Over karma en de gevolgen ervan is in dit topic en elders al veel geschreven. Ik ga niet reageren op elke reactie maar geef de visie van het Theravada Boeddhisme. Over de redenen waarom men in een bepaalde toestand, in een bepaalde sfeer van bestaan geraakt, bestaan meerdere meningen. In het volgende is de Boeddhistische leer daarover volgens de Theravāda-traditie uiteengelegd. Daarom zijn hier de Pāli termen gebruikt en niet de gangbare Sanskriet woorden. Het Pali woord kamma betekent wilsactie. Het gevolg ervan is in het Pali vipaka en wordt vertaald met moreel resultaat.
Alvorens uit te weiden over de leer van de Boeddha over wilsacties en de gevolgen ervan, zal eerst een korte omschrijving worden gegeven van het begrip kamma en van kamma-resultaat. Kamma betekent: wilsactie hetzij in daad, woord of gedachte. Het is actie en niet het resultaat ervan. Het resultaat van een wilsactie heet vipāka. Vaak wordt gesproken over de leer van kamma of over de wet van kamma. Maar juister is: de leer van kamma-vipāka, of de wet van wilsactie en morele gevolgen.
Deze wet van oorzaak en gevolg is neutraal. Het is degene die de wet toepast die deze wet ten goede of ten kwade gebruikt.
Kamma is wilsactie. Lieden die in hun slaap wandelen verrichten dan geen kamma. Daden tijdens de slaap hebben geen morele gevolgen. Zij kunnen natuurlijk wel fysieke gevolgen hebben. De wil moet absoluut bij de daad betrokken zijn. Dan pas spreekt men van kamma.
Vele gevolgen ontspringen uit meerdere oorzaken. Er is niet één oorzaak en er is niet één gevolg. Zo kan een enkel zaad uitgroeien tot een grote boom. De boom draagt vruchten die zaad leveren. De zaden zijn weer de oorzaak van vele andere bomen die alle nieuwe zaden kunnen leveren. Maar het zaad alleen kan geen boom voortbrengen. Het heeft weer de hulp nodig van andere omstandigheden, zoals bodemgesteldheid, water, zon e.d. Ook mag het zaad niet vernietigd worden. Eén oorzaak van iets komt niet voor. Alles is aan meerdere voorwaarden gebonden. Zoals een doek uit vele draden is geweven, zo is alles verweven met elkaar.
En zoals met het zaad, zo is het ook met wilsactie en de morele gevolgen. De daad is geconditioneerd, is aan voorwaarden gebonden. Zij is wel steeds een gevolg van willen maar het willen is weer afhankelijk van andere omstandigheden. Er komt pas een einde aan het willen wanneer het doel bereikt is.
Elke actie heeft zijn normale fysieke gevolgen. Maar als er geen wilskracht achter zit, heeft zo'n daad geen morele gevolgen in termen van geluk of leed. De wil bepaalt ons leven hier en nu én in de toekomst. De mens is de schepper van zijn eigen wereld, van de wereld waarin hij leeft. Niemand anders is er die ons leven bepaalt tenzij ons eigen willen. De resultaten van wilsacties zijn evenwel ondoorgrondelijk.”
Wezens zijn eigenaren van hun wilsacties, erfgenamen van hun wilsacties; zij hebben wilsacties als hun verwekker, als familielid en als hun tehuis en toevlucht. Door wilsacties wordt onderscheid gemaakt in hoog en laag. Vanwege een niet deugdzame en onjuiste levenswandel verschijnt men in een lagere sfeer; vanwege een deugdzame en juiste levenswandel verschijnt men in een hogere sfeer.
Een verkeerde mening over wilsacties is de mening over collectieve, nationale of religieuze wilsacties en collectieve gevolgen ervan. Iets dergelijks bestaat niet. Vaak echter gebeurt het dat mensen samen in een groep eenzelfde soort actie uitvoeren of dezelfde soort gedachten hebben. Zij beïnvloeden elkaar, worden eng met elkaar betrokken. Zo'n massale handel- of denkwijze kan als gevolg hebben dat die personen een of meer levens in elkaars gezelschap vertoeven of dat zij dezelfde ervaringen meemaken. Een 'collectieve wilsactie’ is alleen maar een verzameling van de individuele wilsacties, juist zoals een menigte alleen maar een verzameling is van individuen.
