Auteur Topic: wereld- en boven-wereldlijk pad  (gelezen 708 keer)

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
wereld- en boven-wereldlijk pad
« Gepost op: 01-07-2020 14:17 »
Ik kwam onderstaande tegen en dit lijkt me een mooi samenvatting en goede info om te delen.
[ik heb het vertaald uit het Engels, Majjhima Nikaya, Bodhi, Inleiding blz. 41-43]

“De beoefening van het boeddhistische pad ontplooit zich in twee verschillende stadia, een wereldlijk (lokiya) of voorbereidend stadium, en een boven-wereldlijk (lokuttara) of volbracht stadium. Het wereldlijke pad wordt ontwikkeld wanneer de leerling zich toelegt op de geleidelijke training in deugdzaam, concentratie en wijsheid. Dit bereikt zijn toppunt in de beoefening van inzicht-meditatie (vipassana, Siebe), hetgeen de directe ervaring verdiept van de drie kenmerken van bestaan (anicca, dukkha en anatta, Siebe). Wanneer de vermogens van de beoefenaar een toereikend niveau van rijpheid hebben bereikt, geeft het wereldlijk pad geboorte aan het boven-wereldlijke pad, zo genoemd omdat het op rechtstreekse en onfeilbaar wijze uit de wereld leidt (lokuttara) bestaande uit de drie rijken van bestaan (kama loka, rupa loka en arupa loka, Siebe) en tot het realiseren van ‘het doodloze element”, Nibbana”.

“Voortgang op het boven-wereldlijke pad wordt gemarkeerd door vier grote doorbraken, waarbij elk van deze de leerling binnenleidt in twee (opeenvolgende?) fasen genaamd het pad (magga) en diens vrucht (phala). De fase van het pad heeft als speciale functie om een bepaald aantal bezoedelingen te elimineren waar het op rechtstreekse wijze tegengesteld aan is, de mentale obstakels die ons gebonden houden aan de cyclus van wedergeboorten.
Wanneer het werk van het pad voltooid is, realiseert de leerling diens overeenkomende vrucht, de mate van bevrijding die door dat specifieke pad toegankelijk is gemaakt.

De canonieke formulering van eerbied aan de Sangha verwijst zijdelings naar deze vier niveaus van bevrijding- elk met hun stadium van pad en vrucht- wanneer het de gemeenschap van de Gezegende prijst als bestaande uit “de vier paren van personen, de acht type individuen” (MN7.7). Deze vier paren worden verkregen door bij elk stadium degene die op de weg zit om de vrucht te realiseren (anugami, Siebe) én degene die de vrucht bereikt heeft, te onderscheiden.

In de sutta’s belicht de Boeddha de specifieke kenmerken van elk boven-wereldlijk niveau (plane) op twee manieren: door de bezoedelingen te noemen waar op elk niveau afstand van wordt gedaan, én de consequenties die diens verwezenlijking heeft op het proces van wedergeboorte (zie, bijv. MN6.11-13, MN22.42-45 etc.).

(dus de soort bezoedelingen en de mate er van zijn verbonden met specifieke bestaansvormen)

Hij behandelt de eliminatie van de bezoedelingen door deze op te delen in een tienvoudige groep genaamd de tien ketens (samyojana). De leerling betreedt het eerste boven-wereldlijke pad ofwel als een Dhamma-volgeling (dhammanusarin) of als een vertrouwen-volgeling (saddhanusarin); de eerste is degene in wie wijsheid het meest dominant is, de laatste is iemand die vordert door vertrouwen aangedreven. Dit pad, het pad van stroom-intrede (sotapanna), heeft als taak om de grofste drie ketens te ontwortelen: persoonlijkheidsvisie (sakkaya ditthi, Siebe), d.w.z. de visie van een zelf onder de vijf aggregaten; twijfel in de Boeddha en zijn onderrichtingen (vicikiccha, Siebe); en gehechtheid aan externe regels en praktijken, ofwel ritualistisch of ascetisch, vanuit het geloof dat deze zuivering kunnen teweegbrengen. Wanneer de leerling de vrucht van dit pad realiseert, wordt hij een stroom-betreder (sotapanna), die de “stroom” van het (boven-wereldlijke, Siebe) Edele Achtvoudige Pad heeft betreden die hem op onomkeerbare wijze naar Nibbana leidt. De stroom-betreder zal definitieve bevrijding realiseren in maximaal 7 geboorten (?), die allemaal plaatsvinden in ofwel onder mensen of in de hemelse werelden.

Het tweede boven-wereldlijke pad  verwakt nog meer de drie basis bezoedelingen van hebzucht (lobha), haat (dosa) en begoocheling (moha), echter zonder deze te ontwortelen. Bij het realiseren van de vrucht van dit pad wordt de leerling een eenmaal terugkeerder (sakadagami) die nog 1 keer naar deze wereld (d.w.z. kama loka) zal terugkeren en zal dan een einde maken aan lijden.

Het derde pad ontwortelt de twee volgende ketens, zintuiglijk verlangen en kwade wil; het leidt tot de vrucht van niet meer terugkeren (anagami), door spontane geboorte zal iemand dan verschijnen in een van de speciale hemelse sferen  die de Zuivere Verblijven worden genoemd, en daar het definitieve Nibbana zal realiseren zonder ooit uit die wereld te verdwijnen.

Het vierde en laatste pad is het pad van arahantschap. Dit pad ontwortelt de vijf hogere ketens: verlangen naar wedergeboorte in de fijnstoffelijke wereld (rupa-loka, Siebe) en in het onstoffelijke werelden (arupa loka, Siebe), eigenwaan, rusteloosheid en onwetendheid. Door het realiseren van de vrucht van dit pad wordt de beoefenaar een arahant, een volledig bevrijde, die “hier en nu de bevrijding van geest en door wijsheid binnengaat en er in verwijlt ie smetteloos is door de vernietiging van de bezoedelingen”.


« Laatst bewerkt op: 16-08-2020 20:41 door Siebe »