadje, er ontwikkelt zich dan een klein plantje en vervolgens cultiveer je dat verder door het te bewateren, onkruid te wieden, te bemesten, aandacht te geven.

Over het belang van deze drie basis van verdienste onthult AN8.36 iets. Deze sutta beschrijft hoe het op een beperkte wijze beoefenen van vrijgevigheid en ethisch gedrag, en het niet beoefenen van meditatieve ontwikkeling, leidt tot weder geboorte als mens in ongunstige omstandigheden. Als iemand geven en  deugdzaam gedrag op een middelmatige manier heeft ontwikkeld, en zich niet bezighoudt met meditatieve ontwikkeling, wordt iemand weder geboren als mens in gunstige omstandigheden. Als iemand het geven en deugdzaam gedrag op een superieure manier heeft ontwikkeld, en zich niet bezig heeft gehouden met  meditatieve ontwikkeling, wordt iemand geboren in het gezelschap van de deva’s (geregeerd) door de vier grote koningen, of in het gezelschap van de Tavatimsa deva’s, waar Sakka regeert, of in het gezelschap van de Yama deva’s, of de Tushita deva’s, of de deva’s die zich verheugen in schepping of de deva’s die controleren wat door anderen geschapen is. Kortom, als men heel vrijgevig is geweest en heel deugdzaam heeft geleefd, maar zich niet bezig gehouden heeft met meditatieve ontwikkeling (bhavana), dan wordt men in de deva staten van de kama loka weder geboren.

Dit geeft aan dat vrijgevigheid en een deugdzaam leven op zichzelf niet bevrijdt van samsara, maar het leidt wel tot geboorte in fijne deva staten. De verdienste zal wel helpen (later) bevrijding te realiseren.

-“Ze prijzen aandachtigheid, de wijzen,
voor het verrichten van verdienstelijke daden.
Indien aandachtig, wijs,
Bereik je beide soorten voordeel:
Voordelen in dit leven,
En voordelen in komende levens.
Bij het doorbreken in je voordeel
Wordt je de verlichte genoemd,
Wijs”. (Iti§23)

-“Train in daden van verdienste
Die het voornaamste profijt van gelukzaligheid oplevert-
Ontwikkel vrijgevigheid,
Een leven in harmonie,
Een geest van goede wil.
Ontwikkel deze drie dingen
Die gelukzaligheid brengen,
De wijzen verschijnen opnieuw
In een wereld van gelukzaligheid
Zuiver”. (Iti§22, Iti60)

Door verdienstelijke activiteiten te verrichten, komen we, als het goed is, vanzelf op een punt dat we voorbij verdienste en onverdienste gaan (arahantschap).

Verdienste is iets wat niemand je kan afnemen. Verdienste kan niet door dieven gestolen worden. (SN1.52)

Wat kan men werkelijk diens eigendom noemen en neemt men mee wanneer men uit dit leven vertrekt, en achtervolgt je als een schaduw? Verdienste en onverdienste, oftewel, wat je gedaan hebt met lichaam, spraak en geest.  (SN3.4 en SN3.20)

Iemand die traag is om het goede te doen, van hem beleeft zijn geest vreugde in het kwade, zegt het onderricht. (Dhp116)
“Denk niet aldus lichtjes over het goede: 'Dit heeft geen gevolgen voor mij', want ook door het vallen van waterdruppels wordt een waterkan gevuld. De heilige vult zichzelf met het goede; hij verzamelt het beetje bij beetje”. (Dhp122)

“Het is een zegening als je vrienden hebt wanneer je in nood verkeert. Als je met weinig tevreden bent, is dat een zegening voor je. Als je verdienstelijke daden hebt verricht, is dat een zegening wanneer het einde van je leven nadert. Het achterlaten van al het lijden is een zegening”. (Dhp 331)

“Hier verheugt hij zich, hij verheugt zich hierna. In beide werelden verheugt de verdienste-maker zich. Hij verheugt zich, is opgetogen, terwijl hij de zuiverheid van zijn daden ziet.” (Dhp16)

-“Alle wezens zullen sterven,
Want het leven eindigt met de dood.
Ze gaan verder volgens hun daden,
De vruchten plukkend van hun verdiensten en slechte daden:
De kwaad-doener gaat naar de hel,
De verrichter van verdienste naar een gelukkig rijk.
Daarom zou men moeten doen wat goed is
Als een verzameling voor het toekomstig leven
Verdiensten zijn de ondersteuning van levende wezens
In de andere wereld.” (SN3.22*, verzen)

In de nu volgende posten wordt dus aan de hand van de teksten in de Sutta-Pitaka de drie bases van verdienste belicht:

-Vrijgevigheid (dana)
-Moraliteit of deugdzaamheid (sila)
-Meditatieve ontwikkeling (bhavana)

Het is op het forum (deels) al eens eerder aan bod geweest maar wat herhaling kan geen kwaad, lijkt me. De geraadpleegde teksten en gebruikte afkortingen volgen in de volgende post.

Siebe, juni 2019

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Drie Bases van Verdienste
« Reactie #1 Gepost op: 31-05-2019 17:01 »
Bronnen

Digha Nikaya: The Long Discourses of the Buddha, A translation of the Digha Nikaya by Maurice Walshe, 1996.
Majjhima Nikaya: The Middle Length Discourses of the Buddha, A new translation of the Majjhima Nikaya, original translation by Bhikkhu Nanamoli, translation edited and revised by Bhikkhu Bodhi, 1995.
Samyutta Nikaya: The Connected Discourses of the Buddha, A New Translation of the Samyutta Nikaya, Bhikkhu Bodhi, Volume I+II, 2000.
Anguttara Nikaya: The Numerical Discourses of the Buddha, A Translation of the Anguttara Nikaya by Bhikkhu Bodhi, 2012.
Dhammapada, A Translation, Ven. Thanissaro Bhikkhu, Buddha Dharma Education Association Inc, 1997; www.sleuteltotinzicht.nl
Udana: A Translation With an Introduction & Notes by Thanissaro Bhikkhu, 2012; Verses of uplift, in Minor Anthologies of the Pali Canon, volume II, F. L. Woodward, PTS, Bristol, 1935.
Itivuttaka: This was said by the Buddha, A Translation by Thanissaro Bhikkhu, revised edition 2013; As it was said, in Minor Anthologies of the Pali Canon, volume II,  F. L. Woodward, PTS, Bristol, 1935.
Sutta Nipata: The Sutta Nipata, A Collection of Discourses Being One of the Canonical Books of The Buddhist, Translated from Pali by V. Fausböll, Oxford, 1881.

Gebruikte afkortingen:

DN: Digha Nikaya        MN: Majjhima Nikaya     
SN: Samyutta Nikaya  AN: Anguttara Nikaya
Dhp: Dhammapada      Sn: Sutta Nipata
Iti: Itivutakka               Ud: Udana

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Eerste Basis van Verdienste, Vrijgevigheid, deel 1
« Reactie #2 Gepost op: 01-06-2019 17:05 »
De Eerste Basis van Verdienste

Vrijgevigheid (dana), deel 1


In Samyutta Nikaya 1, deva samyutta, wordt met name de verdienste van geven bezongen door de deva’s. Zij realiseren zich dat ze hun huidige welzijn te danken hebben aan hun vroegere vrijgevigheid. Dit geldt voor de deva staten van de kama-loka. Door vrijgevigheid kan een moreel persoon die gericht is op geboorte in die deva staten, die ook realiseren na de dood. (DN33§3.1)

-“Goed is geven, beste heer!
Door vrekkigheid en nalatigheid
Wordt een gift niet gegeven.
Iemand die weet, verdienste verlangend,
Dient zeker iets te geven.” (SN1.33)


-“Wat gevend verwerf je kracht”
Wat gevend, wordt je mooi?
Wat gevend, brengt je comfort
Wat gevend, geeft je zicht?
Wie is de gever van alles?
Dit gevraagd, leg dit aan mij uit.”

“Voedsel gevend, verwerf je kracht;
Kleding gevend wordt je mooi;
Een voertuig gevend, brengt je comfort;
Een lamp gevend, geeft je zicht.
Degene die onderdak geeft, is de gever van alles
Maar degene die de Dhamma onderwijst
Is de gever van het Doodloze”. (SN1.42)

Zelfs als je een vies bord in een beerput gooit met de wens dat levende wezens zich van de viezigheid mogen voeden, is dat verdienstelijk. (AN3.57)

-“Vrekken gaan niet naar de hemelse sferen, dwazen juichen grootmoedigheid nooit toe, maar iemand met wijsheid verheugt zich bij het geven en zal gelukkig zijn in toekomstige levens”. (Dhp177)

Volgens de overlevering onderwees de Boeddha niet dat alleen geven aan hem en zijn Sangha tot grote vrucht leidt en  niet aan andere Sangha’s. Maar een gift aan een deugdzaam persoon is vruchtbaarder dan aan een immoreel persoon. Vele teksten benadrukken dat het uitmaakt aan wie je iets geeft. Het wordt uitgebreid toegelicht in MN142§6-7. Dit deel heb ik hieronder vertaald:

-“Door het geven van een gift aan een dier, kan verwacht worden dat dit offer zichzelf honderd maal terugbetaald. Door het geven aan een immoreel persoon kan verwacht worden dat het offer zichzelf duizend maal terugbetaald (dus zelfs geven aan een immoreel persoon is verdienstelijk, Siebe). Door het geven van een gift aan een deugdzaam gewoon persoon kan verwacht worden dat de gift zichzelf honderdduizend keer terugbetaald. Door het geven aan iemand buiten de Sangha die vrij is van verlangens naar zintuiglijke genoegens, kan verwacht worden dat het offer zichzelf honderdduizend keer honderdduizend terugbetaald.
Door het geven van een gift aan iemand die het pad betreden heeft om de vrucht van stroom-intrede te realiseren, kan verwacht worden dat het offer zichzelf op ontelbare, onmetelijke wijze terugbetaald. Wat moet er dan nog gezegd worden over het geven van een gift aan een stroom-intreder? Wat dient gezegd te worden over een gift aan iemand die het pad betreden heeft om de vrucht van eenmaal terugkeren te realiseren?…over een eenmaal terugkeerder…over iemand die het pad betreden heeft van het realiseren van de vrucht van niet meer terugkeren…niet meer terugkeren…over iemand die het pad betreden heeft om de vrucht van arahantschap te realiseren…over een arahant…(dit zijn de acht personen, siebe) over een paccekaboeddha? Wat dient gezegd te worden over een gift aan de Tathagata en volledig verlichte?) (MN142§6-7)

De meest offer waardige persoon is degene die afstand heeft gedaan van de vijf mentale hindernissen en vijf kwaliteiten bezit, namelijk, deugdzaam gedrag, concentratie, wijsheid, bevrijding en kennis en visie van bevrijding van iemand die voorbij training is (oftewel een arahant en Boeddha) (AN3.57). Een gift aan de acht personen (de edele Sangha) is zeer verdienstelijk (AN8.60, SnII.1).

Dus de algemene lijn in de sutta’s is dat geven sowieso verdienstelijk is, zelfs aan een immoreel persoon, maar des te verdienstelijker naarmate de ontvanger zuiverder is. Geven aan een mens is ook verdienstelijker dan aan een dier.

