Naar aanleiding van het artikel uit de Volkskrant dat ik in Media heb neergezet:
Aangezien ik betrokken ben bij geen enkele boeddhistische organisatie zou ik niet weten of er opgeroepen wordt om het geweld tegen de Rohingya te veroordelen zoals dat wel gebeurt bij moslims en bij voorbeeld IS en Al-Qaida. Gelijke monniken, gelijke kappen, lijkt me. Toch.. het geweld veroordelen is erg makkelijk. Waar, tenslotte, in de dhamma-vinaya treffen we ook maar de mogelijkheid aan om anderen te onderdrukken of als tweederangsburgers te behandelen? Weten ze in Myanmar niet wat ahimsa is? Natuurlijk, zelfverdediging wordt geaccordeerd. Legers worden geaccepteerd door de Boeddha. Dhammawiki noemt de cakkavatti sihanada sutta, de siha sutta en de zo bekende mahaparinibbana sutta als voorbeelden.
De Tesakuṇa Jātaka toont ook dat de Boeddha accepteerde dat je je als land af en toe moest verdedigen, hoe vredelievend je ook was. De Jātaka’s worden niet door iedereen geaccepteerd als authentiek. In dit geval is het wel een hele mooie illustratie van de voorwaarden waaraan af en toe voorkomend geweld moet voldoen: “Een koning moet nooit ten prooi vallen aan woede. Liever, laat het zijn woede onder controle houden want noch iemand’s belangen noch zijn plicht gaan vooruit van angst… Wanneer een dispuut ontstaat, moet hij gelijke aandacht besteden aan beide partijen, horende de argumenten van elk, en dan besluiten wat het juiste is. Hij moet niet handelen uit favoritisme, haat, angst of dwaasheid..” Er volgt een hele serie aan tips over hoe je een uitstekende koning kunt zijn en niets daarvan is gewelddadig. Onder die voorwaarden mag een koning zijn onderdanen beschermen.
Zelfverdediding kun je net zover oprekken als je zelf wilt. We hebben dit bij extreem-rechts in West-Europa regelmatig kunnen horen. Vooral de mensen die vinden dat moslims inherent gevaarlijk en vijandig zijn (maar waarschijnlijk puur uit sluwheid al decennia vredige, productieve levens lijden), weten het snel genoeg zo te draaien dat je eigen preventief mensen het land uit moet gaan zetten. Dit verbreed het concept zelfverdediging zo ver dat het geen zin meer heeft. Het is ook niet ingebed in de lange serie aan vredige en positieve eigenschappen die de wieldraaiende monarch heeft. Laat het duidelijk zijn: het is niet boeddhistisch om anderen te behandelen als lager dan jij zelf. Het mag. De Leer en de Discipline verbieden bijzonder weinig. Het heeft wel gevolgen. Het veroorzaakt lijden, iets waar de Boeddha juist een tegengif voor probeerde te brengen gedurende zijn hele prediking. Het is niet boeddhistisch om op medogenloze wijze een opstand neer te slaan. Het is niet boeddhistisch om mensen te verdrijven omdat ze een religie aanhangen die jou onwelgevallig is. Wat er is gebeurd in Myanmar en wat er nog gebeurt is verschrikkelijk, wreed en onkundig.
Nu lopen we gevaar tegen de Geen echte Schot-drogreden aan te lopen. Zoals ik zei, het is makkelijk het geweld tegen de Rohingya te veroordelen. Ik denkt dat dat ook moet gebeuren en ik doet het zonder moeite. Zijn de mensen in Myanmar dan echter geen (echte) boeddhisten? Het zou ook makkelijk zijn om hier nee te antwoorden en zo het nobele karakter van de religie overeind te houden door de leden die ons niet uitkomen per definitie te schrappen. Ik denk dat we dat niet moeten doen. Boeddhist ben je omdat je de Leer van de Boeddha serieus wil gebruiken als leidraad voor je leven. Zelfs de panca sila verandert daar niks aan: iedereen kan de Pāli woorden prevelen maar dat doet op zich niks en iedereen die zich inzet voor wijsheid en compassie, die mildheid en openheid ontwikkelt tegenover alles in zich en om zich heen die heeft geen ritueel nodig. Je kunt je oefening wel volkomen verkeerd aanpakken of domweg nog niet zo ver gekomen zijn.
De Volkskrant denkt dat het schokkend is dat maar enkele procenten van de bhikkhu’s mediteert. Dat is genoegzaam bekend. Het is werkelijk niet aan mij om de Sangha te vertellen wat ze precies moeten doen met hun dag. Toch vind ik het wel schokkend dat bhikku’s betrokken zijn bij het geweld in Myanmar en het verspreiden van haat. Van leden van de Sangha kunnen we toch verwachten dat ze de basis kennen, zich zo goed en zo kwaad als het gaat houden aan de vinaya en dat ze de-escalerend optreden. Waar ongeïnstrueerde wereldlingen als wij voorkomen in alle soorten en maten en zeker in alle staten van geestelijke ontwikkeling, geldt dit niet voor de Sangha. Het is de Sangha die met nadruk giften waardig is, offers waardig is, gastvrijheid waardig is en eerbiedige begroeting waardig is. Dit is de Sangha omdat die juist oefent, recht oefent en zo verder, of hoe je het ook vertaalt. (supatipanno, ujupatipanno, ñāyapaṭipanno, sāmīcipaṭipanno). Bhikkhu, zo las ik pas in een post van nico70+, betekent letterlijk bedelaar maar in boeddhistische zin is dit eigenlijk niet juist. Een bhikkhu vraagt niet om aalmoezen maar komt opdagen en wacht af of hij wat krijgt. Als hij iets krijgt, dan is dat goed. Als hij niks krijgt, dan is dat ook goed. Op geen manier is deze prachtige instructie voor het spirituele pad te rijmen met oproepen tot geweld, onderdrukking en verdrijving van mensen. De geloofwaardigheid van de Sangha krijgt wat mij betreft een stevige knauw. Is zo’n man (of vrouw maar dat ligt binnen de theravada ook al moeilijk) eigenlijk nog wel eerbiedige begroeting waardig?
Ik vraag dit bewust zo hard. De vraag is namelijk serieus en mag niet zomaar weggewuifd worden onder het motto dat één rotte appel de mand nog niet bederft. De Sangha is onderdeel van het Drievuldig Juweel en heeft een huizenhoge naam waar te maken. Tenslotte kun je er je toevlucht toe nemen. Is dat nog wel zo? Vanzelfsprekend zijn er enorm veel bhikkhu’s die met het grootste vertrouwen en met de grootste toewijding het spirituele pad gaan en een zegen zijn voor zichzelf en hun omgeving. Dat is vast en zeker waar. Dit geldt mutatis mutandis ook voor priesters en die krijgen inderdaad veel meer kritiek. De kritiek zelf doet er echter niet zo toe want de feiten liggen er toch al.