Om eerlijk te zijn, Eckharts beschrijvingen vliegen soms echt alle kanten op en lijken vaak ook tegenstrijdig. Bijvoorbeeld, God is niet dit of dat, zegt hij, maar ondertussen beschrijft Eckhart God toch als dit en dat. Je moet hem maar niet op zijn woorden vastpinnen, lijkt me, maar eerder je gevoel laten spreken.
Of, is dat illusie?
Ik ben het met je eens. Niet dat ons gevoel daarom zoveel betrouwbaarder is, maar gevoel kan beter los raken van rechtlijnige mentale conclusies. En zoals je zegt, een rechtlijnige, mentale conclusie kan je er niet uithalen.
Zolang we dat gevoel dan ook niet houden als voor wat het is, maar eerder als een aanwijzen van de maan, dan kan het volgens mij geen kwaad.
Het is blijft denk ik wel goed om te weten dat hoe verlicht iemand ook is, want dat zou ik echt durven zeggen van een Meister Ekchart (hoewel meningen daarover mogen verschillen), het blijft kunst en vliegwerk en aanpassen van wat ontdekt is in een vorm die min of meer ontvankelijk kan zijn voor het publiek waarvoor gesproken wordt. Boeddha had hier heel veel geluk dat hij in een tijd en in een cultuur was verlicht geworden waar er een enorme openheid was. Guru's konden praktisch zeggen wat ze wouden in die tijd. Maar ook voor de Boeddha was het bijzonder moeilijk om iets dat niet in woorden te vatten viel, toch via woorden proberen over te brengen. Ook Boeddha heeft zich moeten aanpassen aan de geldende cultuur, en daarop rek proberen krijgen.
Misschien is daarom niet eens gevoel zo van belang, maar eerder of wat de woorden in je teweeg brengen iets wakker maken dat vooraf is aan denken EN gevoel, of juist niet (en dit kan van persoon tot persoon verschillen, en van zin tot zin). Als het iets wakker maakt, een soort van AHA, een soort van herkenning zonder dat er iets concreet/voelbaar/tastbaar te herkennen valt, als het zoals Boeddha zegt leidt tot een zeker afname van speelbal zijn van allerlei denkbeelden EN gevoelens, dan mag je er vrij gerust in zijn dat het ok is wat het doet. En dit is dus van toepassing op alles wat je van iedereen leest, is het nu van je buurman, van een monnik, van een Soefie meester of van een Hindu heilige... wat het met je doet is van belang, niet de woorden zelf.
- In the Father are the primal images of all creatures. This bit of wood has a rational image in God. It is not only rational, it is pure reason. (preek 53)
Ik weet nog niet hoe hij dit nou precies bedoelt. Misschien iemand anders?
Geen idee hoe hij dit precies bedoelt, alleen qua gevoel lijkt het zeer sterk op "Splijt een boomstam en daar is God. Splijt een steen en daar is God!", wat ook weer gelijkaardig is aan "Alles is boeddhanatuur".
En om nog dichter bij de beschrijving van Ekchart te komen: Alles is boeddhanatuur, alles is één geheel, er bestaat wezenlijk geen onafhankelijk stuk hout en al helemaal niet onafhankelijk van een iemand die rationeel of met de rede een stuk hout mentaal (als idee) gaat afscheiden uit dat geheel en als iets los van dat geheel gaat benaderen.
Doet het je wat?
- God is in all things. The more He is in things, the more He is out of things: the more in, the more out, and the more out, the more in. I have often said, God is creating the whole world now this instant. Everything God made six thousand years ago and more when He made this world, God is creating now all at once. God is in all things; but as God is divine and intelligible, so God is nowhere so truly as in the soul, and in the angels if you will, in the inmost soul, in the summit of the soul. And when I say the inmost, I mean the highest, and when I say the highest, I mean the inmost part of the soul. In the inmost and the highest part of the soul - there I mean them both together in one. Where time never entered, where no image ever shone in, in the inmost and highest part of the soul, God is creating the whole world. All that God created six thousand years ago, when He made the world, and all that God will create in the next thousand years, if the world lasts so long, is being wrought by God in the inmost recesses, at the apex of the soul. All that is past, all that is present and all that is to come, God creates in the inmost part of the soul. All that God works in all the saints, that He works in the inmost part of the soul. The Father bears His son in the inmost part of the soul, and bears you with his only-begotten Son, no less. If I am to be the Son, then I must be Son in the same essence as that in which he is Son, and not otherwise. (preek 17)
Wat dit bij mij wakker maakt: verleden is een construct van de geest, die nu geconstrueerd wordt, toekomst is een construct van de geest die nu geconstrueerd wordt, dit alles wordt steeds nu geconstrueerd/gecreëerd en er is alleen maar nu (klinkt een beetje new age achtig, sorry). Maar dit wakkert wel aan wat er is, en wat niet verloren is in een verleden, en wat niet teruggevonden moet worden in een toekomst, maar wat er nu gewoon is en waar alles uit voortkomt, maar niet afgescheiden, als iets anders als waar het uit voortkomt. Hij, God, is dan zoiets als het Gewaarzijn dat ondeelbaar is, maar wel verschijnselen alsof ze deelbaar zijn kan ervaren, inclusief tijd en ruimte. De ervaring van tijd en ruimte is echt, als ervaring, maar niet afgescheiden van dat wat ervaart.