-Onkruid is het verderf voor de velden; de gewone mens heeft hartstocht als zijn verderf. Vandaar dat offergaven aan hen die zonder hartstocht zijn, goede gevolgen voortbrengen. (Dhp356)
-Onkruid is het verderf voor de velden; de gewone mens heeft haat als zijn verderf. Vandaar dat offergaven aan hen die zonder haat zijn, goede gevolgen voortbrengen. (Dhp357)
-Onkruid is het verderf voor de velden; de gewone mens heeft onwetendheid als zijn verderf. Vandaar dat offergaven aan hen die zonder onwetendheid zijn, goede gevolgen voortbrengen. (Dhp358)
-Onkruid is het verderf voor de velden; de gewone mens heeft hebzucht als zijn verderf. Vandaar dat offergaven aan hen die zonder hebzucht zijn, goede gevolgen voortbrengen. (Dhp359)

Er zijn vijf giften op het juiste moment: aan een bezoeker, aan iemand die op reis gaat, aan een patiënt, gedurende een hongersnood en men geeft de eerste oogst aan de edelen. Dit draagt grote vrucht. (AN5.36)

Een gift tijdens een herdenkingsdienst van een overledene kan onder de juiste omstandigheden voor de overledene voordelig zijn. Het werkt niet als iemand door wandaden in de hel is beland of in het dierenrijk. Of als iemand door goede daden weer als mens of deva is weder geboren. Het werkt wel als iemand door wandaden is weder geboren als hongerige geest. Omdat samsara zo langdurig is, is er altijd wel een familielid geboren als hongerige geest.
Hoewel de overledenen dus soms niet kunnen profiteren van giften van achterblijvers, is het geven voor de gever wel sowieso niet vruchteloos. Zelfs al zou je als gever als een bepaald dier weder geboren worden, dan ervaar je als dier alsnog voordelen, bijvoorbeeld doordat je als dier in goede omstandigheden komt te leven door het geven.
Zo wordt duidelijk gemaakt met voorbeelden hoe geven voor jezelf sowieso voordelig is en in bepaalde omstandigheden ook voor overledenen. (zie AN10. 177)
« Laatst bewerkt op: 02-06-2019 20:07 door Sybe »

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Eerste Basis van Verdienste, Vrijgevigheid, deel 2
« Reactie #3 Gepost op: 02-06-2019 17:03 »
De Eerste Basis van Verdienste

Vrijgevigheid (dana), deel 2

Er worden vijf direct zichtbare gevolgen van geven genoemd: een gever is geliefd en dierbaar bij vele mensen; goede personen zoeken toevlucht bij een gulle gever. Hiermee wordt bedoeld dat edele personen zich eerder aangetrokken voelen tot iemand die gul is dan tot een vrek;  je krijgt door geven een goede reputatie; in elk gezelschap ben je vol zelfvertrouwen en kalm; na de dood volgt een goede bestemming. (AN5.34) AN5.35 noemt ook nog dat je niet tekortschiet in je plichten als leek.

De juiste praktijk van geven voor de leken is volgens de teksten trouwens het geven van gewaden, aalmoezen, onderkomen en medicijnen aan de monniken. Dit brengt bekendheid en de hemel. De leken dienen zo de monniken, verzamelen zo veel verdienste en na de dood gaan ze naar een hemelse staat.

De Sangha wordt in veel sutta’s beschreven als het ultieme veld van verdienste. Gewaden, aalmoezen, onderkomen en medicijnen worden ook de vier stromen van verdienste genoemd. (AN4.51, AN 4.60).
AN5.45 noemt dezelfde vier stromen maar voegt hier nog bed en stoel aan toe. Dit geven is dus gericht op het ondersteunen van de Sangha.

Een leken volgeling is volleerd in vrijgevigheid wanneer hij thuis verblijft met een geest vrij van de smet van vrekkigheid, vrijelijk vrijgevig, genereus, zich verheugend in loslaten, iemand toegewijd aan liefdadigheid, zich verheugend in geven en delen. (SN55.37, AN4.61).
Dit wordt ook gezien als een teken van vertrouwen en zekerheid. (AN3.42)

Als monniken aan huis komen voor aalmoezen kunnen de mensen op basis van vijf gronden veel verdienste voortbrengen: 1. Als ze vertrouwen in hen stellen, oefenen ze de weg die een geboorte in de hemel bevordert. 2. Als ze opstaan, eer betonen en een stoel aanbieden, oefent die familie de weg die geboorte in hoge families bevordert. 3. Wanneer ze zo de smet van vrekkigheid verwijderen, oefent die familie op dat moment een weg die grote invloed bevordert. 4. Als de familie overeenkomstig hun middelen met de monniken delen wat ze kunnen, oefenen ze op dat moment een weg die grote rijkdom bevordert. 5. Wanneer de families vragen stellen, de onderrichtingen onderzoeken, en luisteren naar de Dhamma, oefenen ze weg die bevordert dat grote wijsheid ontstaat. (AN5.199)

Bij geven spelen ook verschillende omstandigheden een rol, die weer een verschillend gevolg hebben. Zo is er een gift gegeven vanuit vertrouwen. Waar het gevolg van die gift dan ook rijpt, iemand is rijk, met grote rijkdom en veel bezit, is mooi, aantrekkelijkheid, sierlijk, een prachtig mooie teint bezittend.
Als je iets op respectvolle wijze geeft, zal het gevolg van die gift zijn dat iemand rijk wordt, met veel rijkdom en bezit, en zijn zonen en vrouwen, slaven en bedienden en werkers zijn gehoorzaam, en zijn begripvol.
Als men een gift op een gepast tijdstip geeft, waar dan ook het resultaat zal volgen, iemand zal rijk zijn, met grote rijkdom en bezit, en gepaste voordelen komen in overvloed.
Wanneer een gift zonder reserve wordt gedaan, waar het gevolg daarvan ook wordt voortgebracht, de gever wordt rijk, met grote rijkdom en bezit, en zijn geest neigt naar het genieten van de vijf soorten subtiele zintuiglijke genoegens.
Wanneer iemand een gift geeft zonder zich en anderen te verwonden, waar het gevolg van die gift ook plaatsvindt, hij zal rijk zijn, met grote rijkdom en bezit, en geen schade ontstaat aan diens bezit vanuit enige bron, ofwel van vuur, overstromingen, koningen, dieven, of ontevreden erfgenamen. (AN5.148)

Je ziet in de bovenstaande beschrijving dat geven sowieso leidt naar een leven in welvaart.
Ook MN135 beschrijft geven (aan asceten en brahmanen) als het Pad naar rijkdom.

Een daad van geven is succesvol als je voorafgaand aan het geven blij bent, tijdens het geven vol vertrouwen geeft, en na het geven opgetogen bent. (AN6.37)

Geven is dus verdienstelijk, en het is verdienstelijker naarmate de ontvanger zuiverder is. Het is ook verdienstelijker als het zonder verwachtingen wordt gedaan, met een niet beperkte geest, een geest niet op zoek naar beloningen. Verwachtingen zouden kunnen zijn dat je bijvoorbeeld iets geeft om een geboorte als deva te verkrijgen. Of je kan ook kunnen geven om in aanzien te stijgen. Je hebt dan ideeën over hoe je door te geven zelf beloond wordt.

Zonder verwachtingen iets geven, is trouwens niet hetzelfde als naief zijn, of onbewust van de waarde van geven. Het is wel nodig te weten dat geven iets goeds is, maar je hebt er geen zelfzuchtige gedachten bij over beloningen. Geven alsof geven niks voorstelt of niks goeds is, is niet echt verdienstelijk.

Het rijpend gevolg van een gift met en zonder verwachtingen is ook anders. Hoewel in beide gevallen geven leidt tot een deva staat, wordt je bij een gift met verwachtingen na de deva staat weer geboren als mens, en bij een gift zonder verwachtingen niet.  (AN7.52, zie ook AN5.147)

“Als wezens zouden weten
Wat de Grote Ziener zei,
Hoe het gevolg van iets delen
Zulke grote vrucht voorbrengt,
Dan, de smet van zelfzuchtigheid bedwingend,
Met geklaard bewustzijn,
Zouden ze op gepaste tijden geven
Aan de edelen
Waar een gift grote vrucht draagt.
Na voedsel gegeven te hebben
Als een offer
Aan diegene die offers waard zijn,
Gaan vele gevers
Wanneer ze hier heengaan
De menselijke staat
Naar de hemel.
Zij, na daar gegaan te zijn, de hemel
Verheugen zich
Genieten van zintuiglijk genoegens [deva staten van de kama-loka, Siebe].
Onzelfzuchtig, nemen ze deel aan het gevolg”. (Iti§26)

-“Door geven groeit verdienste, door zelfbeheersing wordt haat gecontroleerd.
Hij die bedreven is, doet afstand van slechte dingen.
Terwijl hebzucht, haat en begoocheling afnemen, wordt Nibbana gewonnen. (DN16§4.43)

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Eerste Basis van Verdienste, Vrijgevigheid, deel 3
« Reactie #4 Gepost op: 04-06-2019 12:17 »
De Eerste Basis van Verdienste

Vrijgevigheid (dana), deel 3

Stromen van verdienste

Zoals eerder gezegd wordt het geven door de leken van gewaden, aalmoezen, onderkomen en medicijnen aan de monniken, ook de vier stromen van verdienste genoemd.
Er worden in de teksten ook nog andere stromen van verdienste genoemd. Deze zal ik hier noemen:

Vier andere stromen van verdienste:
1. Onwankelbaar vertrouwen in de Boeddha aldus: ‘De Gezegende is een arahant, volmaakt verlicht, verwezenlijkt in ware kennis en gedrag, fortuinlijk, kenner van de wereld, leraar van deva’s en mensen, de Verlichte, de Gezegende.
2. Onwankelbaar vertrouwen in de Dhamma, aldus: ‘De Dhamma is goed uitgelegd door de Gezegende, op rechtstreekse wijze zichtbaar, ogenblikkelijk, je uitnodigend om te komen en zien, toepasbaar, op persoonlijke wijze te ervaren door de wijzen.’
3. Onwankelbaar vertrouwen in de Sangha, aldus: ‘De Sangha van de leerlingen van de Gezegende oefent op de goede manier, ze oefenen zoals het hoort, oefenen op de ware manier, oefenen op de juiste manier; dat is, de vier paren van personen, de acht soorten individuen- deze Sangha van de leerlingen van de Gezegende is giften waard, gastvrijheid waard, offers waard, eerbiedige verwelkoming waard, het onovertroffen veld van verdienste in de wereld.
4. Een edele leerling bezit het deugdzaam gedrag dat geliefd is bij de edelen, niet verbroken, foutloos, smetteloos, onbevlekt, bevrijdend, door de wijzen geprezen, niet gegrepen, leidend tot concentratie.  (AN4.52, SN55.31)

Wanneer iemand deze bovenstaande vier stromen van verdienste bezit, is de verdienste niet meer te meten zo groot. (SN55.41)

SN55.32 noemt dezelfde eerste drie stromen van verdienste en als vierde: …“met een geest verstoken van vrekkigheid, vrijgevig, genereus, zich verheugend in loslaten, iemand toegewijd aan liefdadigheid, zich verheugend in geven en delen. Wanneer iemand deze vier stromen van verdienste bezit is de verdienste niet meer te meten zo groot. (SN55.42)
SN55.33 noemt dezelfde eerste drie stromen van verdienste en als vierde: “een edele persoon is wijs, hij bezit de wijsheid gericht op ontstaan en verdwijnen, die edel is, doordringend, leidend tot de volledige vernietiging van lijden. Wanneer iemand deze vier stromen van verdienste bezit, is de verdienste niet meer te meten zo groot. (SN55.43)

Volgens mij wijzen al deze zaken er op dat iemand minimaal de vrucht van stroom-intrede heeft gerealiseerd.

