Dorje, jij weet ook best dat je jezelf gemakkelijk in allerlei oncomfortabele situaties kunt brengen, zoals, dat je jezelf jezelf seks ontzegt, zintuiglijk genot ontzegt, luxe ontzegt, gezelschap ontzegt, aandacht ontzegt, creativiteit ontzegt, je behoefte aan veiligheid ontzegt, etc. Het wordt al snel oncomfortabel omdat je behoeften als mens er nu eenmaal zijn, en ze zijn zeer hardnekkig aanwezig. Moet je dat alsmaar voelen?
Ik ontzeg mijzelf geen seks, anders had ik geen kinderen, ik ben geen monnik. En trouwens met seks is op zich niets mis, zonder seks was er geen boeddha verschenen op deze wereld. Het probleem zit hem niet in de seks, maar in de begeerte ernaar (of afkeer ervan, want begeerte en afkeer zijn twee verschillende kanten van dezelfde medaille). Als begeerte verschijnt in mijn geest, of dit nu in verband is met seks of een lekkere maaltijd, dan probeer ik daar bewust van te zijn en te blijven. Het bewust ervan zijn maakt dat het zichzelf kan bevrijden (=dzogchen), het onbewust blijven ervan maakt dat je er overmeesterd door geraakt, met alle gevolgen vandien:
"En, Kālāmas, een persoon die begerig is, die door begeerte overweldigd is, zijn geest erdoor overmeesterd: die persoon doodt levende wezens, hij neemt wat niet gegeven is, hij bezoekt andermans vrouw, hij spreekt leugens, en hij maakt dat anderen dit ook doen. Dit brengt hem nog een lange tijd nadeel en lijden."
Bijvoorbeeld, ik lig in bed naast mijn vrouw ze rolt tegen mij aan en er verschijnt een begeerte naar seks in mijn bewustzijn. Als ik dit niet opmerk en er niet bewust van ben en blijf, gaat het mij overmeesteren: dan neem ik wat mij niet gegeven is (dan forceer ik mijn vrouw tot seks om mijn eigen begeerte te bevredigen), indien ik deze begeerte gewoonweg onderdruk (dan blijft het nog steeds onbewust actief), dan zou ik onbewust kunnen bewogen worden andermans vrouw te bezoeken, ik zou gaan liegen tegen andere vrouwen dat ik nog alleenstaand en vrij ben, ik zou gaan liegen tegen mijn eigen vrouw, … .
Als ik de begeerte die verschijnt in mijn bewustzijn kan zien verschijnen en kan zien als iets dat verschijnt en weer verdwijnt, dan hecht ik er niet aan, noch verwerp ik het, dan onderdruk ik het niet, noch ga ik er onbewust voor, maar dan gebeurt wat altijd gebeurt met iets dat verschijnt en het niet gevoed, noch afgestoten wordt: het verdwijnt weer even vlot als het verschenen is.
Als mijn vrouw daarentegen op een natuurlijke manier de liefde voelt opwellen in haar lichaam en die liefde gewoon wil vieren samen met mij, dan kan er nog begeerte verschijnen in mijn bewustzijn ("dit is mijn kans om mijn begeerte te bevredigen") en kan dit weer bewust gezien worden en kan het zichzelf bevrijden (in bewustzijn), dan is het effect hiervan niet nemen wat niet gegeven is, geen elders bevrediging opzoeken, geen leugens, …, maar wel liefdevolle, tedere seks en het effect daarvan kan geboorte van kinderen zijn, die wie weet, boeddha worden..
