Wetenschap en religie liggen elkaar over het algemeen niet zo. Wetenschap wordt er nog wel eens van beticht een patent op de waarheid te claimen. Dit is een prikkelende stelling, zeker afkomstig van religieuze leiders die zelf niet wars zijn van verstrekkende uitspraken over hoe de wereld volgens hun traditie in elkaar zit. Of hun lezing van die traditie, in elk geval. Een herwaardering van wat wetenschap is, leert ons meerdere spirituele lessen.
Wat moeten we doen als de Boeddha zegt dat dit rondwaren zonder naspeurbaar begin is en de natuurkundigen hoesten gewoon een leeftijd op van zus en zoveel miljard jaar? Wat moeten we doen als onze lezing van de Bijbel zegt dat het ongeveer tienduizend jaar moet zijn? Er is een heel scala aan mogelijke reacties.
Ach, die wetenschappers veranderen hun mening toch voortdurend, waarom zouden we dit opeens betrouwbaar moeten vinden? Nee, onze traditie beweert al heel lang hetzelfde. Dat kan. De leeftijd van de Aarde is trouwens echt behoorlijk vaak bijgesteld en dat ging met hele ordegroottes tegelijk. Tegenwoordig niet meer maar we kunnen niet uitsluiten dat een nieuwe ontdekking toch een flinke verschuiving oplevert.
Ach, dat is de blinde zoektocht van de ongelovige. De diepere, ultieme waarheid is anders. Wij kennen die waarheid. Dat kan. Je merkt dan dat er andere tradities zijn die met vergelijkbare stelligheid iets heel anders beweren. Die kun je natuurlijk afschrijven als ketters of gewoon misleide mensen.
Ach, die wetenschappers kunnen geen antwoord geven op de vraag 'waarom'. Onze traditie doet dat wel. Het gaat er niet om of het waargebeurd is maar of het waar/waarachtig klinkt of overkomt. Ook dat kan. Ik ken overigens een schitterende duiding van het bijbelse verhaal van de zondeval die het inderdaad tot een waardevol inzicht maakt, of het nou waargebeurd is of niet. Natuurwetenschap geeft inderdaad nooit antwoord op de vraag 'waarom' maar alleen op vragen als 'hoe', 'wanneer', 'waar'.
Als we wel de wetenschappelijke vondsten accepteren als (voorlopig dan maar) gezaghebbend dan kunnen we ook de lezing van onze religie aanpassen. God is nu niet meer verantwoordelijk voor de bliksem en de bescherming daartegen (daar zijn bliksemafleiders immers voor) maar Hij is wel aanwezig in ieders hart om steun, troost en inspiratie de bieden, gebruikmakend van onszelf en van anderen. De evolutie is precies zo verlopen als wordt beweerd behalve dat God wel de mens een aparte zet heeft gegeven in het geheel. Die schildpadden die de wereld zouden steunen die zijn er weliswaar bij controle niet maar dat oorspronkelijke verhaal heeft nu z'n waarde in ons verwondering en inspiratie bieden of ons helpen bij het volgen van het Pad. We kunnen er ook op wijzen dat de Boeddha spreekt van vele wereld-systemen en dat het heus niet allemaal over de bij ons bekende Aarde hoeft te gaan. Was dat wat de historische Boeddha ermee bedoelde? We kunnen het niet navragen.
Zelfs mensen die zich echt niet bezig houden met dit soort puzzelarij willen toch nog wel eens zeggen dat wetenschap beperkt is, alleen maar empirisch kijkend en verder niet. Dit is, vind ik persoonlijk, niet eerlijk. Echte natuurwetenschap staat open voor alles dat ook maar enigszins verifieerbaar is. Het is bijvoorbeeld echt onwaar dat wetenschap niet open zou staan voor het bovennatuurlijke. Als er een effect optreedt door bovennatuurlijke oorzaken dan is dat effect gewoon meetbaar en dit zal erkend worden. Het moet wel enigszins overtuigend zijn. Zieke mensen die 0,13% sneller beter worden als er voor ze gebeden wordt maar soms ook niet, overtuigen natuurlijk alleen de mensen die een bewijs voor de effectiviteit van gebeden willen zien. Een mooi voorbeeld is het effect van regelmatige meditatie, zeker als je er beter in bent en/of het al lang doet. Er is overtuigend aangetoond dat dit veranderingen aanbrengt in het brein. Nou hebben we niet de gewoonte om meditatie bovennatuurlijk te noemen maar het is wel een punt van geloof dat het bepaalde effecten heeft.