Acht stromen van verdienste

AN8.39 somt acht stromen van verdienste op, van het heilzame, voedingen van geluk- hemels, rijpend in geluk, bevorderlijk voor de hemel- die leiden tot wat men wenst, verlangt, en aangenaam voor iemands welzijn en geluk, Welke? Toevlucht tot de Boeddha; toevlucht tot de Dhamma; toevlucht tot de Sangha; afstand doen van het vernietigen van leven brengt andere wezens vrijheid van angst, vrijheid van vijandigheid en leed; het niet nemen wat niet gegeven is…onthouden van seksueel wangedrag…onthouden van valse spraak…onthouden van sterke drank, wijn, bedwelmende middels, de basis voor onachtzaamheid…allemaal geven ze onmetelijke hoeveelheid wezens vrijheid van angst, vijandigheid en leed. (AN8.39)
Hier zijn dus de vijf voorschriften van een leken beoefenaar toegevoegd.

Kort samengevat: Geven is sowieso verdienstelijk.  Dit besluit de eerste basis van verdienste, vrijgevigheid (dana).

In de volgende post de tweede basis van verdienste, moraliteit of deugdzaam gedrag (sila).  

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Tweede Basis van Verdienste, Moraliteit, deel 1
« Reactie #5 Gepost op: 05-06-2019 11:21 »
De Tweede Basis van Verdienste

Moraliteit of deugdzaam gedrag (sila), deel 1

Je verzamelt veel verdienste door drie kwaliteiten. Welke? Lichamelijk goed gedrag, verbaal goed gedrag en mentaal goed gedrag. (AN3.9, AN3.150)
AN4.222 breidt dit nog uit met juiste visie en AN4.223 noemt dankbaarheid als vierde kwaliteit.
Dit wordt verder nog uitgebreid met...onberispelijk lichamelijke activiteit, onberispelijke verbale activiteit en onberispelijke mentale activiteit (AN3.151) en rechtvaardige lichamelijke activiteit, rechtvaardige verbale en mentale activiteit (AN3.152) en zuivere lichamelijk, verbaal en mentaal gedrag (AN3.153). In AN4.263 wordt dit ook nog aangevuld met onberispelijke visie.

Het bewust afzien van doden, het afzien van stelen, het afzien van seksueel wangedrag zijn de drie lichamelijk goede gedragingen. Het bewust afzien van liegen, tweedracht zaaien, grove taal en leeg gekletst zijn de vier goede verbale gedragingen. Het bewust afstand doen van hebzucht, het ontwikkelen van goede wil, en juiste visies is goed mentaal gedrag. (MN9§6) Dit worden ook wel de tien kusala kammapatha genoemd.

-“Bhikkhu’s, iemand die vier kwaliteiten bezit, komt in de hemel alsof ie daar gebracht is. Welke vier? Iemand ziet af van het vernietigen van leven; iemand moedigt anderen aan om ook af te zien van het vernietigen van leven; iemand keurt het afzien van het vernietigen van leven goed; en iemand prijst het afzien van het vernietigen van leven.
Hetzelfde wordt gezegd van: het bewust afzien van nemen van wat niet gegeven is, het bewust afzien van seksueel wangedrag, het afzien van op valse wijze spreken, het afzien van verdeeldheid zaaien, het afzien van grof spreken, het afzien van leeg geklets, het afzien van verlangen, het afzien van kwade wil en juiste verkeerde visies koesteren (AN4.265-273)

-“Ananda ik heb zeker verklaard dat daden van lichamelijk goed gedrag, verbaal goed gedrag en mentaal goed gedrag gedaan moeten worden want door zo te handelen, kan het volgende voordeel verwacht worden: je neemt jezelf niks kwalijk; de wijzen, na onderzoek, prijzen je; je verkrijgt een goede reputatie; je sterft niet verward; en na de dood wordt je wedergeboren in een goede bestemming, een hemelse wereld. (AN2.18, DN16§1.24)

Toen de Boeddha volgens de overlevering werd gevraagd hoe het toch komt dat we kunnen zien dat mensen onderling zo verschillen, antwoordde de Boeddha dat dit komt door hun verschil in acties of daden met het lichaam, spraak en geest (kamma).
Het afzien van doden, mededogen naar alle levende wezens, kan leiden tot een geboorte in een gelukkige bestemming, zelfs in de hemelse wereld. Mocht die persoon echter terugkomen als mens dan zal hij een lang leven hebben. Dus, het afzien van doden is de weg naar een lang leven.
Zo leidt het niet leed toebrengen aan wezens (geweldloosheid) ook tot een weder geboorte in een gelukkig bestemming, zelfs in een hemel. Mocht die persoon echter geboren worden als mens, dan zal ie gezond zijn. Dus afzien van geweld, er van afzien om wezens te schaden, is de weg naar gezondheid.
Als iemand niet snel neigt naar boosheid en vijandelijkheid kan ook geboorte in een hemel plaatsvinden. Mocht die persoon terugkomen als mens dan zal ie mooi zijn. Dus een niet opvliegend karakter is de weg naar schoonheid.
Als iemand niet jaloers is, kan ie geboren worden in een hemelse wereld. Mocht ie terugkomen als mens dan zal ie invloedrijk zijn. Dus gebrek aan jaloezie is de weg naar invloed.
Als iemand vrijgevig is, is ook een gelukkige bestemming te verwachting. Mocht die persoon echter als mens geboren worden, dan zal ie rijk zijn. Dus vrijgevigheid is de weg naar rijkdom.
Als iemand respect betoont aan mensen die dat waard zijn en niet koppig en arrogant is, dan is een gelukkige bestemming te verwachten op basis daarvan. Mocht die persoon als mens worden wedergeboren dan zal dat in hoge kringen zijn. Dus gepast respect is de weg naar hoge geboorte.
Als iemand wijzen raadpleegt en hen bevraagt wat heilzaam is en niet, wat leidt tot welzijn voor een lange tijd etc. dan, door het ondernemen van zulke activiteit, wordt die persoon weder geboren in een gelukkige bestemming, of, als ie als mens terugkomt, wordt ie wijs wedergeboren. Dus het bezoeken en beluisteren van de wijzen is de weg naar wijsheid.
Zo verklaart de Boeddha het verschil dat we zien tussen mensen door hun verschillende daden, hun kamma. (MN135)

Wat is de bedoeling en het voordeel van heilzaam deugdzaam gedrag? Geen berouw. Wat is de bedoeling en voordeel van geen berouw? Blijheid. Wat is de bedoeling en voordeel van blijheid…Opgetogenheid…Kalmte…Welbehagen…Concentratie…Kennis en zicht op de dingen zoals ze werkelijk zijn…ontgoocheling en hartstochtloosheid… Wat is de bedoeling en voordeel van ontgoocheling en harstochtloosheid?  De kennis en visie van bevrijding. (AN10. 1) Zo leidt deugdzaam gedrag op een voortschrijdende manier tot het voornaamste. (zie ook AN11.1). De basis is dus een schoon geweten. Door deugdzaam gedrag ontstaat er geen berouw.

-“Het is beter om geen kwade daad te begaan, want de kwade daad doet later pijn. Het is beter om een goede daad te begaan, want als een goede daad is begaan, krijgt men daar nooit berouw over”. (Dhp314)

Wat is verdienstelijk, onberispelijk, hoe verwondt en vermink je jezelf niet? Door niet te doden, door niet te nemen wat niet gegeven is, door geen seksueel wangedrag te vertonen en door niet op valse wijze te spreken. ( AN4.224)
Door juiste visie, juiste intentie, juiste spraak, en juiste actie (AN4.225).
Door juist levensonderhoud, juiste inspanning, juiste mindfulness en juiste concentratie (AN4.226).
Door te vertellen dat hij niet gezien heeft wat hij ook werkelijk niet heeft gezien, door te vertellen  wat hij niet gehoord heeft en hij ook werkelijk niet gehoord heeft. Hij zegt dat hij niet ervaren heeft wat hij ook niet ervaren heeft, hij zegt dat hij niet heeft gekend wat hij ook niet heeft gekend (AN4.227)
Hij zegt dat hij gezien heeft wat hij ook echt heeft gezien, hij vertelt wat hij gehoord heeft en wat hij ook werkelijk gehoord heeft. Hij vertelt dat hij gevoeld heeft wat hij ook werkelijk gevoeld heeft, hij vertelt over wat hij gekend heeft en  wat hij ook werkelijk gekend heeft (AN4.228)
Hij heeft vertrouwen, is deugdzaam en heeft een besef van morele schaamte en morele vrees (AN4.229). Hij heeft vertrouwen, is deugdzaam, energiek en wijs. (AN4.230)

Om kort te gaan: Gedrag wat in overeenstemming is met de Dhamma, goed/juist gedrag, leidt tot geboorte in gelukkige bestemmingen, zelfs in de hemelse wereld. (MN41§5)

De wereld staat in vuur en vlam door ouderdom, ziekte en dood. Maar hoewel de wereld in  vuur en vlam staat door ouderdom, ziekte en dood, wanneer je heengaat, verschaffen lichamelijke, verbale en mentale zelfcontrole een toevlucht, een bescherming. (AN3.52)

Eer en devotie betonen aan de overblijfselen van de Boeddha in een stupa, door bijvoorbeeld bloemenkransen neer te leggen, zal voor een lange tijd tot voordeel en geluk leiden. (DN16§5.11)

Wanneer men een verdeelde Sangha weer herenigt, brengt men goddelijke verdienste voort. Wat is dat? Men geniet de hemel voor een eon. (AN10.40)

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Tweede Basis van Verdienste, Moraliteit, deel 2
« Reactie #6 Gepost op: 06-06-2019 13:19 »
De Tweede Basis van Verdienste

Moraliteit of deugdzaam gedrag (sila), deel 2


Geduld

-“Bhikkhu’s, er zijn deze vijf voordelen van geduld. Je bent aangenaam en dierbaar voor vele mensen; je hebt geen overvloed aan vijandigheid; je hebt geen overvloed aan fouten; je sterft niet verward; na de dood wordt je geboren in een goede bestemming, in een hemelse wereld. (AN5.215).

-“Bhikkhu’s er zijn deze vijf voordelen van geduld: Je bent aangenaam en dierbaar voor vele mensen; je bent niet gewelddadig; je bent zonder berouw; je sterft niet verward; na de dood wordt je geboren in een goede bestemming, in een hemelse wereld. (AN5.216)

Eren van speciale personen

Karmisch gezien zijn ouders speciale personen. Dit betekent dat goede en slechte daden jegens hen extra zwaar wegen. Het doden van je vader of moeder weegt karmisch zo zwaar dat je na de dood ogenblikkelijk in een hel wordt weder geboren. Aan de andere kant is het ondersteunen van je vader en moeder juist erg verdienstelijk. (SN7.19) Als iemand zich op de juiste wijze gedraagt tegenover zijn vader en moeder verzamelt ie veel verdienste. (AN2.136) Hetzelfde geldt voor goed gedrag tegenover de Tathagata of diens leerlingen. (AN2.137, zie ook AN4.4).