Drie andere verkeerde meningen over wilsacties werden genoemd. Die drie verkeerde meningen zijn de volgende:
1. Er zijn personen die geloven dat alles het resultaat is van daden uit voorgaande levens.
2. Er zijn anderen die geloven dat alles het resultaat is van een schepping door een Opperste Heerser.
3. Er zijn weer anderen die geloven dat alles ontstaat zonder reden of zonder oorzaak.
Maar dan zou men, als men een moordenaar, een dief, een echtbreker e.d. wordt, niet verantwoordelijk zijn voor slechte daden, indien dat te wijten was aan vroegere acties, of als dat geschapen was door een Opperste Heerser, of als dat zo maar gebeurde, zonder oorzaak of reden.
Omdat de volgorde van morele resultaten niet vaststaat, zijn er meerdere meningen over wilsacties en de resultaten ervan. Soms meent men dat een goede daad gevolgd wordt door een niet goed resultaat. Men spreekt bijvoorbeeld iemand vriendelijk toe en men wordt onvriendelijk beantwoord. Of men is steeds vrijgevig en wordt dan toch bestolen. Men zou dan kunnen menen dat er wilsacties zijn met goede bedoelingen en met een slecht moreel resultaat. Zo'n mening is evenwel verkeerd. Over ons gedrag en de morele gevolgen is er maar één juiste opvatting. Als men onheilzame wilsacties verricht, zal het gevolg ervan onheilzaam zijn. En als men heilzame wilsacties doet, zal het gevolg ervan heilzaam zijn. Maar wanneer het ene resultaat komt en wanneer het andere, dat is niet bekend. Zo kan iemand na zijn dood in een gelukkige bestemming terecht komen, hoewel hij een onheilzame daad heeft gedaan. De reden daarvoor is misschien dat die persoon vóór of na zijn onheilzame daad een heilzame daad verrichtte. Of hij had juist inzicht op het ogenblik van zijn dood. Het resultaat van een wilsactie zal men ondervinden in dit leven, of in het volgende leven, of in een toekomstig bestaan. Hoewel het ene resultaat zich kan dringen vóór het andere, kan men de morele gevolgen niet ontkomen. Zo kan een deugdzaam en goed persoon een lage geboorte krijgen door de kracht van vroegere onheilzame wilsacties. Maar vroeg of laat zullen de goede wilsacties die door hem zijn begaan, vruchten dragen. Zij hoeven maar een kans te krijgen.
De morele gevolgen van een wilsactie zijn niet steeds en niet voor ieder gelijk. Zij zijn onder andere afhankelijk van de graad waarin wij willen. Ook hangt de werking van het resultaat af van de hoeveelheid verdienste die men in de loop van vele levens heeft verworven. Als men veel verdienste heeft en men doet een onheilzame actie, dan kan het onheilzame in het niet vallen tegen de grote verdienste. Die verdienste werkt dan als bescherming. De Boeddha gebruikte hier sprekende voorbeelden: “Als men een hoeveelheid zout in een kopje water doet, dan wordt dat water zout en ondrinkbaar. En wel omdat de hoeveelheid water maar gering is. Als dezelfde hoeveelheid zout in een grote rivier gegooid wordt, dan wordt het water van die rivier niet zout en ondrinkbaar. En waarom niet? - Omdat de hoeveelheid water groot is. Hetzelfde is ook met het volgende. Als iemand een kleine boete moet betalen, is dat bezwaarlijk voor een arm mens, zonder bezittingen. Maar voor een rijk mens is het geen bezwaar. De eerste zal daarom in de gevangenis terecht komen, de laatste zal de boete betalen en verder vrij zijn.
Zo kan een wilsactie soms veel en soms weinig resultaat hebben, al naargelang de graad van verdienste.
