En nog: als de aard van jouw geest en de aard van mijn geest hetzelfde is, dan is deze aard er nog steeds als ik verdwijn en jij er nog bent, of als jij verdwijnt en ik er nog ben, en dus ook als we beiden verdwijnen, niet?
Anguttara Nikaya 3.47 (7)“Bhikkhu’s, er zijn deze drie kenmerken die het geconditioneerde bepalen. Welke drie? Een ontstaan/opkomen wordt gezien, een verdwijnen wordt gezien, en diens verandering terwijl het aanhoudt/duurt wordt gezien. Dit zijn de drie kenmerken die het geconditioneerde bepalen”.
“Bhikkhu’s, er zijn deze drie kenmerken die het ongeconditioneerde bepalen. Welke drie? Er wordt geen ontstaan/opkomen gezien, geen verdwijnen wordt gezien, en geen verandering terwijl het aanhoudt/duurt wordt gezien. Dit zijn de drie kenmerken die het ongeconditioneerde bepalen”. Ik heb zelf het idee dat beide hier en nu te zien zijn. Is het niet zo dat we inderdaad kunnen zien dat gedachten opkomen, en neigingen/emoties, en waarnemingen en gevoelens? Ze komen en gaan en veranderen in de tussentijd. We merken dat komen en gaan op. Zo snappen we wat de Boeddha bedoelde met 'het geconditioneerde'. Het staat voor alles wat ontstaat, bestaat en weer ophoudt te bestaan, intern en extern, grof en subtiel, ver en nabij.
En is er ook iets wat volgens mij anders is. Iets waarbij je, als je gewoon wakker bent, juist geen ontstaan, even bestaan en verdwijnen ziet. Iets wat je stilte kunt noemen, of leegte, of roerloosheid of een soort onbewogenheid, ongrijpbare ruimtelijkheid. Iets wat stabiel aanwezig lijkt temidden van opkomende verschijnselen? Iets wat aldoor zichzelf blijft. Onveranderlijk en ik denk ook onveranderbaar.
Terwijl je wakker bent kun je het ontstaan zien/merken van gedachten, emoties/neigingen, gevoelens, waarnemingen. Je merkt afwisselingen. Maar niet hierbij. Terwijl je wakker bent zie je geen opkomen en verdwijnen of tussentijdse verandering van die stilte, leegte, onbewogenheid, die ongrijpbare ruimtelijkheid. Toch, er zijn wel perioden, zoals in diepe droomloze slaap, dan is er helemaal geen bewuste waarneming en weet je later, bij bewustzijn gekomen, ook niet of die ongrijpbare ruimtelijkheid toen aanwezig was tijdens diepe droomloze slaap. Dus je kunt niet bepalen of dit eeuwig aanwezig is ofzo. Maar je kunt wel zeggen dat, terwijl je wakker bent, die ongrijpbare ruimtelijkheid zich niet lijkt voor te doen als iets wat ontstaat, even bestaat en verdwijnt. In die zin lijkt het anders dan verschijnselen zoals gevoelens en waarnemingen.
Ik heb zelf het idee dat die ongrijpbare ruimtelijkheid, die stilte en leegte, meer beantwoordt aan wie/wat we zijn dan de verschijnselen die komen en gaan. Daarom heb ik ook het idee dat je jezelf niet kunt veranderen. Al transformeer je door beoefening van een extreem ongeduldig iemand tot een heel geduldig persoon, ik geloof er niet in dat je jezelf nu ervaart als totaal ander iemand. Je blijft jezelf beleven als dezelfde persoon. Je verandert toch ook niet wezenlijk als lust verdwijnt nadat het er eerder was, of als gedachten stoppen, of als boosheid verdwijnt? Dan verdwijn je toch niet zelf? Je wordt toch niet opeens een heel ander iemand met of zonder gedachten?
In wezen ben je
volgens mij niet te veranderen, maar bijkomstige zaken aan jezelf kun je wel veranderen. Zoals je manier van denken, neigingen, kortom al die conditioneringen, dat is veranderbaar. Maar er is iets dat leent zich niet voor verandering, en dat iets ligt volgens mij dichter bij wie/wat je bent dan het geconditioneerde.
Ik kan niet goed zien of de Boeddha het wel zo bedoelde. Sommigen lijken dit tegen te spreken, maar zo voel ik het aan.
Ik zie het ook op een logische manier. Stel namelijk dat we alleen het geconditioneerde zouden zijn, dat alles instabiel is aan onszelf, hoe kun je dan ooit bij stabiliteit uitkomen? Hoe kun je ooit een eiland of toevlucht van jezelf maken als jezelf alleen maar zou bestaan uit instabiele mentale en fysieke processen?
En leert de Boeddha ons ook niet om al die instabiele fysieke en mentale processen zo te beschouwen: "dit ben ik niet, dit is niet van mij, niet mijn zelf'?
Het kan volgens mij niet anders of het eiland, de toevlucht, het stabiele moet er nu al zijn. En volgens mij is dat het ongeconditioneerde. Het is niet de bedoeling dat te zien als 'dit ben ik, dit is van mij, dit is mijn zelf' omdat je dan, ipv aan het geconditioneerde, aan het ongeconditioneerde gaat hechten. Het is de bedoeling los te laten, te ontspannen. Elke visie van zelf leidt tot lijden en ellende zegt de Boeddha ergens.
Nogmaals, ik wil niet beweren dat dit de leer is van de Boeddha, maar zo voel ik het aan. Misschien zeggen mensen het anders, misschien de Boeddha ook, maar ik geloof ook niet dat iemand in staat is te bepalen wat eeuwig is. Kan eeuwigheid object zijn van directe kennis?
Siebe