Uposatha

De Uposatha is in het boeddhisme de vollemaansdag waarop de monnikengemeenschap maandelijks bij elkaar komt om de volledige set levensregels te reciteren. Door de burgers wordt de dag gezien als één waarop extra aandacht wordt gegeven aan de boeddhistische cultivering. Velen nemen onder leiding van de monniken de 8 levensregels op zich waartoe het niet eten na het middaguur behoort, en zo mogelijk luisteren ze naar religieuze instructie, en brengen de monnikengemeenschap voedsel en andere kleinere en grotere gaven.
De sutta’s beschrijven de volgende acht levensregels: niet doden, niet stelen, niet liegen, geen alcoholische dranken drinken, onthouden van seksuele activiteit, van vreemd gaan, niet s’ nachts eten of op ongepaste tijden, niet versierselen dragen of parfums gebruiken, en men zou op een laag bed dienen te slapen of een mat op de grond. Een uposatha dag compleet in deze acht factoren is veel verdienstelijker dan alle goud en juwelen in de wereld bij elkaar. Wie op deze manier verdienste verzamelt, dat geluk voortbrengt, gaat schuldvrij naar een hemelse staat (van de kama loka). (AN3.70, zie ook AN8.41-45)
AN9.18 voegt aan het lijstje van 8 levensregels nog een negende toe, namelijk, het ontwikkelen van liefdevolle vriendelijkheid.

Het prijzen van personen

Iemand verzamelt veel verdienste als iemand, na dat goed onderzocht te hebben, iemand niet prijst die het ook niet verdient geprezen te worden, en iemand prijst die het verdient geprezen te worden. (AN2.134) Het omgekeerde is onverdienstelijk.

Juiste argwaan/juist vertrouwen

Iemand verzamelt veel verdienste als iemand, na dat goed onderzocht te hebben, argwanend is over een bepaalde zaak die ook argwaan verdient, en vertrouwen stelt in een zaak die ook vertrouwen verdient. (AN2.135). Het omgekeerde is onverdienstelijk.
(Zie ook AN4.3, AN4.83 en AN 5.236).

Luisteren naar de Dhamma

Luisteren naar de Dhamma heeft vijf voordelen: je hoort wat je nog niet gehoord hebt; je verheldert wat gehoord is; je komt uit een staat van verwarring; je maakt je visie recht; de geest wordt soepel (AN5.202)

Vertrouwen

Er zijn vijf voordelen bij iemand met vertrouwen: wanneer goede personen mededogen tonen, tonen ze dat eerst aan iemand met vertrouwen; wanneer ze iemand benaderen, benaderen ze eerst iemand met vertrouwen; wanneer ze aalmoezen ontvangen, ontvangen ze eerst aalmoezen van personen met vertrouwen; wanneer de Dhamma wordt onderwijzen, onderwijzen ze dat eerst aan de persoon met vertrouwen; na de dood wordt een persoon met vertrouwen geboren in een hemelse wereld. (AN5.38)

De vruchten van stroom-intrede

Stroom-intrede heeft zes voordelen: je bent stevig gevestigd (fixed) in de goede Dhamma; je bent niet meer in staat tot achteruitgang; je lijden is begrensd; je verkrijgt kennis die niet door anderen gedeeld wordt; je hebt helder oorzakelijkheid gezien; je hebt op heldere wijze verschijnselen gezien die op causale wijze ontstaan. (AN6.97)

Een doorbraak tot de Dhamma is van groot voordeel. Het lijden wat dan nog resteert vergelijkt de Boeddha met het beetje aarde dat je met een vingernagel kan oppakken. Vergeleken met alle aanwezige grond is dat niks. Zo is ook het lijden dat nog resteert voor een stroom-intreder vrijwel niks meer vergeleken met die mensen die dat nog niet bereikt hebben (SN13.1, zie ook SN13.2-11*). Dit komt voornamelijk omdat je niet meer, nooit meer, geboren wordt in de lagere rijken.

Dit besluit de tweede basis van verdienste; sila, moraliteit. In de volgende post de derde basis van verdienste, meditatieve ontwikkeling (bhavana).


Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, Algemeen
« Reactie #7 Gepost op: 08-06-2019 13:53 »
De Derde Basis van Verdienste, meditatieve ontwikkeling (bhavana)

Algemeen

De derde pijler of basis van verdienste wordt  bhavana genoemd. Dit wordt wel vertaald als meditatieve ontwikkeling of mentale cultivatie. Deze basis betreft het actief en bewust ontwikkelen en verder cultiveren van kwaliteiten in onszelf (en anderen) die bevorderlijk zijn voor het welbevinden en leiden naar de realisatie van Nibbana.

Op basis van de teksten heb ik de volgende indeling gemaakt: Het gaat om het ontwikkelen en steeds verder cultiveren van:

-gunstige percepties/zienswijzen
-de vier Brahma vihara’s, metta, karuna, mudita en upekkha
-de 37 hulpmiddelen/benodigdheden van verlichting, bodhipakkhiyā dhammā. (DN16§3.50, en vele andere). Dit betreft:

-de vier fundamenten van mindfulness,
-de vier juiste soorten ijver of strevingen,
-de vier wegen naar kracht, of vier basis van spirituele kracht,
-de vijf spirituele vermogens,
-de vijf mentale krachten,
-de zeven verlichtingsfactoren,
-het edele achtvoudige pad.

Dit zijn allemaal verdienstelijke kwaliteiten die we bewust en actief dienen te ontwikkelen en verder cultiveren in onszelf. Als we het edele achtvoudige pad tot ontwikkeling brengen, zo geven de sutta’s aan, brengen we ook de andere 29 benodigdheden van verlichting tot ontwikkeling. (MN149§10, SN45.155))

Deze serie posten heeft niet als doel uit te leggen hoe die kwaliteiten dienen te worden ontwikkeld en gecultiveerd. Deze informatie is veelal wel te vinden op dit forum. Deze posten willen vooral aan de hand van de teksten de verdienste en voordelen er van belichten.

Is er een noodzaak om deze zaken te ontwikkelen? Wel als je streeft naar bevrijding. We dienen gericht te zijn op het ontwikkelen en verder cultiveren van bovenstaande kwaliteiten in onszelf, want zonder ontwikkeling van geest, wordt de geest niet bevrijd door niet-hechten, geven de sutta’s aan. De teksten gebruiken het voorbeeld van een kip die steeds van haar eieren af gaat. Die kan wel wensen dat er kuikentjes worden geboren, maar die wens komt gewoonweg niet uit. Zo is dat ook wanneer de geest onvoldoende ontwikkeld is. De wens van bevrijding komt dan niet uit. Door gericht te zijn op ontwikkelen, nemen de ketens af. De bezoedelingen nemen af. (AN7.71, SN22.101)

De derde basis of pijler van verdienste is dus het ontwikkelen van meditatieve kwaliteiten in onszelf. Ik zal beginnen met de te ontwikkelen gunstige percepties/zienswijzen, daarna de Brahma vihara’s en dan de 37 hulpmiddelen van verlichting.  

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 1
« Reactie #8 Gepost op: 09-06-2019 17:16 »
De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve ontwikkeling, deel 1

Het ontwikkelen en cultiveren van voordelige percepties

-vijf percepties, indien ontwikkeld en gecultiveerd leiden tot grote vrucht en voordeel: van onaantrekkelijkheid, van de dood, van gevaar, weerzinwekkendheid van voedsel, en geen enkele verheugenis in de gehele wereld. (AN5.61)

-vijf percepties, indien ontwikkeld en gecultiveerd leiden tot grote vrucht en voordeel: vergankelijkheid, niet-zelf, van de dood, weerzinwekkendheid van voedsel, en geen enkele verheugenis in de gehele wereld. (AN5.62)

-zeven percepties, indien ontwikkeld en gecultiveerd leiden tot grote vrucht en voordeel: van onaantrekkelijkheid, van de dood, van weerzinwekkendheid van voedsel, geen enkele verheugenis in de gehele wereld, van vergankelijkheid, van lijden in het vergankelijke, van niet-zelf in wat lijden is.  (AN7.48/49)

De perceptie van onaantrekkelijkheid herstelt de behoefte aan seks.
De perceptie van de dood herstelt de gehechtheid aan het leven.
De perceptie van weerzinwekkendheid van voedsel herstelt de begeerte naar smaken.
De perceptie van geen enkele verheugenis in het gehele leven herstelt de aantrekkingskracht tot de mooie dingen in de wereld.
De perceptie van vergankelijkheid herstelt de behoefte aan winst, eer en lofbetuigingen.
Door de perceptie van lijden in het vergankelijke vestigt in iemands geest een levendige perceptie van het gevaar van traagheid, luiheid, laksheid, onachtzaamheid, gebrek aan inspanning, onnadenkendheid, net als bij moordenaar met getrokken zwaard.
Wanneer iemand vaak met de perceptie van niet-zelf in wat lijden is verwijlt, is diens geest verstoken van Ik-maken, mijn-maken, en eigenwaan met betrekking tot dit bewuste lichaam en alle externe objecten; het heeft onderscheid overstegen, en is vredevol en goed bevrijd (AN7.49).

AN5.144 benadert het zo: iemand ziet het weerzinwekkende in het niet-weerzinwekkende om het verlangen naar het niet-weerzinwekkende te temperen of elimineren. Iemand ziet het niet-weerzinwekkende in het weerzinwekkende om de afkeer of haat jegens het weerzinwekkende te bedaren of elimineren.

Dus alles draait om balans. Je moet niet doorslaan in voorkeur en niet in afkeer of aantrekken en afstoten.

-Vijf contemplaties zijn van grote vrucht en hebben bevrijding als hun vrucht: de onaantrekkelijkheid van het lichaam; de weerzinwekkendheid van voedsel waarnemen; geen verheugenis waarnemen in de gehele wereld; vergankelijkheid zien in alle geconditioneerde verschijnselen; de perceptie van de dood stevig gevestigd hebben. (AN5.71)

-Vijf contemplaties zijn van grote vrucht en hebben bevrijding als hun vrucht: De perceptie van vergankelijkheid; de perceptie van lijden in het vergankelijke; de perceptie van niet-zelf in wat lijden is; de perceptie van afstand doen; de perceptie van passieloosheid.  (AN5.72)

-AN9.16 somt negen voordelige percepties op: van onaantrekkelijkheid, van de dood, van weerzinwekkendheid van voedsel, het zien van geen enkele verheugenis in de gehele wereld, de perceptie van vergankelijkheid, van lijden in het vergankelijke, van niet-zelf in wat lijden is, de perceptie van afstand doen en de perceptie van passieloosheid. AN10.56 voegt aan deze lijst van negen ook nog de perceptie van beëindiging toe.

-Een andere opsomming van tien voordelige perceptie met grote vrucht en voordeel: de perceptie van vergankelijkheid, de perceptie van niet-zelf, de perceptie van de dood, de perceptie van de weerzinwekkendheid van voedsel, de perceptie van geen verheugenis in de gehele wereld, de perceptie van een skelet, de perceptie van een met maden trillend lijk, de perceptie van een bleek lijk, de perceptie van een gebarsten lijk, de perceptie van een opgeblazen lijkt. Deze laatste lijken-percepties behoren tot mindfulness van het lichaam. (AN10.57)

Wanneer de perceptie van een skelet is ontwikkeld en gecultiveerd is dit van grote vrucht en voordeel (SN46.57) De perceptie van een skelet is één van de tien onderwerpen om de weerzinwekkendheid van het lichaam te beschouwen. Dit om gehechtheid aan het lichaam te verzwakken en verbreken. Het is natuurlijk niet de bedoeling om depressief te worden, het lichaam te gaan haten of zelfmoord te plegen zoals wel gebeurde volgens de overlevering.
Als oefening behoort het tot het vestigen van mindfulness van het lichaam. (zie ook SNII, noot 117). Het kan uiteindelijke kennis veroorzaken, of, als er nog een resterende gehechtheid is, de vrucht van niet meer terugkeren (SN46.57).