-From the first kind of love that God has, we can learn how His divine goodness constrained Him to create all creatures, with which He was eternally pregnant in His ideal prevision, intending them to enjoy His goodness with Him. And among all creatures He does not love one more than another: for as each is wide enough to receive, in the same measure He pours Himself into it. (preek 88).
Hier zie je dus ook gezegd worden dat God zich genoodzaakte voelde om wezens te scheppen omdat Hij wilde dat ze in zijn Goedheid zouden delen.
Er is dus ook dat doel in en met het bestaan. Wezens zijn eigenlijk bestemd om bij die oorspronkelijke goedheid weer uit te komen.
In Dzogchen zegt men iets in de aard van: eerst was er Leegte, en de Leegte was zich niet bewust van zichzelf, toen onstond er Licht/Gewaarzijn (Bewustzijn/God) uit deze Leegte, via dit licht kon leegte bewust worden van zichzelf, maar daarmee kwam de opdeling, en het identificeren met het één en buiten sluiten van het ander, dualistische denkbeelden en vasthangen eraan, kortom lijden.
Door het onderscheiden van Leegte en Bewustzijn die bewust kan worden van de leegte, is Leegte bewust geworden van zichzelf (wat een goede zaak is!), maar door het onderscheiden is ook identificatie ontstaan waardoor er een onderscheid werd gemaakt tussen het Licht en dat waar het Licht uit is voortgekomen, en uit dit onderscheid is er nog verder onderscheid gekomen, nl. tussen verschijnselen en het licht dat deze verschijnselen waarneemt, en zo zijn we in verward dualisme terecht gekomen:
In het begin, voordat er iets was, bestonden de namen 'samsara' en 'nirvana' nog niet en alles was de oorspronkelijke grond van het zijn.
Toen ontstond uit die grond van zijn het Gewaarzijn. Op dezelfde manier waarop het natuurlijke licht van een kristal begint te stralen als er zonlicht op valt, zo kwam de oorspronkelijke wijsheid van Gewaarzijn tot leven door de levenswind. Daardoor brak het zegel van de vaas van de eeuwige jeugd en het spontaan ontstane heldere licht verscheen in de lucht als de opkomende zon, en manifesteerde zich als de zuivere gebieden van puur zijn en oorspronkelijk gewaarzijn."
Toen begreep de dharmakaya Kuntu Zangpo dat dit zijn spontane manifestatie was en ogenblikkelijk loste het uiterlijke licht van puur zijn en oorspronkelijk gewaarzijn op in het heldere innerlijke licht. In de oorspronkelijke grond van het zijn, die vanaf het begin zuiver is, bereikte hij de verlichting.
Wij, niet-verlichtte wezens, begrepen echter niet dat de aard van de spontaan ontstane verschijnselen onze eigen natuurlijke uitstraling was, en onoplettend waarnemen en verwarring waren het gevolg. Dit wordt 'de onwetendheid die elke waarneming vergezelt' genoemd.
Toen werden het heldere licht en de verschijnselen die uit de grond van het heldere licht voortkwamen, als twee verschillende dingen beschouwd. Dit is de zogenaamde 'onwetendheid die ontstaat door denkbeelden' Op dat moment liepen wij in de val van verward dualisme.