Naar de sterkte van moreel resultaat wordt er onderscheid gemaakt in:
1. zware (ernstige) wilsacties;
2. wilsacties uit gewoonte;
3. wilsacties vlak voor de dood;
4. verzamelde wilsacties (opeenhoping van wilsacties).
ad 1. Er zijn vijf zware wilsacties met onmiddellijk resultaat. Het zijn: vadermoord, moedermoord, het doden van een Arahant, verwonding van een Boeddha, en het veroorzaken van een schisma in de Orde van de monniken.
Deze handelingen behoren tot sterk onheilzaam gedrag dat onbekwaam is tot goed resultaat. Het morele gevolg van zo'n gedrag komt vóór het resultaat van zwakke onheilzame gedragingen.
ad 2. De ernstige wilsacties en die uit gewoonte, hetzij heilzaam, hetzij onheilzaam, dragen eerder vrucht dan de minder ernstige en dan de wilsacties die zelden volvoerd worden.
ad 3. De wilsactie vlak voor de dood is de heilzame of onheilzame wilsactie die men onmiddellijk voor de dood heeft. Vaak kan het de reflex zijn van een actie die men in het verleden heeft verricht, of een teken ervan. Of het is een teken van het toekomstige bestaan. Deze wilsactie vlak voor de dood veroorzaakt de sfeer waar men wedergeboren wordt.
Als heilzaam gedrag gevolgd wordt door een onheilzame wilsactie op het moment van de dood, maakt die laatste wilsactie het heilzame gedrag onbekwaam tot onmiddellijk goed resultaat.
Als onheilzame wilsacties gevolgd worden door heilzame daden op het ogenblik van de dood, dan dragen de laatste heilzame wilsacties als eerste vrucht en zijn bekwaam tot goed resultaat.
ad 4. Bij afwezigheid van een ernstige wilsactie, een wilsactie uit gewoonte of een wilsactie vlak voor de dood wordt de wereld waarin men wedergeboren wordt, veroorzaakt door de opeenhoping van wilsacties.
Moreel resultaat heeft de voorwaarden nodig waarin het kan gaan werken. Als de voorwaarden niet voorhanden zijn, kan het moreel resultaat niet te voorschijn komen. Zo zal wedergeboorte in een lage staat van bestaan heilzame resultaten van gewoonte-gedragingen verhinderen of vertragen. En juist zoals er gebeurtenissen zijn die niet veroorzaakt worden door wilsacties, evenzo zijn er ook daden die geen moreel resultaat hebben. Gewoonlijk zijn zulke wilsacties echter zwak en relatief onbelangrijk.
Waar is wilsactie opgeborgen? Deze vraag werd gesteld aan de eerwaarde Nagasena. Het antwoord luidde: “Men zegt niet dat wilsactie is opgehoopt in deze stroom van bewustzijn of in een of ander deel van het lichaam. Maar afhankelijk van geest en zaak rust zij en ze manifesteert zich op het geschikte moment. Het is juist zoals met appels; die zijn niet opgeborgen in de appelboom. Maar afhankelijk van de boom ontstaan zij in het daarvoor geschikte seizoen.”
Een slechte daad draagt niet onmiddellijk vrucht, juist zoals melk niet direct kwark wordt. Maar t.z.t. volgt het resultaat.
Met betrekking tot de tijd wanneer moreel resultaat wordt ondervonden, maakt men de volgende onderverdeling:
1. wilsacties met resultaat hier en nu, in dit leven;
2. wilsacties met resultaat in het volgende leven;
3. wilsacties met resultaat in latere levens;
deze soort van wilsacties die vruchten draagt in latere levens, zal steeds moreel resultaat produceren. Waar en wanneer er een mogelijkheid is, zal zo'n wilsactie vrucht dragen, hoe lang de ronde van wedergeboortes ook duurt.
4. wilsacties zonder resultaat.