-Wanneer de perceptie van beëindiging is ontwikkeld en gecultiveerd is dit van grote vrucht en voordeel. Het kan uiteindelijke kennis veroorzaken, of, als er nog een resterende gehechtheid is de vrucht van niet meer terugkeren. (SN46.76)

Er zijn vijf thema’s om vaak bij stil te staan. Dit is erg voordelig: ‘Ik word ook oud, ouderdom gaat niet aan mij voorbij’. In hun jeugd zijn wezens in een roes van hun jeugdigheid en begaan hierdoor wandaden. Als ze vaak deze reflectie doen, zal die roes van jeugdigheid verdwijnen of verminderen. ‘Ik word ook ziek, ziekte zal mij niet voorbij gaan’. Wezens zijn in een roes van gezondheid en begaan dan wandaden. Dit verdwijnt als iemand vaak stilstaat bij het feit dat je zelf ook ziek gaat worden. Zo kun je ook in een roes van leven verkeren en van hieruit wandaden begaan. Door vaak stil te staan bij het feit dat je zelf ook dood zal gaan, verdwijnt of vermindert die roes. Vanuit lust en verlangens naar alles en iedereen die dierbaar en gewenst zijn, begaat men wandaden. De overweging dat je van alles en iedereen die dierbaar en gewenst is moet scheiden, vermindert dat of het verdwijnt helemaal.
Mensen zijn betrokken in wangedrag met lichaam, spraak en geest maar als je vaak overweegt dat jezelf de eigenaar bent van je kamma, de erfgenaam, kamma als je herkomst hebt, kamma als je bekende, als je toevlucht, zal dat wangedrag verdwijnen of afnemen.
Als je er vaak over nadenkt dat je niet de enige bent die oud wordt, en dat alle wezens die komen en gaan, die heengaan, en weder geboorte ondergaan, oud worden, dan wordt het pad voortgebracht. Je ontwikkelt dit pad en cultiveert het.  Terwijl je dat doet wordt volledig afstand gedaan van de ketens en de onderliggende neigingen worden ontworteld.
Hetzelfde wordt gezegd over de reflectie 2. Dat je niet de enige bent die ziek wordt…3. De enige bent die sterft…4. Niet de enige bent die moet scheiden van iedereen en alles wat dierbaar en gewenst is…5. Niet de enige bent die eigenaar is van kamma etc. (AN5.57)

Ik denk dat je in algemene zin wel kunt zeggen dat door het ontwikkelen van deze percepties je niet doorslaat naar een extreem. Het houdt je in het midden. Het houdt je gecentreerd.
Tot zover de te ontwikkelen percepties. In het volgende deel de Brahma vihara’s.

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 2
« Reactie #9 Gepost op: 10-06-2019 16:59 »
De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 2

Het ontwikkelen en cultiveren van de Brahma vihara’s

Dit betreft de ontwikkeling en cultivatie van metta, karuna, mudita en upekkha. Dit wordt vaak vertaald als, respectievelijk, liefdevolle vriendelijkheid, mededogen, meelevende vreugde en gelijkmoedigheid. Het wordt ook wel de bevrijding van het hart genoemd (DN13§79) of de onmetelijke bevrijding van de geest (MN43§31, SN41.7) of de rijkdom voor een monnik. (DN26§28)

Als je voor slechts gedurende een knip met je vingers liefdevolle vriendelijkheid nastreeft, wordt je een monnik genoemd die niet verstoken is van jhana, die handelt naar de onderrichtingen van de Leraar, die reageert op diens advies, en eet je niet voor niets de aalmoezen van het land op. (AN1.53) Dit geldt nog meer voor iemand die liefdevolle vriendelijkheid cultiveert. (AN1.54).

Door het ontwikkelen van de vier Brahma vihara’s kun je innerlijke vrede realiseren. (MN40§13)

-“Mededogend naar alle wezens, brengt de edele veel verdienste voort.” (AN8.1)

Het ontwikkelen van de vier Brahma vihara’s is heilzame activiteit die leidt tot een geboorte in het gezelschap van Brahma. (DN13§79, MN97§33-35, MN99§24-27, AN4.125)
Dit betreft dus een geboorte in de rupa loka, de fijnstoffelijke wereld, waar wezens niet de nadelen ondervinden van een grofstoffelijk lichaam, zoals wij dat als mens hebben.

Als liefdevolle vriendelijkheid (metta) heel goed ontwikkeld is, is afstand gedaan van kwade wil. Als mededogen (karuna) heel goed ontwikkeld is, is afstand gedaan van wreedheid. Als meelevende vreugde (mudita) heel goed ontwikkeld is, is afstand gedaan van ontevredenheid. Als gelijkmoedigheid (upekkha) heel goed ontwikkeld is, is afstand gedaan van iedere afkeer. MN(62§18-21)

Dit betekent ook dat als er bijvoorbeeld nog kwade wil in je opkomt, dan is metta nog niet sterk ontwikkeld. Hetzelfde is van toepassing op de andere Brahma vihara’s. (DN33§2.2(17), AN6.13)
(Voor de volledigheid: als men de meditatie op afzichtelijkheid sterk heeft ontwikkeld, is afstand gedaan van wellust. De perceptie van vergankelijkheid, doet afstand van de eigenwaan ‘Ik ben.’ (MN62§22-23)

Wanneer de bevrijding van geest door liefdevolle vriendelijkheid is ontwikkeld en gecultiveerd, tot voertuig gemaakt, en juist ondernomen, zijn acht voordelen te verwachten:
-Je slaapt goed; je wordt gelukkig wakker; je hebt geen slechte dromen; je bent geliefd bij mensen; je bent geliefd bij geesten; godheden beschermen je; vuur, vergif en wapens verwonden je niet; als je niet verder [in de Dhamma] doordringt, ga je verder naar de Brahma wereld. (AN8.1)

AN11.15 noemt ook nog: je geest wordt snel geconcentreerd; je gezichtsuitdrukking is sereen; je sterft niet verward. Dit zijn de in totaal elf voordelen van het stevig ontwikkelen van liefdevolle vriendelijkheid.

SN20.3 beschrijft hoe een familie met weinig mannen een gemakkelijk doelwit is voor rovers. Zo is iemand die niet liefdevolle vriendelijkheid heeft ontwikkeld en gecultiveerd, ook een makkelijk doelwit voor niet-menselijke wezens. Het is moeilijk voor niet-menselijke wezens om je aan te vallen als je liefdevolle vriendelijkheid hebt ontwikkeld en gecultiveerd.
Als liefdevolle vriendelijkheid echt heel stevig is gevestigd, kan een niet-menselijk wezen (kwaadaardige geest) je gewoonweg niet overheersen. (SN20.5)

Als iemand s’ ochtends, s’ middags en s’ avonds elke keer 100 pannen voedsel zou doneren, en een ander zou een geest van liefdevolle vriendelijkheid ontwikkelen voor de tijd die het kost om 1 keer aan een koeienuier te trekken, dan is dat laatste verdienstelijker. (SN20.4)

Je kunt jezelf beschermen door anderen te beschermen. Hoe? Door geduld, geweldloosheid, liefdevolle vriendelijkheid en sympathie. (SN47.19)

Brahma vihara’s en verschil tussen een leerling van de Boeddha en een wereldling


Als liefdevolle vriendelijkheid stevig ontwikkeld is, als je er vaak in verwijlt, en het niet verloren hebt wanneer je sterft, wordt je geboren in het gezelschap van de deva’s van Brahma’s gezelschap (een fijnstoffelijke sfeer). Wanneer de wereldling daar sterft, gaat ie naar de hel, het dierenrijk of de hongerige geesten. De leerling van de Boeddha blijft daar geheel zijn leven, en wanneer ie de gehele levensduur van deze deva-staat volbracht heeft, realiseert hij Nibbana in diezelfde staat van bestaan.
Als mededogen stevig ontwikkeld is, als je er vaak in verwijlt, en het niet verloren hebt wanneer je sterft, wordt je geboren in het gezelschap van de deva’s van stromende straling (abhassara deva). Wanneer de wereldling daar sterft, gaat ie naar de hel, het dierenrijk of de hongerige geesten. De leerling van de Boeddha blijft daar geheel zijn leven, en wanneer ie de gehele levensduur van deze deva staat volbracht heeft, realiseert hij Nibbana in diezelfde staat van bestaan.
Als meelevende vreugde stevig ontwikkeld is, als je er vaak in verwijlt, en het niet verloren hebt wanneer je sterft, wordt je geboren in het gezelschap van de deva’s van glanzend glorie (subhakinna deva). Wanneer de wereldling daar sterft, gaat ie naar de hel, het dierenrijk of de hongerige geesten. De leerling van de Boeddha blijft daar geheel zijn leven, en wanneer ie de gehele levensduur van deze deva-staat heeft volbracht, realiseert hij Nibbana in diezelfde staat van bestaan.
Als gelijkmoedigheid stevig ontwikkeld is, als je er vaak in verwijlt, en het niet verloren hebt wanneer je sterft, wordt je geboren in het gezelschap van de deva’s van grote vrucht (vehapphala deva). Wanneer de wereldling daar sterft, gaat ie naar de hel, het dierenrijk of de hongerige geesten. De leerling van de Boeddha blijft daar geheel zijn leven, en wanneer ie de gehele levensduur van deze deva-staat heeft volbracht, realiseert hij Nibbana in diezelfde staat van bestaan. (AN4.125)

Dit snijdt trouwens een belangrijk thema aan. Een gewone wereldling, een persoon die geen enkele mentale keten verbroken heeft, die kan wel een hele fijne deva staat bereiken op basis van verdienste, maar daarna zie je (in deze sutta) dat ie terugkeert naar de lagere werelden.
Juist dat gebeurt niet meer bij de acht personen, beginnend bij de persoon die op het pad zit de vrucht van stroom-intrede te realiseren, de sotapanna-anugami. De geest is dan al zover gezuiverd dat definitief geen geboorte meer plaatsvindt in lagere rijken. Er is geen terugval meer. Als je dus sotapanna-anugami realiseert is enorm veel toekomstig lijden voorgoed geëlimineerd.

De Brahma vihara’s kunnen tot het niveau van jhana worden ontwikkeld, tot het niveau van rupavacara. Een niveau dat  je als mens (mentaal) eigenlijk al in een fijnstoffelijke sfeer verkeert. Het grote voordeel hiervan is dat dit kamma, het kamma van de zintuiglijke sfeer (kamavacara) overtreft. Je kunt dus wel negatief kamma verzameld hebben, maar als dat wordt overtroffen door de kracht van het positieve kamma van de brahma vihara’s, gaat dat grovere kamma van de zintuiglijke sfeer niet rijpen. (MN99§24-27 en MN noot 915, zie ook SN42.8 en  SN noot 346) Dus dit is heel verdienstelijk. Het positieve kamma van subtielere staten (rupa en arupa vacara) kan het kamma van grovere staten (kamavacara) overtreffen. Bevrijding realiseren betekent ook niet dat alle negatief karmische zaden moeten worden verwijderd.

