Ik wilde deze sutta met jullie delen. Ik vind hem heel mooi. Het toont ook de Boeddha in zijn menselijkheid. Hij was angstig bij het zien van een wereld in conflict. Iedereen ligt altijd maar met elkaar overhoop. Hij zocht ook een thuis voor zichzelf. Dit is weer eens een iets andere insteek dan dat de Boeddha, volgens de overlevering, werd gemotiveerd in zijn zoektocht doordat hij voor het eerst een zieke, oude en dode man en een asceet zag.
Ik heb zelf het idee dat dit realistischer is want het verhaal dat de jongeman die de Boeddha zou worden nooit in aanraking kwam met ziekte, verouderen en dood lijkt me wat sterk. Vooral bedenkend ook dat zijn eigen moeder hem vrij snel was ontvallen na geboorte. Zou hij nooit bij haar dood stilgestaan hebben? Nooit een ziek mens hebben gezien, ziek van drank? Of nooit een dood dier? Zal hij zich nooit afgevraagd hebben wat hij at? Het vlees?
Er zit veel in de sutta vind ik. Overigens, de Sutta Nipata wordt door de geleerden gezien als een van de oudste geschriften en er zijn mensen die hierin de oorspronkelijke Dhamma zoeken.
In ieder geval is de sfeer in de Sutta Nipata, vind ik, wel uniek. Het proeft anders dan andere geschriften als ik het lees. Peter van Loosbroek heeft het vertaald.
Hier is de sutta:
https://www.sleuteltotinzicht.nl/snp4-15.htm