Ik wil in dit stuk een lans breken voor een herwaardering van de empirische natuurwetenschap, niet eens omdat we de uitkomsten moeten geloven maar veeleer omdat de bijbehorende houding een intens spirituele houding is. Natuurlijk komt in de academische wereld fraude voor en beïnvloeding door de derde geldstroom. Natuurlijk worden er domme fouten gemaakt en worden er effecten opgeklopt om aan bekendheid te komen en onderzoeksgelden. Ditzelfde zien we ook bij religieuze instellingen. Mensen zijn wat dat betreft gewoon mensen. Waar de monnik echter een hoge roeping heeft tot totale ontworteling van de ketenen, kent de wetenschapper een minstens zo hoge roeping: het zoeken naar de werkelijkheid. Hoe toont die werkelijkheid zich aan ons? Wetenschappelijk gezien kunnen we alleen maar modellen maken maar gelukkig zit het universum zo in elkaar dat die modellen heel betrouwbaar kunnen worden. We kunnen verschrikkelijk veel leren, wat makkelijk is terug te zien in het fabelachtige succes dat de natuurwetenschap heeft gehad. In tegenstelling tot religieuze modellen is wetenschap algemeen, kan iedereen meedoen ongeacht geslacht, kleur, afkomst of wat dan ook. Ja, er is budget voor nodig, dat wel.
De wetenschapper die haar werk op ideale wijze doet is een bijzonder nederig mens. Hij moet in staat zijn om tegen de werkelijkheid te zeggen: het is okay, hoe je ook bent. Ik accepteer je. Ik doe experimenten en zoek naar bewijsmateriaal en ik zal de weg volgen die gewezen wordt door wat ik vind. Niet mijn mening, niet mijn voorkeur of belang is daarbij belangrijk. Alleen de bewijzen die ik vind zijn belangrijk. Het is een groot goed als een mens dat kan zeggen. De echte toppers zijn in staat om, laten we zeggen, op een conferentie te horen te krijgen dat twintig jaar van hun onderzoek onderuit is gehaald door een overtuigend stuk van een collega en dan die collega te gaan bedanken. Bedankt dat je met jou beter passende visie mij geholpen hebt! Het is een enorm groot goed als een mens zoiets kan zeggen. Tegelijkertijd is de echte wetenschapper gebeten van het heilig vuur, vervuld van een enorme nieuwsgierigheid, een drang te ontdekken hoe het allemaal zit. Dit lijkt mij een vorm van eerbied, in die zin dat het een open, niet oordelende, verwelkomende houding is, gekenmerkt door het verlangen te leren.
Zijn wij in staat om dat te doen? Met onze religieuze, onze politieke visies? Lezen wij artikelen van anderen die we tegenstanders zouden kunnen noemen? Tegenstrevers misschien? Nemen we hun gedachten op en bekijken we heel integer tegenover de werkelijkheid of het klopt wat die anderen zeggen? Passen we onze visies wel eens aan? Zijn wij in staat om een artikel te lezen en dan te zeggen: ik had het mis, wat fantastisch!
Zo'n houding kost nederigheid en eerbied tegenover de werkelijkheid. Zij is in belangrijke mate zelfloos en zelfverloochenend. Wetenschap is niet beperkt of materialistisch. Wetenschap is, op haar best, een diepgaand spiritueel avontuur dat ons belangrijke lessen kan leren die ineens toepasbaar zijn op onze geestelijke pad.