Als je de vier Brahma vihara’s ontwikkelt en cultiveert, en in die staten wat voor verschijnsel er dan ook is betreffende rupa, vedana, sanna, sankhara en vinnana, beschouwt als vergankelijk, als lijden, als een ziekte, als een puist, als een pijl, als ellende, als een aandoening, al wezensvreemd, als desintegrerend, als leeg en niet-zelf, dan wordt je na de dood geboren in het gezelschap van de deva’s van de zuivere verblijven. (AN4.126) Deze deva staten zijn de vijf hoogste sferen van de rupa loka, de fijnstoffelijke sferen.   De Brahma vihara’s ontwikkelen is dus verdienstelijk en in combinatie met inzicht-meditatie helemaal.

Hoewel het ontwikkelen van de vier Brahma vihara’s erg verdienstelijk is, zijn ook deze staten geconditioneerd en door wilsinspanning geproduceerd. Wat dan ook geconditioneerd is en met wilsinspanning voortgebracht is, dat is vergankelijk, dat zal eindigen. Als je hier stevig van doordrongen bent (standing upon that), ferm in bent, kan je ook de vernietiging van de asava’s realiseren. Maar als je niet de vernietiging van de asava’s realiseert, dan, vanwege dat verlangen naar de Dhamma, die verheugenis in de Dhamma, bij de vernietiging van de vijf lagere ketens, zul je iemand worden die spontaan wordt wedergeboren [in de zuivere verblijven] en daar het definitieve Nibbana realiseren zonder ooit weer uit die wereld terug te keren. (MN52§11, AN11.16).

De verdienste van het beoefenen van liefdevolle vriendelijkheid wordt ook besproken in AN7.62. De Boeddha beoefende het 7 jaren en als gevolg ervoer bij voor 7 eonen een aangenaam gevolg. Dit is hier na te lezen: https://suttacentral.net/an7.62/en/sujato

Kortom, het ontwikkelen en cultiveren van de vier Brahma vihara’s is zeer verdienstelijk en nog verdienstelijker als je beseft dat wat je daarin ervaart, en die staten zelf, voortgebracht zijn en dus ook weer eindigen.

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 3
« Reactie #10 Gepost op: 11-06-2019 12:36 »
De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 3

Het Edele Achtvoudige Pad ontwikkelen en cultiveren

In welke Dhamma en Discipline het edele achtvoudige pad niet wordt aangetroffen, worden ook geen mensen aangetroffen die de vruchten hebben gerealiseerd (stroom-intrede etc). (DN16§5.27) Het edele achtvoudige pad leidt tot de vier vruchten. (DN6§1314)

Als het edele achtvoudige pad wordt ontwikkeld, komen ook alle andere kwaliteiten in iemand tot ontwikkeling, zoals de andere 29 hulpmiddelen van verlichting. (MN149§10)

Tien dingen zijn van grote vrucht en voordeel? Welke, het Edele Achtvoudige Pad aangevuld met juist kennis en juiste bevrijding. (AN10.125-129) Ze leiden naar Nibbana, de beëindiging van lijden. Het leidt tot de beëindiging van geboorte. (MN9§26)
Het pad beëindigt alle 12 schakels van voorwaardelijk ontstaan . (MN9)

Het edele achtvoudige pad leidt tot ontnuchtering, passieloosheid, tot beëindiging, tot vrede, tot super kennis, tot verlichting, tot Nibbana. (DN19§61)
Het leidt tot het afstand doen van hebzucht, haat en begoocheling. (AN3.71)
Het leidt tot de beëindiging van wellustige intenties, gevoelens en waarnemingen, de asava’s, kamma, lijden. (AN6.63)

Ik denk dat MN117 een belangrijke sutta is als het gaat om een beschrijving van het achtvoudige pad. Die sutta maakt duidelijk dat er een wereldlijk en een boven-wereldijke achtvoudig Pad is.
Het wereldlijke achtvoudige pad is wat we ontwikkelen en cultiveren en het boven-wereldlijke wat we realiseren. Het wereldlijke achtvoudige pad dat we beoefenen is verbonden met verdienste, het leidt tot geluk en gunstige wedergeboorte na de dood. Zo zijn er verdienstelijke visies, zoals: ‘geven is goed, er is weder geboorte, er zijn verlichten zijn die deze wereld en de andere wereld vanuit directe kennis kennen’ etc. Dat soort begrip of visie moeten we onszelf eigen maken. Dat is verdienstelijk. Dat soort visies hebben ook tegendelen die, indien iemand die koestert, onverdienstelijk zijn. Zo is er ook juiste intentie, bijvoorbeeld goede wil, een intentie om geen leed toe te brengen, niemand te schaden of een intentie om bijvoorbeeld om een zintuiglijk verlangen te verzaken. Ook dat is wereldlijke juiste intentie verbonden met verdienste. Daarnaast zijn er ook de boven-wereldlijke factoren van het Pad, dus een boven-wereldlijke juiste visie, juiste intentie etc. Dit is niet verbonden met verdienste en weder geboorte en het is de soort visie en intentie van een edele, van iemand die een vrucht heeft gerealiseerd. Voor meer informatie zie MN117.

Als je het edele achtvoudige pad ontwikkeld komen ook de vier fundamenten van indachtigheid, de vier juiste soorten ijver, de vier wegen naar kracht, de vijf spirituele vermogens, de vijf mentale krachten en de zeven verlichtingsfactoren tot ontwikkeling. (MN149§10)

Diegenen die vertrouwen hebben in het edele achtvoudige pad hebben vertrouwen in het voornaamste, en voor hen die vertrouwen hebben in het voornaamste, is het gevolg het voornaamst. (AN5.32)

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 4
« Reactie #11 Gepost op: 12-06-2019 12:31 »
De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 4

De vier fundamenten van indachtigheid of mindfulness
(cattaro satipatthana)

Wat we hierbij dienen te ontwikkelen is constante indachtigheid of mindfulness van: 1. lichamelijke sensaties terwijl ze opkomen, bestaan en verdwijnen, van 2. gevoelens,  van 3. mentale verschijnsel en van 4. de geest. Je weet, zeg maar, wat er bij jezelf speelt, wat je op een bepaald moment ervaart. Er is daarvan dan op dat moment een helder bewustzijn. Mindfulness (sati) en helder bewustzijn (sampajano of sampajanna) wordt vaak samen genoemd in de sutta’s (zie bijvoorbeeld AN8.9).

Hoe je precies deze oefening doet wordt bijvoorbeeld toegelicht in DN22 en MN10:
http://www.sleuteltotinzicht.nl/d22.htm

Mindfulness wordt gezien als een bewaker van de geest. (DN33§3.3(5)) AN7.67). Het heeft weet van,  en kan afstand doen van het onheilzame, en zet aan om het heilzame te ontwikkelen. (zie bijvoorbeeld AN7.67). Zonder mindfulness en helder bewustzijn zijn we blind voor wat er in de geest opkomt, bestaat en verdwijnt. Dus mindfulness is in die zin ook verbonden met juiste ijver en juiste visie. (MN117)

Wat is de verdienste van het ontwikkelen van dit soort mindfulness?

-“Monniken, deze vier fundamenten van mindfulness, indien ontwikkeld en gecultiveerd, zijn edel en bevrijdend. Ze leiden diegenen die naar ze handelt naar de volledige vernietiging van lijden. (SN47.17)
-Indien ontwikkeld en gecultiveerd leiden  de vier fundamenten van mindfulness
naar afkeren, hartstochtloosheid, beëindiging, vrede, directe kennis, verlichting, tot Nibbana. (SN47.32)

-Indien de vier vestigingen van mindfulness zijn ontwikkeld en gecultiveerd, kan één van deze twee vruchten verwacht worden: definitieve kennis in dit leven, of, als er nog een resterend hechten is, de staat van niet terugkeren. (SN47.36)

-Wanneer men zo mindful en helder bewust is van het lichaam, gevoelens, mentale verschijnselen en de geest wordt afstand gedaan van het verlangen naar die zaken. Met het afstand doen van verlangen is het Doodloze gerealiseerd. (SN47.37)

Als de geest goed gevestigd is in de vier vestigingen van mindfulness is de geest niet aanhoudend obsessief betrokken bij pijnlijke gevoelens. (SN52.10)

-“Monniken, dit is het directe pad (Bodhi vertaalt ‘de eenrichtingsweg) voor de zuivering van wezens, voor het overwinnen van smart en geweeklaag, voor het verdwijnen van pijn en verdriet, voor het realiseren van de ware weg, voor het realisatie van Nibbana- namelijk de vier fundamenten van mindfulness”. (MN10§2, SN47.1, SN47.18))
‘Het directe pad’ is een vertaling van ekayana magga.

Door juiste mindfulness wordt verkeerde mindfulness weggesleten en al die slechte en onheilzame staten die op basis daarvan ontstaan. (DN34§2.3(9)

- "Waarlijk, monniken, als iemand deze fundamenten van indachtigheid, op deze wijze, zeven jaar zou beoefenen, dan kan hij één van deze twee resultaten verwachten: inzicht (voor de uiteindelijke bevrijding, dat wil zeggen arahantschap) hier en nu; of, als er nog enige vorm van hechten aanwezig is, de staat van de niet-terugkerende (anagami)."
"Monniken, afgezien van zeven jaren. Als iemand deze fundamenten van indachtigheid op deze wijze zes jaren, vijf jaren, vier jaren, drie jaren, twee jaren, of één jaar zou beoefenen, dan kan hij één van deze twee resultaten verwachten: inzicht hier en nu; of, als er nog enige vorm van hechten aanwezig is, de staat van de niet-terugkerende (anagami)."
"Monniken, afgezien van één jaar. Als iemand deze fundamenten van indachtigheid op deze wijze zeven maanden zou beoefenen, dan kan hij één van deze twee resultaten verwachten: inzicht hier en nu; of, als er nog enige vorm van hechten aanwezig is, de staat van de niet-terugkerende (anagami)."
"Monniken, afgezien van zeven maanden. Als iemand deze fundamenten van indachtigheid op deze wijze zeven maanden, zes maanden, vijf maanden, vier maanden, drie maanden, twee maanden, één maand, een halve maand zou beoefenen, dan kan hij één van deze twee resultaten verwachten: kennis hier en nu; of, als er nog enige vorm van hechten aanwezig is, de staat van de niet-terugkerende (anagami)."
"Monniken, afgezien van een halve maand. Als iemand deze fundamenten van indachtigheid op deze wijze een week zou beoefenen, dan kan hij één van deze twee resultaten verwachten: kennis hier en nu; of, als er nog enige vorm van hechten aanwezig is, de staat van de niet-terugkerende (anagami)."
"Vanwege dit werd er gezegd: 'Dit is de enige weg, monniken, voor de zuivering van wezens, voor het overwinnen van verdriet en weeklagen, voor de vernietiging van lijden en smart, om het juiste pad te bereiken, voor de verwezenlijking van Nibbana, namelijk, de vier fundamenten van indachtigheid.'" (DN22§22, MN10§46)

Wanneer de vier fundamenten van mindfulness zijn ontwikkeld en gecultiveerd vervult dat de zeven factoren van verlichting (SN46.5). Wanneer die ontwikkeld en gecultiveerd zijn vervullen ze ware kennis en bevrijding. (SN46.6)

De vier fundamenten van mindfulness leiden tot de destructie of het overstijgen van allerlei visies over jezelf, zoals ‘je bent na de dood materieel en gezond…immaterieel…beide, noch het een noch het ander; ‘je bent bewust na de dood’, onbewust, beide, noch het een noch het ander; ‘Je vergaat na de dood, je verdwijnt, wordt vernietigt, houdt na de dood op te staan.’ Het gaat om visies over jezelf in de tijd, verleden en toekomst. (DN29§40)

Mindfulness wordt ook in verband gebracht met een heel goed geheugen (MN53§16). Een helder en scherp bewustzijn van het heden vormt een basis van een juiste herinnering aan het verleden (zie MN noot 560). Ook ontwikkeld men speciale vermogens en zaken zoals het goddelijk oog en oor (zie deze serie SN52.12-24)

De vier fundamenten van mindfulness zijn het pad dat leidt naar het ongeconditioneerde. (Nibbana) (SN43.12)

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 5
« Reactie #12 Gepost op: 13-06-2019 17:09 »
De Derde Basis van Verdienste, meditatieve ontwikkeling, deel 5

Mindfulness van het lichaam (kayagata sati)

Dit is onderdeel van de vier vestigingen van mindfulness. De teksten belichten de verdienste van deze soort mindfulness apart, dus doe ik dat ook. Hoe dit beoefend dient te worden, wordt o.a. beschreven in MN119.
https://suttacentral.net/mn119/en/sujato

Wanneer dit goed ontwikkeld is,  vindt Mara geen gelegenheid om je te beheersen.

