Je bent aan het ontwijken Dorje
Oh, ja?
Ik geef je een realistisch antwoord, nl. dat je niet hoeft te verwachten dat het ik zichzelf gaat opheffen. Zo zit het niet in elkaar en leg je dat ik dit toch op, dan noem ik dat spirituele zelfmoord: een zelf dat er voor kiest zichzelf op te geven.
Hoe het zit, nl. dat het geen zelf is die zichzelf en de continuering van zichzelf in werdergeboortes gaat opheffen, maar dat het de gehechtheid aan een zelf te zijn is, die wat het graag zo of zo heeft voor zichzelf, dat het die gehechtheid is die gaat verdampen.
Het is een misvatting dat het zelf op een gegeven moment moet gaan kiezen om zichzelf op te geven. Het is juister dat het belang van dat zelf op den duur gaat verdampen, zodat het vanzelf verdwijnt zonder iemand die het zichzelf gaat ontnemen.
Als je zit te wachten tot jij graag wilt dat de voortzetting van jezelf als wie of wat dan ook komt te stoppen, dan kan je eeuwig blijven wachten. Als je die "jij" daarentegen dieper en dieper gaat onderzoeken, ontdek je steeds dieper en dieper dat het niet om die jij en zijn graag willen en niet graag willen gaat, waardoor het vasthouden aan die "jij" zichzelf gast opheffen en dus tegelijk de "jij" die nooit graag zal hebben dat er een einde komt aan die 'jij" vanzelf losgelaten wordt.
Ik kan dit gerust verwoorden als "ja, Siebe, dat is wat ik wil, niet meer geboren worden" en dit komt redelijk overeen met hoe het hier leeft (er is niet meer het vasthouden aan een ik te zijn die maar moet gecontinueerd worden in volgende levens), maar de woorden zijn gewoon niet accuraat genoeg: dit loslaten is niet wat "ik" doe, de "ik" heeft en blijft de natuurlijke neiging hebben zichzelf in stand te houden, dit "ik" kan gewoon ontdekt worden als iets waar het niet om gaat, als iets wat je niet bent, en het is dat dat het loslaten van dit ik veroorzaakt, niet een ik die zichzelf gast loslaten.
Helder nu?
Ik ga je even het plaatje voorschotelen zoals ik dit in mijn hoofd heb, dan praten we niet langs elkaar.
Wat de Boeddha in de Pali Canon volgens mij beschrijft is dat er een continue proces gaande is, in dit leven en over meerdere levens, van geboorte, verouderen en dood. Er is in dit leven een continuïteit van steeds veranderlijke lichamelijke en mentale processen en dit eindigt ook niet abrupt bij de dood (dat denken materialisten). Subtiele mentale processen gaan verder. In principe eindeloos...
De Boeddha zag dat wat wij
levend wezen noemen, of
Dorje, of
mens, verwijst naar dit brouwsel van veranderlijke lichamelijke en mentale processen (de vijf Khandha's). De namen Dorje en Siebe verwijzen niet naar iets wat nooit geboren is. Het verwijst juist naar dat wat ontstaat, eens vergaat en in de tussentijd verandert. Dorje is eens ter wereld gekomen. Siebe is door een ooievaar gebracht. Dorje als naam verwijst naar dat specifieke en unieke lichaam met diens specifieke en unieke bewustzijn, met diens unieke mentale processen (gevoelens, gewaarwordingen, intenties, emoties en neigingen, herinneringen etc).
Van baby tot nu is dat brouwsel van veranderlijke fysieke en mentale processen nooit hetzelfde. Desondanks vormt het toch een causale eenheid, zoals een rivier.
De constant veranderlijke lichamelijke en mentale processen vormen toch 1 leven, 1 ononderbroken levensstroom. Je herinnert jezelf als puber, jezelf als kind, jezelf als volwassenen maar je hebt wel het idee dat jij dat aldoor was en niet steeds iemand anders. Zo schijnt dit ook ook te werken over meerdere levens zag de Boeddha. De stroom van fysieke en mentale processen eindigt niet bij de dood. Het blijft doorgaan.