Vandaar voor mij gaat het niet om ontzien van seks, voor mij gaat het om ontzien van de behoefte begeerte te bevredigen en zo oncomfortabel voelt dat echt niet. Ik ontzeg mij geen zintuiglijk genot, ik ontzeg mij enkel het bevredigen van begeerte naar zintuiglijk genot. Als zintuiglijk genot zich voordoet, zonder dat deze er is uit begeerte, maar omdat het zich voordoet (bvb. mijn vrouw heeft lekker gekookt), dan is er genieten daarvan (van het lekker eten), zonder begeerte naar meer. Ik ontzeg mijzelf geen luxe, ik ontzeg mij enkel het bevredigend van begeerte naar luxe. Maar als luxe zich voordoet zonder dat ik het nagestreven heb, dan verwerp ik het niet en begeer ik het ook niet en wil ik niet nog meer luxe. Ik ontzeg mij geen gezelschap, anders had ik geen vrouw en geen kinderen, ik ontzeg de bevrediging van de begeerte naar gezelschap, de afhankelijkheid ervan voor mijn welbevinden. Ik ontzeg mij geen creativiteit, creativiteit heeft geen nadeel, enkel de begeerte ernaar. Ik ontzeg mij niet de behoefte aan veiligheid, als vader heb ik een verantwoordelijkheid voor mijn kinderen en breng ik ze spontaan in veiligheid als dat nodig is, inclusief mijzelf, omdat ze minder veilig zouden zijn zonder mij.
Ik ontzeg mij geen zelf, ik ontzeg mij gewoon het bevredigen van dat zelf, door het bewustzijn van het verschijnen ervan als iets dat verschijnt, even verwijlt en ook weer verdwijnt, maar geen vaste substantie heeft waar aan vastgehouden kan worden, en dus ook niet verworpen kan worden. Het bevrijdt zichzelf in het bewustzijn ervan als verschijning.
Persoonlijk, (en dit zegt waarschijnlijk alles over mij) werkt dit voor mij niet. Het wordt teveel een wilskracht ding. En op een dag is de tank leeg. Het is teveel een weg van strijd.
Het wordt teveel een wilskracht ding omdat het vanuit dat gebeurd dat wilskracht is: ego. Als het vanuit ego gebeurt ("ik" moet vat krijgen op mijzelf), dan heeft dit, zoals je zelf helder kan vastellen, enkel een tijdelijk effect, en is het effect op lange termijn juist het tegenovergestelde: een negatief gevoel van falen, onmachtig zijn en dus een opgeven van de strijd. Als het vanuit de herkenning gebeurd dat je werkelijk niet dat ego bent, maar het bewusrzijn waar zowel dat ego, zijn wilskracht, begeertes, seks, lekkere maaltijden, en noem maar op in verschijnen, dan is er geen sprake meer van wilskracht, maar van "zichzelf bevrijden", enkel zien, bewustzijn, en het zichzelf laten bevrijden in het bewustzijn ervan. Dat is geen strijd, dat is een bevrijding van strijd.
Altijd maar dat worstelen, dat overhoop liggen en op onaangename wijze geconfronteerd worden met je eigen neigingen. Om eerlijk te zijn, ik leer er vooral van hoe sterk die neigingen zijn. Maar om nou te zeggen dat ze afzwakken of zelfs eindigen nee. Daar lijkt iets anders voor nodig.
Worstelen, strijd, het is dat wat ego is, en wat ego nodig heeft om zichzelf in stand te houden. Het enige dat nodig is zien dat ego niet is wat je werkelijk bent, maar ook maar iets is dat verschijnt en weer verdwijnt. Dat waarin het verschijnt, Bewustzijn, is wat je werkelijk bent en vandaaruit kijken, zien en handelen is het bevrijden van strijd. Deze bevrijding gebeurt spontaan, dus vergt geen strijd, het bewust worden van dat waarin het bevrijdt wordt, gebeurt echter niet spontaan, daar is beoefening voor nodig, beoefening die het herkennen van waarin bevrijding spontaan gebeurt steeds opnieuw laat plaats vinden. Maar als je dit eens herkent hebt, is deze beoefening ook geen strijd, dan gebeurt dit vreugdevol en in het volste vertrouwen, want je weet dat het er is, en altijd is geweest, en altijd zal zijn.
Ik wens je deze herkenning van harte toe! Ik wens je dat je los kan komen van het "ik", het zelf, het ego dat zich geconfronteerd voelt, zodat bevrijding iets vreugdevol in plaats van strijdvaardig wordt.