-“Bhikkhu’s, net zoals iemand die met zijn geest de grote oceaan omvat daarbij ook alle stromen die naar de oceaan leiden omvat, net zo geldt dat wie dan ook mindfulness gericht op het lichaam ontwikkelt en cultiveert, die includeert ook alle heilzame kwaliteiten die ware kennis aangaan. (AN1.575)

In een serie AN sutta’s (1.575-615) worden alle voordelen en vruchten beschreven van het ontwikkelen van mindfulness gericht op het lichaam. Daaruit wordt mij wel duidelijk dat het een complete praktijk is. Het leidt tot Nibbana, tot de vier vruchten, tot wijsheid, tot afstand doen van onwetendheid, tot ware kennis, de eigenwaan ‘Ik ben’ verdwijnt, de onderliggende neigingen worden ontworteld en er wordt afstand gedaan van de ketens (zie de sutta’s).

Mindfulness gericht op het lichaam wordt het pad naar het ongeconditioneerde genoemd, de vernietiging van wellust, haat en begoocheling (SN43.1, SN43.44)

Er kunnen tien voordelen van het ontwikkelen en stevig vestigen van mindfulness van het lichaam verwacht worden: je wordt een overwinnaar van ontevredenheid en verheugenis, wanneer ontevreden opkomt dan weet je dat te overwinnen; je overwint angst en vrees; je verdraagt koude en hitte en dorst, contact met horzels, muskieten, wind, de zon, en kruipende dingen, je verdraagt kwaadwillende woorden, onwelkome woorden en opkomende lichamelijke gevoelens die pijnlijk zijn, scherp doordringend, onaangenaam en levensbedreigend; je kan op basis van je wil in jhana verwijlen die de hogere geest vormen en een aangenaam verblijf hier en nu verschaffen; je kan allerlei buitengewone vermogens uitoefenen (zie sutta voor meer details); je kunt met het goddelijk oor zowel menselijke als goddelijke stemmen horen; je begrijpt andermans geest, begrijpt een lustvolle geest als een lustvolle geest, een niet bevrijde geest als een niet bevrijde geest (zie sutta voor meer details); je herinnert je vele vorige geboorten; je ziet met het goddelijk oog hoe wezens heengaan en opnieuw ergens verschijnen overeenkomstig hun daden; je realiseert met directe kennis de bevrijding van geest en bevrijding door wijsheid, de vernietiging van de asava’s. (MN119§33-42)

Als mindfulness van het lichaam sterk ontwikkeld is dan gaan de zes zintuiglijke domeinen (het oog, oor etc) niet uit naar wat aangenaam is en het onaangename is dan niet weerzinwekkend. Er is dan beheersing over de zintuigen. Voorkeur en afkeer beheersen je dan niet. Mindfulness van het lichaam is als een stevige pilaar. (SN35.247).

Tot zover mindfulness van het lichaam.

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 6
« Reactie #13 Gepost op: 15-06-2019 13:44 »
De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 6

De sutta’s beschrijven ook apart de voordelen van mindfulness van het ademen.

Mindfulness van het ademen

Dat dit in de leer van de Boeddha meer is dan alleen maar droog de adem volgen wordt in talloze sutta’s toegelicht en nog eens expliciet in SN54.6. Hoe de oefening werkt, zie bijvoorbeeld: http://www.sleuteltotinzicht.nl/m118.htm

De meditatie op de mindfulness van het ademen is van grote vrucht en voordeel (MN62§24. MN118§15, SN54). Als men dit op de juiste manier beoefent, vervult dat de vier vestigingen van mindfulness. Wanneer die vervuld zijn, vervult dat de zeven factoren van verlichting. Wanneer die vervuld zijn, vervullen die ware kennis en bevrijding. Dus al met al, als je mindfulness van het ademen op de juiste manier beoefent, kan dat leiden tot bevrijding, tot arahantschap. Hoe dit werkt is na te lezen in MN118 en SN54.13. Uit deze sutta valt ook wel op te maken dat mindfulness gericht op het ademen, zoals gezegd, veel meer is dan alleen het aandachtig volgen van de ademhaling.

Als men dit goed beoefend, zullen zelfs de laatste in en uitademing bewust ervaren worden. (MN62§30)

Eén van de twee vruchten of voordelen kan worden verwacht als dit ontwikkeld en gecultiveerd is, namelijk, definitieve kennis in dit leven of de staat van niet meer terugkeren. (SN54.4)

Zeven vruchten kunnen van deze praktijk verwacht worden: je realiseert definitieve kennis vroeg in dit leven; of, als dat niet gebeurt, dan realiseer je definitieve kennis op het moment van de dood; als dat niet gebeurt, dan, bij de volkomen vernietiging van de vijf lagere ketens, realiseer je Nibbana in het interval; als dat allemaal niet gebeurt, dan realiseer je, bij de volkomen vernietiging van de vijf lagere ketens, Nibbana bij de landing. Als dat allemaal niet gebeurt, dan, bij de volkomen vernietiging van de vijf lagere ketens realiseer je Nibbana zonder inspanning; als dat allemaal niet gebeurt, dan, bij de vernietiging van de vijf lagere ketens, realiseer je Nibbana met inspanning. Als dat allemaal niet gebeurt, dan, bij de volkomen vernietiging van de vijf lagere ketens ga je opwaarts naar het Akanittha rijk. (SN54.5)

Er wordt afstand gedaan van de ketens en de onderliggende neigingen, er ontstaat volledig begrip van de koers, het leidt tot de vernietiging van de bezoedelingen.  (SN54.20)

Tot zover het deel bhavana over het ontwikkelen en cultiveren van mindfulness.
« Laatst bewerkt op: 15-06-2019 13:49 door Sybe »

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 7
« Reactie #14 Gepost op: 16-06-2019 13:55 »
De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 7

De zeven factoren van verlichting (sam)bojjhaṅga))

Er zijn 7 factoren van verlichting: de verlichtingsfactor van mindfulness, van onderzoek van staten en verschijnselen, van energie, van vreugde, van kalmte, van concentratie en de verlichtingsfactor van gelijkmoedigheid. Ze vormen als mentale factoren de oorzaken en voorwaarden om verlichting te realiseren, de bevrijdende kennis en visie. (Bodhi, SNII, blz. 1499). Ze leiden naar verlichting. (SN46.5)

SN46 gaat speciaal over deze 7 factoren van verlichting.

-“Alle Arahant Boeddha’s van het verleden realiseerden volledige verlichting door afstand te doen van de vijf hindernissen, bezoedelingen van de geest die begrip verzwakken, na stevig de vier fundamenten van mindfulness in hun geesten te hebben gevestigd, en realiseerden de zeven factoren van verlichting zoals ze werkelijk zijn. Alle Arahant Boeddha’s van de toekomst zullen het net zo doen, en u Heer, die nu de arahant is, volledig verlichte Boeddha, heeft hetzelfde gedaan.” (DN28§2)

Ook dit deel beoogt alleen aan te geven in welke zin volgens de teksten het ontwikkelen en cultiveren van de verlichtingsfactoren verdienstelijk is. Voor meer specifieke informatie over het ontwikkelen en cultiveren van de 7 factoren van verlichting, zie SN46.2, of geheel SN46.
https://suttacentral.net/sn46.2/en/sujato

Wanneer de 7 factoren van verlichting zijn ontwikkeld en gecultiveerd leiden ze tot 7 vruchten en voordelen: 1. iemand realiseert uiteindelijke kennis (arahantschap) vroeg in ditzelfde leven; 2. Als men dat niet realiseert in dit leven, realiseert men dat op het moment van de dood; 3. Als iemand niet vroeg in dit leven of bij de dood Nibbana realiseert, dan, met de vernietiging van de vijf lagere ketens, realiseert iemand Nibbana in het interval; 4. Als deze drie zaken niet plaatsvinden dan, met de vernietiging van de vijf lagere ketens, realiseert iemand Nibbana bij de landing. 5. Als die vier dingen niet gebeuren, wordt iemand, met de vernietiging van de vijf lagere ketens, iemand die Nibbana realiseert zonder inspanning; 6.  Als die vijf dingen niet gebeuren, wordt men, met de vernietiging van de vijf lagere ketens, iemand die Nibbana realiseert met inspanning; 7  Als die zes dingen niet gebeuren, wordt men, met de vernietiging van de vijf lagere ketens, iemand die opwaarts gaat, naar het Akanitta rijk (hoogste rijk van de fijnstoffelijke wereld, rupa loka). SN46.3 Voor meer informatie zie SNII noot 65 en SN46)
Precies hetzelfde wordt trouwens gezegd over het ontwikkelen van de 4 fundamenten van mindfulness, zal een oplettende lezer gezien hebben.

Wanneer ze worden ontwikkeld en gecultiveerd wordt de geest bevrijd van zintuiglijk verlangen, van verlangens naar bestaan, en van verlangens naar niet-bestaan. Kortom, bevrijding. Geboorte is beeindigd. (SN46.5)

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 8
« Reactie #15 Gepost op: 18-06-2019 19:09 »
De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 8

De vier juiste strevingen of juiste ijver (cattaro sammappadhana)

De vier juiste strevingen zijn: je wekt de ijver op voor het niet ontstaan van nog niet opgekomen kwaadaardige onheilzame staten, en je spant je [daarvoor] in, wekt energie op, wendt je geest aan en streeft er naar. Je wekt de ijver op voor het afstand doen van reeds ontstane kwaadaardige onheilzame staten, en je [daarvoor] spant je in, wekt energie op, wendt je geest aan en streeft er naar. Je wekt de ijver op voor het opwekken van nog niet opgekomen heilzame staten, en je spant je [daarvoor] in, wekt energie op, wendt je geest aan en streeft er naar. Je wekt de ijver op voor het continueren, niet-verdwijnen, aansterken, de toename en vervulling van opgekomen heilzame staten, en je spant je [daarvoor] in, wekt energie op, wendt je geest aan en streeft er naar.(MN77§16)

Door de vier juiste strevingen voorkomt men terugval in de training, het begaan van wandaden zoals doden, stelen, seksueel wangedrag, liegen en intoxicatie. (AN9.73)

Wanneer we het edele achtvoudige pad ontwikkelen komen ook deze vier juiste strevingen tot ontwikkeling, want het is de factor juiste ijver. (MN149§10)

De vier juiste strevingen zijn het Pad naar het ongeconditioneerde. (SN43.6). Hetzelfde wordt trouwens gezegd van de andere factoren van verlichting. (SN43.12)

Zoals de Ganges neigt, afloopt, stroomt naar de zee, zo neigt de ontwikkeling van deze vier strevingen ook naar Nibbana. (SN49.1-12)

Ze leiden tot directe kennis, volledig begrip en volkomen vernietiging van de hogere ketens. (SN49.54)

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 9
« Reactie #16 Gepost op: 19-06-2019 16:33 »
De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 9

Vier wegen naar of basis van (spirituele/psychische) kracht (cattaro iddhipada)

Ook deze vier moeten ontwikkeld worden en gecultiveerd. De iddhipada komen uitgebreid aan bod in SN51.

