Wat maakt een Eik een Eik? Dat zijn een specifiek soort bladeren, stam, kroon, vruchten etc. Wat een eik een eik maakt is niet allesdoordringende leegte, een grondeloze grond, een centrumloos Zijn.
Het gaat niet om de Eik, het gaat om of je werkelijk een eik bent? Het gaat niet om Dorje, het gaat om of ik werkelijk Dorje ben?
Een Eik is een samenraapsel van materie en omstandigheden. Dorje is een samenraapsel van materie en omstandigheden dat zich bewust is van zichzelf.
Het verschil met de eik: Dorje benut bewustzijn om zichzelf in stand te houden.
Maar een dier gebruikt ook voedsel om zichzelf in stand te houden. Is het voedsel daarom een dier?
Dorje gebruikt bewustzijn om zichzelf in stand te houden. Is bewustzijn daarom Dorje?
Als voedsel bewust zou zijn, zou het kunnen ontdekken dat het niet het dier is, maar het voedsel wat het dier gebruikt om zichzelf in stand te houden.
Bewustzijn is bewust, dus bewustzijn kan ontdekken dat het niet Dorje is, maar het bewustzijn wat Dorje gerbuikt om zichzelf in stand te houden.
Pas als bewustzijn los kan komen van Dorje te zijn, kan dit ontdekt worden.
Als bewustzijn maar gefocust blijft op dit tijdelijk perspectief dat het aan dat samenraapsel van materie en omstandigheden Siebe ontleent, dan kan bewustzijn via Siebe nooit ontdekken wat het werkelijk is.
En let op: niet Siebe kan dit ontdekken, dat wat Siebe bewust bewust maakt kan dit ontdekken.
En dan zijn we er nog niet, want bewustzijn is zelf ook iets dat opgekomen is en dus kan gaan, er is nog iets/niets vooraf aan bewustzijn, als dat gefocust blijft op bewustzijn te zijn, dan kan het via bewustzijn nooit ontdekken wat het werkelijk is.
De onbewuste grond/niets/leegte moest bewust worden om bewust te kunnen zijn van zichzelf en licht/helderheid/kennendheid te brengen in de cosmos. 'Bewustzijn van zichzelf' moest dier/mens/iets worden om bewust te kunnen zijn van iets anders dan zichzelf: de wereld.
Als bewustzijn op zoek gaat naar zijn oorsprong (het ontdekken), dan kan het het antwoord worden op de vraag die in Zen wordt gesteld: "Wat was je gelaat voordat je ouders geboren waren?", hoewel er geen begrijpelijk antwoord is op deze vraag. En als bewustzijn dan nog dieper op zoek gaat naar zijn oorsprong (nog dieper ontdekken) dan kan er ontdekken zijn van dat bewustzijn en de leegte die er aan voorafgaan geen twee verschillende dingen zijn. Dan is bewustzijn verlicht.
Toen begreep de dharmakaya Kuntu Zangpo [de oorspronkelijke boeddha, bewustzijn dat zich meteen bewust is van zijn oorsprong en dus niet in verward dualisme blijft hangen] dat dit zijn spontane manifestatie was en ogenblikkelijk loste het uiterlijke licht van puur zijn en oorspronkelijk gewaarzijn op in het heldere innerlijke licht. In de oorspronkelijke grond van het zijn, die vanaf het begin zuiver is, bereikte hij de verlichting.
Wij, niet-verlichtte wezens, [begrijpen] echter niet dat de aard van de spontaan ontstane verschijnselen onze eigen natuurlijke uitstraling [is], en onoplettend waarnemen en verwarring [zijn] het gevolg. Dit wordt 'de onwetendheid die elke waarneming vergezelt' genoemd. [M.a.w. begrijpen wij niet dat wat we kunnen waarnemen vootkomt uit het waarnemen zelf, of dat bewustzijn enkel zijn eigen licht/uitstraling ziet.]