Omdat onze gewoontepatronen zich tegelijk met het geleidelijk uitbreiden van onze activiteiten vermeerderden, ontstond daarna het hele scala van samsarische handelingen. Daaruit ontstonden de drie emotionele reakties, samen met de vijf vergiften die daaruit voortkwamen en de vierentachtigduizend vormen van hartstochten die zich uit de vijf vergiften ontwikkelden, enzovoort. Sindsdien hebben wij - tot op dit moment - het plezier en de pijn ervaren van de voortdurende omwentelingen van het wiel. Eindeloos draaien wij rond in het samsarisch bestaan alsof we vastgebonden zijn aan een waterrad.
Hoewel de verregaande persoonlijke instructies van je leraar je bewust hebben gemaakt van het zelfbedrog en de waanideeën die je koestert in de donkere grot van je geest, heb je nu ook je geest herkend als de boeddha. Je hebt het oorspronkelijk gelaat van de eerste boeddha, de Adi-boeddha Kuntu Zangpo aanschouwd, en je weet dat je dezelfde vermogens bezit. Mediteer over deze vreugde, mijn geestelijke kinderen, vanuit de diepte van je hart!
Dat is mijn inleiding in het stellig herkennen van je waanideeën.
Bron: "De vlucht van de garoeda", Shabkar Lama
Verlichting is al aanwezig vanaf het begin, het is het herkennen van dat het licht (dat waarnemen mogelijk maakt, God) en de grond waaruit dit licht verschenen is (Leegte/Grond van zijn, Godhead) in weze geen twee verschillende dingen zijn en dus dat het licht en de verschijnselen die het belicht ook geen twee verschillende dingen zijn. Ieder heeft dezelfde vermogens als de Oorspronkelijke verlichting die al aanwezig is: het gelaat van Oorspronkelijke verlichting, het Ontwaakte Inzicht (symbolisch aangewezen als de Eerste, Oorspronkelijke Boeddha, Kuntu Zangpo) aanschouwen is herkennen dat Gewaarzijn en dat waaruit het ontstaan is wezenlijk niet onderscheiden zijn en dat Gewaarzijn en de verschijnselen die het kan gewaar zijn wezenlijk niet onderscheiden zijn. Als er aanschouwen, herkennen hiervan is, en dit kan echt diep doordringen (het mediteren hierop vanuit de diepte van je hart) is verlichting mogelijk (geen komen en gaan meer van deze herkenning, maar blijvende herkenning). Dan kan de Grond van Zijn bewust zijn en blijven van zichzelf zonder zich te verliezen in iets anders te zijn dan die Grond van Zijn. Dan is er Bewustzijn zonder lijden. Gewaarzijn zonder lijden.
Eckhart benadert het ook zo dat er in elk wezen deze opzet al zit, deze kiem, deze werking ook. Elk wezen heeft van geboorte die roeping, en is bestemd tot perfectie.
-All creatures tend toward their ultimate perfection (preek 56)
-For the Father is ever urging and striving that we may be born in the Son and become the same as the Son is.The Father is begetting His Son, and in the begetting the Father finds such peace and joy that His entire nature is expended in it. For all that is in God moves Him to beget: His whole ground, His essence, and His being move the Father to generation. (preek 59)
-Not only does the Creator seek his own rest by projecting it and informing all creatures with it, but He seeks to draw all creatures back with Him into their first beginning, which is rest. Also, God loves Himself in all creatures. Thus as He seeks His own love in all creatures, so He seeks His own rest. (preek 45)
Snappie?
Het is niet te snappen, maar wat hij zegt komt wel perfect overeen met wat deze Dzogchen tekst hierboven zegt, het is niet te snappen, maar wel te "herkennen". De Zoon (persoonlijk gewaarzijn) is die wat voortgekomen is uit de Vader (onpersoonlijk Gewaarzijn). De Zoon kan terugkeren naar de Vader, door zijn gewaarzijn te herkennen als niet "zijn" gewaarzijn (niet ik, niet mijn, niet mijn zelf) en de Vader (Gewaarzijn) kan herkennen dat het niet verschillend is van De Grond van Zijn, Leegte, Buiten Categorie van waarnemen (Gewaarzijn) en niet-waarnemen (De Lege grond waaruit Gewaarzijn ontstaat). De Grond van Zijn wou Bewust/Gewaar zijn van zichzelf, maar door verwarring zijn de verschijnselen die hieruit voortgekomen zijn zich als iets onafhankelijk gaan wanen. Gewaarzijn (God) wil Bewust/Gewaarzijn en alle verschijnselen dit bewustzijn/gewaarzijn ook gunnen, laten delen in zijn liefde, maar wil wel dat ze herkennen dat ze niet verschillend zijn van Gewaarzijn, van hemzelf. Als verschijnselen hun oorspronkelijke aard herkennen, vallen zij terug in de rust van pure herkenning (Gewaarzijn dat gewoon Gewaar is van zichzelf en alles wat er in verschijnt niet als afgescheiden van zichzelf ervaart), God die zichzelf herkent (en dus liefheeft) in alle verschijnselen.
