Beste,
Dit topic begon met de vraag "Moet je als Boeddhist vegetarier zijn?"
Een antwoord op die vraag meen ik gevonden te hebben in Sutta Nipata II.2, verzen 239-252, Amagandha sutta.
Een brahmaan zegt er aan de Boeddha dat deze "onrein voedsel" eet. Met "onrein voedsel" wordt bedoeld voedsel dat niet overeenkomstig de traditie van de brahmanen verzameld wordt. 'Rein voedsel' is groenten en vruchten die in het wild groeien.
De Boeddha geeft als antwoord dat de brahmaan zelf 'onrein voedsel' nuttigt. Want de brahmaan eet rijstgerechten met vlees en gevogelte.
'Onrein voedsel' is volgens de Boeddha niet het eten van vlees of vis, maar wel:
- het kwellen en pijnigen van levende wezens. Stelen, liegen, bedriegen, nutteloze studies, seksuele omgang met de vrouwen van anderen.
- Het hebben van verkeerde meningen, onbeheerst zijn wat betreft zinnelijke genietingen.
- Als men ruw is, meedogenloos, achterbaks, een roddelaar die vrienden schade toebrengt, als men arrogant is, gierig, als men om niemand iets geeft, als men zonder respect is.
- Woede, hoogmoed, koppigkeid, vijandigheid, afgunst, grootspraak, trots, eigendunk, omgang met slechte mensen.
- Als men een slecht moreel gedrag heeft, als men ontkent dat men iets schuldig is, als men een huichelaar is.
- dat is 'onrein voedsel', niet het eten van vlees of vis.
Niet vasten, niet vlees of vis zuiveren iemand die nog twijfel heeft. Maar oprecht en mild moet men zijn, en niet meer gehecht aan iets.
Met vriendelijke groet
Nico