Toen werden het heldere licht en de verschijnselen die uit de grond van het heldere licht voortkwamen, als twee verschillende dingen beschouwd. Dit is de zogenaamde 'onwetendheid die ontstaat door denkbeelden' Op dat moment liepen wij in de val van verward dualisme. [M.a.w. niet alleen zien wij niet dat wat we zien enkel voortkomt uit het licht van ons zien, wij zijn die ziener (subject) en dat wat gezien is (object) ook als echt twee verschillende op zichzelf staande 'dingen' gaan beschouwen: subject en object, waardoor we nog dieper in de val van verward dualisme zijn terecht gekomen.]
De weg terug is: ontdekken dat er geen op zichzelf staand ding 'ik' is dat iets opzichzelfstaand en los daarvan waarneemt, dat waarnemer niet een ding is dat andere dingen die er los van zouden zijn waarneemt, de non-dualiteit der dingen. Maar dan zijn we er nog niet, ook al hebben wij als bewustzijn ontdekt dat we geen ding zijn en wat voortkomt uit ons bewustzijn (door het onderscheidend vermogen) ook geen dingen zijn, kan er nog ontdekt worden dat het uiterlijke licht (de verschijnselen, die al ontdingt zijn maar wel nog als verschijnsel apart van dat wat schijnt gezien worden) en het innelijke licht van gewaarzijn (dat wat schijnt en verschijnselen kan kennen) niet onderscheiden zijn van elkaar, zodat het uiterlijke licht (dat wat beschenen wordt) oplost in het heldere innelijke licht (dat wat beschijnt), de non-dualiteit van (ver)schijnsel, de non-dualiteit van de grond.
In de oorspronkelijke, non-duale grond van het zijn, die vanaf het begin zuiver is, bereik je dan de verlichting: geen onderscheid tussen grond en licht dat uit de grond is opgekomen, geen onderscheid meer tussen licht en dat wat het belicht.
Dat wat de oorspronkelijke boeddha (symbool voor de mogelijkheid van de grond die direct kan bewust zijn van zichzelf als grond, ondanks dat er licht uit opgekomen is en verschijnselen uit dat licht zijn voortgekomen)
meteen bereikte, kunnen wij, fragmenten van dat licht die in verwarring zijn geraakt door niet meer te zien dat de verschijnselen die er uit voortgekomen zijn gewoon de spontane uitstraling is van dat stukje licht zelf en daardoor dat licht en de dingen die het oplicht als twee verschillende dingen zijn gaan zien,
alsnog bereiken door de weg van steeds meer verwarring terug te wandelen. (veel te lange zin, zie vetgedrukte voor de synthese)
Het gaat hier puur over waarneming/gewaarzijn/bewustzijn, en of er wel werkelijk een onderscheid is tussen dit en waarvan het bewust is, het gaat hier NIET om of er materie, eiken, mensen, dieren, planeten, zonnestelsels enzovoort bestaan. Het gaat er om of er bewustzijn kan opkomen in die onbewuste cosmos, zonder dat het gaat opdelen in "ik ben bewust" en "waarvan ik mij bewust ben" als iets anders. Het gaat er om of verlichting mogelijk is voor een onbewuste zijnsgrond. Of er uit een nonduale, maar onbewuste grond licht (bewustzijn) kan opkomen zonder terecht te moeten komen of te blijven in dualistische verwarring.
Jouw verlichting kan heel de cosmos helpen oplichten, kan andere fragmenten van licht die terecht gekomen zijn in duistere verwarring van dualisme weer tot licht helpen brengen. Dit gaat veel veel veel verder dan de persoonlijke belangen van een mens die graag de wereld en zichzelf ervaart en daar een zware prijs voor moet betalen.
Dorje is daar waar een uniek en lokaal perspectief op de wereld ontstaat, en Dorje verdwijnt waar dat verdwijnt.
Ja.