Ik zeg : overal waar dit zelfgevoel verschijnt, daar verschijn jij.
En als de analogie klopt, dat wat jij ervaart als zelf en wat ik ervaar als zelf inderdaad analoog is. dat het zelfs niet uitmaakt of dat hetzelfde lichaam is of niet.
Dan is er geen zelf, hoewel ik me identificeer als een onafhankelijk, op zichzelf staand wezen.
het is de zelfzucht die de scheiding maakt, in zekere zin is er een zelf, maar niet zoals de zelfzuchtige visie het ziet (in de veronderstelling dat de analogie klopt)
maar wel in de betekenis van :" overal waar dit zelfgevoel verschijnt, daar verschijn jij"
Hmmm...ik weet het ook allemaal niet hoor maar ik voel het zo aan:
Als de geest niks als zijn bezit beleeft, in ware betekenis 'arm van geest' is, als het niks heeft toe-ge-eigend, en dat is een hele natuurlijke staat, dan treedt een soort wijsheid op die uit zichzelf gevoelig is, mededogend, die niet denkt in scheidslijnen maar ook niet in termen van eenheid want het denkt niet.
Deze wijsheid en liefde heeft geen enkel besef van ik, jij, eenheid of onderscheid, dualiteit of non-dualiteit. Waar dat wel is, is deze wijsheid niet.
Mystici noemen dit de wijsheid van God(delijk Licht) in de ziel. Deze wijsheid heeft niks te maken met iets ont-dekken en zien, iets te weten komen, of met een doorbraak of realisatie. Het is geen inzicht in zelf of zelfloosheid, het is niet je ware zelf kennen, en al dat soort dingen... want alles wat je kent en weet wordt je bezit. Het is dus slechts eigen-wijsheid en belemmert juist deze wijsheid. Zo voel ik het ook aan.
In die zin zie ik als de uitdaging van het spiritueel leven om jezelf te zijn, dus leeg, totaal armoedig van geest, pretentieloos. Nou das niet misselijk.
Welke pretentie ook, ook van weten, dat helpt allemaal niks. Want eigen-wijsheid kan je alleen maar eigen-wijzer maken.
Dit dient naar mijn smaak nooit de Dhamma, nooit God, nooit de Ander, alleen maar jezelf.
Ik denk dat wij hooguit dienaren kunnen zijn, voertuigen van liefde en wijsheid, maar we kunnen dat niet bezitten.
De Boeddha leert, in heel kort, dat niks zelf is noch toebehoort aan een zelf. Dat kun je heel filosofisch benaderen, maar je kunt ook zeggen dat de heilige geest niet denkt in termen van zelf en niet-zelf, leeg is van zulke visies, en geen bezit heeft, dus ook geen eigen-wijsheid. Dan wijst dit onderricht '
niks is zelf en behoort zelf toe'...eigenlijk op een perfecte ontvankelijkheid. Alle ruis die veroorzaakt wordt door eigen-wijsheid, eigen-liefde, eigen-wil, dit en dat, is weg. Intuïtie is geperfectioneerd omdat er geen ruis meer op de lijn is.
Ik heb ook wel gelezen dat de Boeddha de kennis van vorige levens, wedergeboorte, kammma tijdens zijn ontwaken niet spontaan kreeg, maar hij richtte zijn geest er op. Dit zegt mij dat je dus een Boeddha ook niet moet zien als een bezitter van zulke kennis maar als iemand die zich op zulke kennis
kan afstemmen en dit tot hem kan komen via die afstemming. Dat is wat anders dan constant met zulke kennis rondlopen en bezitten, nietwaar?
Ik denk dat wij een Boeddha verkeerd zien, namelijk, als de bezitter van van alles, vooral van wijsheid, liefde, mededogen, allerlei kennis. Maar dat dit precies verkeerd is. Hij bezit juist niks. Hierdoor had hij perfecte ontvankelijkheid vrij van elke ruis. Diens geest werkt als het ware als een perfecte receiver.
Voor mijn gevoel klopt dit. De heilige geest is een geest van ultieme armoede, zonder bezit, en daarom kan ie ook zo vol rijkdom stromen. Als een leeg vat. Maar de geest van eigen-wijsheid vindt zichzelf juist rijk en daarom is daarin geen ruimte voor levende liefde en wijsheid.
Wat leerlingen met de Boeddha gedaan hebben, denk ik, is dat ze van een Boeddha iemand maken met een rijke geest die dus van alles bezit ipv een armoedige geest die juist niks bezit.
Ik denk ook dat levende wijsheid en liefde elke pretentie die we hebben, elke eigen-wijsheid wil wegvagen, maar dat vinden we niet leuk en verzetten ons er tegen.
Voor mij gaat dus al dat gedoe over zelf en niet-zelf, over 'niks wat een zelf toebehoort', vooral over arm van geest zijn, zonder pretentie en ruis aanwezig in de wereld. Waarbij je naar andere mensen, situaties etc. kunt kijken, heel direct, heel intuitief en dan ook passend kunt handelen.