Ik heb zelf geen standpunt ingenomen nog over een Schepper of schepping, dus ook niet dat dit zeker niet bestaat.
Ik ben in die zin niet echt een volgeling van de Boeddha. Ik weet ongeveer wat overgeleverd is in de Pali overlevering.
Maar ik slik dat niet voor zoete koek. Ik wil ook bij mezelf blijven en wat in mezelf leeft niet voorbij denderen.
Super!
Maar het helpt wel te weten dat zelfs in het Christendom er zijn die kunnen ontwaken uit het vastklampen aan een Schepper. Als herkent is dat "Schepper", wat louter een ander woord is voor onderscheidend vermogen, het vermogen om iets dat ondeelbaar is op te delen waardoor verschijnselen als los van elkaar worden ervaren en zo benaderd worden en zo eigenlijk geschapen worden (want ze waren wezenlijk niet los van elkaar), zelf ook maar een denkbeeldige opdeling is, dan is dit niet meer in contradictie met de leer van Boeddha die een schepper als een werkelijk bestaand iets of iemand verwerpt.
Deze drie zaken vind je altijd terug als men echt de essentie aanwijst:
De Grond, Onderscheidend vermogen (Bewustzijn), Verschijnselen
Leegte, Gewaarzijn, verschijnselen
De Godhead, God, mensen
Als een mens/verschijnsel terug herkent dat hij in essentie God/Bewuszijn/Gewaarzijn is, dan is verward dualisme toch al overwonnen, en is er al een groot deel bevrijding van verwarring. Als dan niet aan die "God/Bewustzijn/Gewaarzijn te zijn" wordt vastgehouden als wat men is (ik ben, mijn zelf), dan is er volledige verlichting. Dan is ook de verwarring overwonnen dat een God/Bewustzijn/Gewaarzijn iets onafhankelijks is, of iets anders dan Leegte, de Grond van Zijn waaruit het is kunnen opkomen om zichzelf gewaar te kunnen zijn.
Ik zie heus wel dat er lijden is, dat er ellende is, onrechtvaardigheid, wandaden etc. De natuur zit ook bruut in elkaar.
Maar ergens geloof ik toch dat het goed is. En dan niet goed in de zin van een ideale kans om te ontsnappen, maar dat het goed is.
Zo zie ik het ook, met een kleine nuance verschil dat het niet goed is (als tegenovergestelde van slecht), maar dat het gewoon is zoals het is en dat wat is niet weg moet.
Ik denk ook dat dat het lijden is. Dat je dit niet meer voelt. Dat dit niet meer vanzelfsprekend voor is. Je bent de liefde voor dit leven kwijt.
Dat de confrontatie met ziekte, dood, ouderdom, aftakeling, verval, je helemaal uit die vanzelfsprekende goedheid en liefde voor het heeft geslingerd.
Dat is ook zo. Onderscheiden brengt lijden met zich mee. Verward zijn is dit lijden te houden voor wat je bent. Verlichting is dit lijden te zien als iets dat verschijnt en weer verdwijnt, te zien dat wat je wezenlijk bent niet verschijnt en weer verdwijnt, maar dat alles er wel uit verschijnt en weer verdwijnt, inclusief lijden.
En dan nu het enige echt lezenswaardige van deze veel te lange reactie:Excuses voor deze hele lange reactie. Voor zij die hier al geraakt zijn door eventueel even diagonaal er over te scannen: als het je tegen zit dit te lezen, gewoon de vuilbak in. Het is van geen belang. Het is maar gezever. Beter is het om niet te zeveren en de zever van een ander te lezen, maar gewoon te ontdekken wat er is. Ik blijf toch maar zeveren omdat er altijd zijn voor wie zo'n gezever toch helpt om tot dit ontdekken over te gaan. Maar misschien is dat ook maar een illusie.
Heb mij nog eens even helemaal laten gaan, maar ga het voor de rest summier proberen houden.
Happy Ontdekjaar!