Examine these five khandhas as they come and go. You will see clearly that they are impermanent, that this impermanence makes them unsatisfactory and undesirable, and that they come and go of their own – there is no “self” running things. There is to be found only nature moving according to cause and effect. All things in the world fall under the characteristics of instability, unsatisfactoriness and being without a permanent ego or soul. Seeing the whole of existence in this light, attachment and clinging to the khandhas will gradually be reduced. This is because we see the true characteristics of the world. We call this the arising of wisdom.
Ik heb er grote twijfels bij of het echt zo bedoeld is. Andere teksten leren juist dat er wel degelijk genoegen en bevrediging schuilt in rupa, vedana, sanna, sankhara en vinnana. Sterker, zou er geen genoegen aan te beleven zijn, dan zou er ook geen gehechtheid zijn.
Toch mij nog maar even moeien, anders ontstaat er misschien ongerustheid over mijn stil zwijgen. Maar laat ik op voorhand zeggen dat ik er niet op uit ben om iemand te overtuigen van mijn visie, noch om zelf overtuigd te worden van een ander zijn visie. Ik deel gewoon wat er in mij opkomt en lees wat er in anderen opkomt. Als dit tot inzicht leidt, zij het bij mezelf of bij een ander, dan lijkt het mij zinvoller om even in dit inzicht te marineren, in plaats van maar steeds door te blijven gaan met standpunten te verdedigen, gelijk te halen of begrepen te willen worden.
Stilte kan heel heilzaam zijn, stilte, ook in de zin van dat voortdurend geconceptualiseer en gegrijp naar het willen vatten van uitspraken van anderen, teksten en sutta's, eens even helemaal tot stilstand te laten komen, zodat er een ander soort begrip, eentje die niet via woorden en schijnbaar mooi afgelijnde begrippen gaat, maar via iets anders. Waar woorden en schijnbaar mooi afgelijnde begrippen een houvast lijken te geven maar in werkelijkheid vaak juist verwarring, twijfel en verdeeldheid voort brengen, brengt zo'n niet-conceptuele stilte juist meer helderheid, vertrouwen en geïntegreerd begrip (een begrip dat veel uiteenlopende beschrijvingen zonder mentaal conflict kan samenhouden).
Een flauw voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld dat je woorden te sterk uiteen kunt rafelen alsof er staat dat de vijf khandas die komen en gaan, geen essebtie hebben en dus nooit oorzaak tot ware bevrediging kunnen zijn, in zichzelf onbevredigend zouden zijn. Terwijl als je je even niet blind staart op de woorden en vooral ze niet teveel uit elkaar rafelt, dat je wel degelijk er uit kan begrijpen dat het onbevredigende zit in het feit dat ze impermanent zijn en geen essentie hebben. Dit zien maakt ze daarom niet minder onbevredigend (het blijven zaken die komen en gaan en geen essentie hebben en dus nooit ware bevrediging kunnen geven), maar maakt wel dat ze geen onbevredigend gevoel meer geven omdat de gehechtheid er aan weg valt. Dat heet wijsheid of inzicht.
Als je al deze concepten er rond even kan laten vallen, dan kan je zoiets als bevrijding van de belasting doordat de gehechtheid aan iets wegvalt door even heel helder te zien dat het de gehechtheid niet waard is, in de directe ervaring voelen, al was het maar voor even, dan geeft dit vertrouwen in wat het waard is te cultiveren: meer zo'n momenten van verstild (niet beredeneerd, niet-conceptuuel, direct ervaren) inzicht. Dat wil daarom nog niet zeggen dat je even later weer niet helemaal benomen kan worden door gehechtheid aan iets anders, dat wil alleen zeggen dat je niet meer twijfelt aan de oplossing, enkel nog aan je capaciteit om deze volledig te realiseren. Maar in de plaats om je daar op te gaan richten, hetgeen ik als excuses benoem om niet er mee te gaan oefenen, kan je ook gewoon met vallen en opstaan gewoon doorgaan er mee te oefenen, tot je misschien ooit die twijfel aan je capaciteit ook nog eens overkomt, wie weet. Maar het proces wordt dan belangrijker dan de uitkomst en de paradox wil nu net dat de uitkomst maar kans kan hebben als de gehechtheid er aan volledig opgegeven wordt.
Dus je gaat het aan en stopt dan met excuses voor jezelf te vinden, jezelf steeds maar weer in twijfel te trekken, je te laten ontmoedigen door een gewenst resultaat dat onbereikbaar lijkt (je aan zoiets hechten dat is pas dukkha), of je gaat het niet aan en blijft voor jezelf bewijzen waarom niet.
Ook is het niet zo moeilijk in te voelen dat een weerzin voor lichaam, voor verschijnselen en voor het leven, ook al kan het gebruikt worden als een "tijdelijk" medicijn tegen een overdreven gehechtheid er aan, ook niet bedoeld is als definitieve oplossing voor het onbevredigende ervan. Iets afstoten is evenzeer aanleiding tot onbevrediging dan het aantrekken. De echte vrede kan maar gevonden worden in het opheffen van beiden zowel trekken als afstoten.
Je kan dan wel begrijpen dat het leven onbevredigend is (het zal nooit werkelijk oorzaak tot bevrediging zijn), zonder dat het leven dan aanstootgevend is. Dat noemt gelijkmoedigheid.
Met het ontwikkelen van gelijkmoedigheid kan je dan in de wereld zijn, zonder dat het je aantrekt of afstoot. En kan je dan een vredige staat behouden, zonder het leven te moeten vermijden.
Wat ultieme vrede is, is werkelijk niet zo van belang. Het wordt maar vanzelf belangrijk als al dat gespeculeer en geconceptualiseer los gelaten kan worden en het je er dus niet meer van weerhoudt om op het punt te geraken waar het vanzelf belangrijk wordt.