Walshe vertaalt deze als: concentratie van intentie vergezeld door wilsinspanning, concentratie van energie vergezeld door wilsinspanning, concentratie van bewustzijn, en concentratie van onderzoek vergezeld door wilsinspanning. (DN33§1.11)

Bodhi vertaalt: spirituele kracht bestaande uit concentratie door ijver en vastberaden streven; de spirituele kracht bestaande uit concentratie door energie en vastberaden streven; de spirituele kracht bestaande uit concentratie door [zuiverheid van] geest en vastberaden streven; de spirituele kracht bestaande uit concentratie door onderzoek en vastberaden streven. (MN77§17)

De vier bases worden vrij uitgebreid toegelicht in SN51.20.

Als iemand deze vier wegen ontwikkeld en stevig maakt,  kan iemand op basis van zijn wil wel  100 jaar worden. (b.v. DN26§28). Soms wordt zelfs gesproken over een eon (AN8.70, SN51.10). Kennelijk is er discussie over wat de tijdsduur nou precies is.

Als iemand deze vier basis van spiritueel kracht heeft ontwikkeld en gecultiveerd en ze volledig heeft geperfectioneerd, kan iemand naar wens de Himalaya in goud veranderen. (SN4.20)

Door de vier bases van spirituele kracht te ontwikkelen, voorkomt men terugval in de training, d.w.z. het begaan van wandaden zoals doden, stelen, seksueel wangedrag, liegen en intoxicatie. (AN9.83)

Het is het pad dat naar het ongeconditioneerde leidt. (SN43.7)

Indien ontwikkeld en gecultiveerd leiden ze van deze oever naar de overkant (SN51.1)
Als ze verwaarloosd worden wordt het edele pad verwaarloosd. Als ze beoefend worden beoefent men het edele Pad dat leidt naar de beëindiging van lijden. (SN51.2)
Indien ontwikkeld en gecultiveerd leiden ze naar volkomen weerzin, hartstochtloosheid, beëindiging, vrede, directe kennis, verlichting, Nibbana (SN51.4)

Allen die vroeger, in de toekomst en nu de smetteloze bevrijding van geest realiseren,  deden/doen dat omdat ze de iddhipada hebben ontwikkeld en gecultiveerd.

Als de vier iddhipada zijn ontwikkeld en gecultiveerd dan kan iemand verschillende soorten psychische vermogens uitoefenen: hij wordt van één persoon vele personen; vele personen zijnde wordt hij één; hij verschijnt en verdwijnt; hij gaat ongehinderd door een muur, door een wal, door een berg alsof hij door de ruimte gaat; hij duikt in en uit de Aarde alsof het water is; hij loopt op water zonder te zinken alsof het aarde is; met gekruiste benen zittend, reist hij als een vogel door de lucht; met zijn hand raakt hij de maan en de zon aan zo krachtig en machtig; hij heeft meesterschap over het lichaam zover als de Brahma-werelden. Met het goddelijk oor hoort hij zowel geluiden van goden als mensen, geluiden die ver weg zijn en dichtbij.
Hij begrijpt de geesten van andere wezens en personen, na ze met zijn eigen geest omvat te hebben. Hij begrijpt een geest met wellust als een geest met wellust, een geest zonder wellust als een geest zonder wellust; een geest met haat als een geest met haat, een geest zonder haat als een geest zonder haat; een geest met begoocheling als een geest met begoocheling, een geest zonder begoocheling als een geest zonder begoocheling; een vernauwde geest als een vernauwde geest en een afgeleide geest als een afgeleide geest; een opgetogen geest als een opgetogen geest en een niet-opgetogen geest als een niet-opgetogen geest; een overtrefbare geest als een overtrefbare geest en een onovertrefbare geest als een onovertrefbare geest; een geconcentreerde geest als een geconcentreerde geest en een ongeconcentreerde geest als een ongeconcentreerde geest; een bevrijde geest als een bevrijde geest en een niet-bevrijde geest als een niet-bevrijde geest.
Hij herinnert zich zijn vele vorige verblijven, dat is, één geboorte, twee geboorten, drie geboorten, vier geboorten, vijf geboorten, tien geboorten, twintig geboorten, dertig geboorten, veertig geboorten, vijftig geboorten, honderd geboorten, duizend geboorten, honderd duizend geboorten, vele eonen van wereld inkrimping, vele eonen van wereld-uitdijing, vele eonen van wereld-inkrimping en wereld-uitdijing aldus: “daar had ik die naam, was ik van die clan, zo zag ik er uit, zo was mijn voedsel, zo mijn ervaring van plezier en pijn, zo mijn levensduur; daar heengaand, werd ik elders geboren, en daar had ik zo’n naam, was van die clan, had zo’n uiterlijk, zo was mijn voedsel, zo mijn ervaring van plezier en pijn, zo mijn levensduur; daar heengaand werd ik hier geboren”. Dus hij herinnert zich zijn vele vorige verblijven met hun manieren en details.
Met het goddelijk oog, dat gezuiverd is en het menselijke overtreft, ziet hij wezens heengaan en weer geboren worden, inferieur en superieur, mooi en lelijk, fortuinlijk en onfortuinlijk, en hij begrijpt hoe wezens verder gaan overeenkomstig hun kamma, aldus: “Deze wezens die wangedrag vertoonden met lichaam, spraak en geest, die de edele verachten, verkeerde visies koesteren, en handelingen verrichten op basis van verkeerde visie, met het scheiden van het lichaam, na de dood, zijn weder geboren in een staat van ellende, in een slechte bestemming, in de onderwereld, in de hel; maar die wezens die goed gedrag vertoonden met lichaam, spraak en geest, die de edelen niet verachten, die juiste visie koesterden, en handelden op basis van juiste visie, met het scheiden van het lichaam, bij de dood, zijn weder geboren in een gelukkige bestemming, in de hemelse wereld”. Dus, met het goddelijk oog, dat gezuiverd is en het menselijke overtreft, ziet hij wezens heengaan en weer geboren worden, inferieur en superieur, mooi en lelijk, fortuinlijk en onfortuinlijk, en hij begrijpt hoe wezens verder gaan in overeenstemming met hun kamma. Hij verwijlt met de vernietiging van de bezoedelingen in de smetteloze bevrijding van geest. (SN51.11)

Wanneer de vier bases zijn ontwikkeld en gecultiveerd is definitieve kennis te verwachten in dit leven (arahantschap) , of, als er nog een resterende gehechtheid is, de staat van niet meer terugkeren (anagami) (SN51.25)

Zeven vruchten kunnen worden verwacht:
1. iemand realiseert uiteindelijke kennis (arahantschap) vroeg in ditzelfde leven; 2. Als men dat niet realiseert in dit leven, realiseert men dat op het moment van de dood; 3. Als iemand niet vroeg in dit leven of bij de dood Nibbana realiseert, dan, met de vernietiging van de vijf lagere ketens, realiseert iemand Nibbana in het interval; 4. Als deze drie zaken niet plaatsvinden dan, met de vernietiging van de vijf lagere ketens, realiseert iemand Nibbana bij de landing. 5. Als die vier dingen niet gebeuren, wordt iemand, met de vernietiging van de vijf lagere ketens, iemand die Nibbana realiseert zonder inspanning; 6.  Als die vijf dingen niet gebeuren, wordt men, met de vernietiging van de vijf lagere ketens, iemand die Nibbana realiseert met inspanning; 7  Als die zes dingen niet gebeuren, wordt men, met de vernietiging van de vijf lagere ketens, iemand die opwaarts gaat, naar het Akanitta rijk (hoogste rijk van de fijnstoffelijke wereld, rupa loka). SN51.26  Precies hetzelfde wordt trouwens gezegd over het ontwikkelen van de 4 fundamenten van mindfulness en de 7 factoren van verlichting.

Zoals de Ganges neigt, afloopt, stroomt naar de zee, zo neigt de ontwikkeling en cultivering van deze vier bases van spirituele kracht naar Nibbana. (SN51.33-44)

Hun ontwikkeling leidt tot directe kennis, volledig begrip en volkomen vernietiging van de hogere ketens (SN51.86)

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 10
« Reactie #17 Gepost op: 21-06-2019 12:05 »
De Derde Basis van Verdienste, Meditatieve Ontwikkeling, deel 10

Ook dit dient ontwikkeld en verder gecultiveerd te worden.

Vijf spirituele vermogens (panca indriya)

De vijf vermogens zijn: het vermogen van vertrouwen (saddha), van mindfulness (sati), van energie (viriya), van concentratie (samadhi) en wijsheid (panna). Ze leiden tot vrede, tot verlichting. (MN77§18, AN5.13)

Wanneer het edele pad ontwikkeld wordt, komen ook de vijf vermogens tot ontwikkeling. (MN149§10, SN45.155)

Het wordt het Pad genoemd dat leidt naar het ongeconditioneerde. (SN43.8)

Zoals de Ganges neigt, afloopt en stroomt naar de zee, zo neigt de ontwikkeling en cultivering van de vijf spirituele vermogens naar Nibbana. (SN48.71-82)

Hun ontwikkeling leidt tot directe kennis, volledig begrip en volkomen vernietiging van de vijf hogere ketens (SN48.124+48.178)


De vijf krachten (panca bala)

De vijf krachten zijn: de kracht van vertrouwen (saddha), van mindfulness (sati), van energie (viriya), van concentratie (samadhi) en wijsheid (panna). Ze leiden tot vrede, tot verlichting. (MN77§19)

Het is dus dezelfde opsomming als de vijf spirituele vermogens. Ik heb begrepen dat de teksten niet echt een duidelijk verschil maken tussen de vermogens (indryia) en krachten (bala). Als midden in een rivier een eiland is kan die stroom als één stroom worden gezien, namelijk voor en na dat eiland, en als twee stromen, namelijk de stroom boven en onder het eiland. Zo ook met de vermogens en krachten. (SN48.43)

Volgens het commentaar bij Samyutta Nikaya zouden deze vijf factoren vermogens worden wanneer ze elk in hun eigen domein controle uitoefenen, en het worden krachten als ze niet meer door het tegendeel aan het wankelen worden gebracht. (Bodhi, SNII, inleiding, blz.1510-1511).

Wanneer het edele pad ontwikkeld wordt, komen ook de vijf krachten ook tot ontwikkeling. (MN149§10, SN45.155)

Het wordt het Pad genoemd dat leidt naar het ongeconditioneerde. (SN43.9)

Zoals de Ganges neigt, afloopt en stroomt naar de zee, zo neigt de ontwikkeling en cultivering van de vijf krachten naar Nibbana. (SN50.1-12)

Hun ontwikkeling leidt tot directe kennis, volledig begrip en volkomen vernietiging van de vijf hogere ketens. (SN50.54+50.108)