Die dynamische stroom van lichamelijke en mentale processen kan zelfs hele andere vormen aannemen. Nu heeft het de vorm van een mens maar het kan na de dood ook de vorm aannemen van een hert, van een deva etc. Het is en blijft toch 1 levenslijn zeg maar. Hoewel er dus geen vast en onveranderlijke Dorje is, geen vast en onveranderlijk zelf, is er toch een dynamisch veranderlijk zelf.
De teksten zeggen dat de Boeddha geen begin kon ontdekken van deze levenslijn en dat de meeste levens en tijd worden doorgebracht in ellendige staten, waar lijden sterk is. Hij zag volgens de overlevering dat dit proces van steeds weer geboren worden, verouderen en sterven vol is met lijden.
Hij zag dat er geen einde komt aan lijden als er geen einde komt aan dit proces. Dus, ergens moet je de stroom zien te doorbreken.
Om dit lijden te eindigen zag hij de oplossing, namelijk, je moet een einde maken aan geboren worden. Want zodra je geboren bent is lijden onvermijdelijk.
Je moet dus de oorzaken van geboorte wegnemen. Hij begreep dat dit tanha is, de begeerte die ergens heil in zoekt en ziet, dan weer hierin, dan weer daarin; in het kort, in zintuiglijke genoegens, in bestaan en niet-bestaan.
Hij vond de weg die een einde maakt aan tanha en daarmee aan geboorte. Na dit leven zou voor de Boeddha geen nieuw leven meer volgen ergens in samsara.
De Boeddha ontkende niet dit dynamisch zelf dat bestaat uit fysieke en mentale processen en nu Dorje is genoemd en misschien wel in een volgend leven een deva wordt, een Belgische deva, dat wel. Aan dit dynamische zelf, een aanduiding voor de unieke en individuele stroom mentale en fysieke processen, de khandha's, komt definitief een einde bij de dood van een Boeddha of arahant, heb ik begrepen. Nooit meer zal deze wereld of een andere wereld worden ervaren, volgens mij.
Binnen dit dynamische zelf, dit brouwsel van fysieke en mentale processen, speelt ook asmi mani, de notie Ik ben. Het komt daar als onderdeel ook in op. De oorzaak is tanha die leidt tot gehechtheid aan de velden van ervaring. Als dit niet eindigt zal ook het dynamisch zelf niet eindigen en zal er dus weer een geboorte volgen op dit leven en lijden zich continueren.
De notie Ik ben is bijkomstig ontdekte de Boeddha en kan er uit verdwijnen, voorgoed. En dat is een zeer diepe ontlasting, een geluk of vrede nog subtieler en hoger dan het verdwijnen van de druk en belasting van zintuiglijke verlangens. Als tanha verdwijnt verdwijnt ook de notie Ik ben.
Nu komt in de stroom van fysieke en mentale processen geen 'Ik ben' notie meer voor omdat er geen begeerte meer is. Nu ontbreekt elke conditie voor weer een nieuwe geboorte, d.w.z de kettingsreactie tanha naar upadana naar bhava naar jati (geboorte) vindt niet meer plaats.
Bij de dood van de Boeddha eindigt nu de levensstroom van fysieke en mentale processen die al sinds beginloze tijd bestaat voorgoed. Geboorte is beeindigd.
Er zullen geen zintuiglijke contacten meer ontstaat in deze of andere werelden.
De Boeddha zegt ook ergens dat het enige wat eigenlijk eindigt lijden is. Dit vind ik moeilijk want volgens mij eindigt toch ook een mogelijkheid om wat voor anderen en de wereld te kunnen betekenen. Daar zit het wat mij betreft wat klem. Ik wil nog graag iets betekenen.