Ja zeg, dat laatste moet je natuurlijk tegen jezelf zeggen 
Zeker dat! Alles wat ik hier zeg, zeg ik ook tegen mezelf.
Waarom zou de Boeddha vedana zo hebben ingedeeld? Waarom heeft hij niet onderwezen dat een gevoel/sensatie pas onaangenaam wordt als we dat gevoel mijn-maken?
Waarom zou hij zoiets wel onderwijzen (gevoel/sensatie pas onaangenaam wordt als we dat gevoel mijn-maken)? Dat is toch ook helemaal niet wat ik zeg?
En ik zeg ook niet dat een Boeddha als persoon geen voorkeuren, geen smaken of geen pijn ervaringen meer heeft. Ik zeg alleen dat bevrijding betekent dat er geen identificatie meer is met die persoon die voorkeuren heeft, die smaken heeft en die pijnen ervaart. Die persoon is iets dat verschijnt en ook weer verdwijnt. Het is niet meer ik, mijn, mijn zelf. Zou er toch nog mijn maken zijn [van die persoon die verschijnt], dan is er in en uit de bevrijding gaan en is de bevrijding niet volledig.
Zolang een boeddha dus als persoon nog verschijnt, verschijnt er ook nog last, maar je schrijft het zelf: er is geen mijn-maken meer, als er geen mijn maken meer is [van die persoon natuurlijk], is er geen mijn last meer, als er geen mijn last is, is er geen bevrijding van mijn last nodig. En is er geen minder of meer bevrijding als last verschijnt of juist niet.
Nog maar eens met andere woorden: het gaat er niet om dat een gevoel/sensatie pas onaangenaam wordt als we dat gevoel mijn-maken. Gevoel/sensatie blijft aangenaam/onaangenaam/neutraal t.o.v. het subject dat het gevoel ervaart (zonder subject is er geen aangenaam/onaangenaam/neutraal gevoel, heet water of rot voedsel is niet onaangenaam op zich, maar wel voor een bepaald subject), daar ben ik het helemaal mee eens met hoe dat het is overgeleverd van de Boeddha. Het gaat er om dat het "subject" niet meer eigen gemaakt wordt.
Als je onaangename gevoelens houdt, kun je dan echt zeggen dat je in dit leven volledig bevrijd bent van lijden?
Als dat wat die onaangename gevoelens ervaart blijft gezien worden als iets blijvends, met een essentie, een essentie die je bent, die van jou is, wat je zelf is, dan is er geen volledige bevrijding.
Ik zie maar 1 mogelijkheid, en dat is dat je een zelf poneert dat helemaal losstaat van gevoelens, losstaat van alle khandha's, los van bewustzijn, maar dat doet de Boeddha niet, voor zover ik weet. Dat is een sakkaya ditthi.
Dat is ook zo, dat is een illussie, helemaal mee eens. Als er geclaimed wordt dat er een zelf is dat helemaal los staat van wat ervaren wordt, los van de khanda's, los van bewustzijn, dan is dat een verkeerde visie.
En inderdaad, dat is de ene mogelijkheid die jij maar kan zien in wat ik schrijf, en dat blijf je er dan maar van maken, terwijl ik steeds aangeef dat het juist gaat om te zien dat er geen blijvende essentie is, geen zelf, dus ook geen zelf dat los staat van alle khanda's, gewoon GEEN zelf. Dat zien is volledige bevrijding.
Even samenvatten:
Gewone mens als jij en ik:Wij ervaren trekken en afstoten t.o.v. alles wat we ervaren. Als pijn wordt ervaren, dan ontstaat hier afkeer tegen, dit voegt een secundair lijden toe, een lijden omdat we pijn ervaren, een geestelijk lijden.
Onvolledig bevrijdde mens (bevrijding komt en gaat)Zij ervaren geen trekken en afstoten meer t.o.v. alles wat ze ervaren. Als pijn wordt ervaren, dan ontstaat hier geen afkeer tegen, dit voegt geen secundair lijden meer toe, wat overblijft is fysiek lijden. Enige oplossing hiervoor is: een toestand vinden waarin dit fysiek lijden tot stilstand komt, telkens men in die toestand komt, is er geen lijden meer, telkens men uit die toestand komt is er weer lijden (onvolledige bevrijding van lijden). Indien dit er uiteindelijk toe leidt dat er ook geen trekken en afstoten meer is aan het subject (die wat lijdt), dan staat er misschien wel een volledige bevrijding te wachten als eindelijk dat in en uit die bevrijding gaan stopt, omdat de grond op basis waarvan men dit komen en gaan van lijden ervaart, wegvalt (dood) en hopelijk (doordat de gehechtheid er aan hopelijk echt wel volledig is weggewerkt, zodanig dat het ook niet via een achterpoortje meer binnen kan sluipen na de dood van lichaam) wordt die onvolledige bevrijding dan voleindigd.