Wilsacties kunnen eventueel zonder moreel resultaat zijn. Dat is het geval als de omstandigheden ontbreken die nodig zijn voor het plaatshebben van de morele resultaten. Ook kunnen wilsacties zó zwak zijn dat zij door overwicht of tegenwerking van andere wilsacties geen resultaat kunnen verwekken. In dat geval worden zij wilsacties zonder resultaat genoemd.
Naar functie zijn de wilsacties in vier verschillende soorten te verdelen:
1. voortplantingsgedrag;
2. ondersteunend gedrag;
3. tegenwerkend gedrag;
4. vernietigend gedrag.
Voortplantingsgedrag produceert de vijf groepen van bestaan (lichamelijkheid, gevoelens, gewaarwording, geestelijke formaties en bewustzijn) bij de wedergeboorte en gedurende de hele levensstroom.
Ondersteunend gedrag is zelf zonder moreel resultaat. Het is alleen maar in staat om andere morele resultaten die al bestaan, te ondersteunen.
Ook tegenwerkend gedrag is zonder eigen resultaat. Het onderdrukt ander (zwakker) moreel resultaat vanwege zijn heilzame of onheilzame kracht. Het vertraagt of verhindert daardoor het ontstaan van dat andere moreel resultaat.
Vernietigend gedrag zijn wilsacties met zo'n macht dat zij volledig de invloed van zwakker gedrag vernietigen. In de plaats daarvan wordt het onheilzame of heilzame moreel resultaat van de eigen wilsacties gesteld.
Een goed voorbeeld van vernietigend gedrag is het verhaal over Angulimala. Hij was een beruchte moordenaar en werd door de Boeddha bekeerd. Later werd hij niet alleen een monnik vol mededogen, maar hij bereikte zelfs het hoogste niveau van heiligheid. Daarna ging hij heen in de staat van Nibbāna. De monniken vroegen hoe het mogelijk was dat zo'n moordenaar een heilige was geworden. En de Verhevene antwoordde: “Iedereen die zijn kwade daad bedekt met een goede daad, verlicht deze wereld zoals de maan zonder wolken.”
Men oogst de vruchten van wilsacties. Maar niet alle morele gevolgen worden ondervonden in deze kringloop van bestaan. Anders zou een bevrijding van ellende, geboorte en dood onmogelijk zijn. Soms kan men de gevolgen van onheilzame wilsacties uitwissen door het doen van krachtige heilzame wilsacties.
Het zal wel duidelijk zijn dat ons leven een mengeling is van vreugde en leed als gevolg van heilzame en onheilzame daden.
De leer van wilsactie en moreel resultaat is geen leer van fatalisme. De mens is een product van zijn vroegere daden. En een deel van zijn toekomst is eveneens een gevolg van het verleden. Maar de mens heeft een vrije wil. Dat is heel belangrijk. Met die vrije wil kan hij nu en hier zijn leven en zijn toekomst bepalen. “De wil noem ik actie, want door willen verricht men de daad met het lichaam, door woorden of in gedachten. Er zijn wilsacties die in toestanden van ellende rijpen. Er zijn wilsacties die in de wereld van de mensen rijpen. En er zijn wilsacties die in gelukkige sferen rijpen.”
Benadrukt moet worden dat niet alles een gevolg is van wilsacties. Daarom mag er geen discriminatie zijn. En ook moet – indien mogelijk - steeds en overal geholpen worden. Dit is duidelijk door de Boeddha onderwezen. Eens sprak hij over de behandeling en verzorging van zieken. Hij beschrijft er drie typen van patiënten:
1. Zij die niet meer genezen, of zij nu goede medicijn en een goede behandeling krijgen of niet.
2. Zij die genezen ongeacht het wel of niet krijgen van medische verzorging.
3. Zij die genezen alleen met een juiste verzorging en goede medische behandeling.
Omdat wij niet weten tot welk type de zieke behoort, moet iedere zieke goede medicijn en een goede behandeling krijgen.
Meer over kamma en de resultaten ervan op de website
[url]http://www.facettenvanhetboeddhisme.nl/2.4.%20Wilsacties%20%28kamma%29%20en%20de%20gevolgen%20ervan.html[url]