Volledige bevrijding (bevrijding komt en gaat niet meer)Hier spreken we niet meer van een mens die bevrijd is, maar hier spreken we van de ontdekking/realisatie van dat wat als mens verschijnt, zelf ook iets is dat maar verschijnt en weer verdwijnt, geen essentie heeft, geen zelf is. De mens die verschijnt, en waar minstens dat primair lijden, fysiek lijden, samen mee verschijnt, is dan gezien als ook maar iets dat verschijnt en weer verdwijnt, geen essentie heeft, geen zelf heeft. Enkel met dit inzicht is blijvende bevrijding gerealiseerd, enkel als deze realisatie niet meer aangetast is door wat wel nog steeds verschijnt (de mens, de Boeddha en de wereld waarin die verschijnt), en het lijden dat hiermee gepaard gaat (pijn in de rug, ziekte, ouderdom, dood), pas als dat niet meer gezien wordt als wat je bent, is er zekerheid dat bevrijding nooit meer komt en gaat. De boeddha als persoon, die tijdelijke verschijningsvorm, heeft hiervan getuigd, en onze tijdelijke verschijningsvorm kan hier kennis van nemen. Maar zolang die tijdelijke verschijningsvorm zijn eigen tijdelijkheid, essentieloosheid (m.a.w. het feit dat er helemaal geen werkelijk zelf is, ook niet één dat los staat van de khandha's, of los van bewustzijn) niet werkelijk ervaren heeft, blijft er maar één mogelijkheid over: er is bevrijding mogelijk in een toestand, en die bevrijding is weer weg buiten die toestand, dus dat wat ons steeds uit die toestand trekt (functioneren in de wereld) is een last en moet eerst verwijderd worden, voor dat er volledige bevrijding kan zijn (bevrijding en verschijning zijn voor zo iemand elkaar uitsluitende toestanden, net als stilte en geluid voor zo iemand ook altijd uitsluitende toestanden zullen zijn en dus maar zo gezien kunnen worden).
De bevrijding in dit leven kan dus nooit volledig zijn (dat is dan de zienswijze), en zelfs een Boeddha kan in die zienswijze dus nooit van een volledige bevrijding getuigd hebben, want op het moment van het getuigen verschijnt er samen met het getuigen ook weer lijden van de getuiger, dit is dat geen getuigenis van een volledige bevrijding, maar van een bevrijding die komt en gaat, en waarvan op basis van interpolatie "aangenomen" kan worden dat die ooit volledig (blijvend) kan worden na de dood. Maar je kan ook de omgekeerde interpolatie maken: de Boeddha heeft kunnen vaststellen dat die toestand zonder lijden tijdelijk is, ook al heeft hij heel zijn hechting aan bestaan opgeheven, valt hij na enige tijd nog steeds uit die toestand. Dus… niets, maar dan ook niets kan hem garanderen dat, ook al is de hechting aan bestaan volledig opgeheven, er na de dood ook niet na een bepaalde tijd weer uitvallen zal zijn uit die bevrijding.
Er is maar één iets dat volledige bevrijding kan garanderen en dat is dat die als blijvend ervaren is no matter what, en dus ook no matter of bestaan nog verschijnt of niet. Alleen dan kan er getuigd worden van een volledige, blijvende bevrijding. In alle andere gevallen kan er enkel getuigd worden van een onvolledige, komende en gaande bevrijding, en is de blijvendheid ervan een projectie, een potetische interpolatie naar de toekomst (de toekomst na de dood), m.a.w. een geloof.
Je doet er maar mee wat je wil, maar als je het mij vraagt, dan zie ik het zo, dit zien kan nog veranderen, het kan nog verdiepen, verhelderden, breder worden, maar het gaat nooit meer terug gaan naar die veel beperktere zienswijze, nl. die vanuit het oogpunt van een zelf te zijn die zichzelf moet bevrijden van het ervaren van een wereld. Echt niet. Op dat vlak is er geen weg meer terug, het spijt me voor jou Siebe.
Ik zal geen voorbarige conclusies trekken maar wel voorlopige.
Blij om dat te lezen!