“Joshu vroeg Nansen: ‘Wat is de weg?’
Nansen zei: ‘Het leven van elke dag is de weg.’
Joshu vroeg: ‘Kan het geleerd worden?’
Nansen zei: ‘Als je het probeert te leren, zul je er ver vanaf zijn.’
Joshu vroeg: ‘Als je het niet leert, hoe kun je dan weten dat het de weg is?’
Nansen zei: ‘De weg behoort niet tot de wereld van waarneming, noch behoort hij tot de wereld van niet-waarneming. Kennis is een begoocheling en niet-kennis is zinloos. Als je de ware weg, over de twijfel heen, wilt bereiken, plaats jezelf dan in dezelfde vrijheid als de lucht. Je noemt hem evenmin goed als niet goed.’
Bij deze woorden werd Joshu verlicht.
Commentaar van Mumon: Nansen kon Joshu’s bevroren twijfels, toen hij zijn vragen stelde, meteen doen smelten. Ik betwijfel echter of Joshu het punt heeft bereikt dat Nansen bereikt had.
Hij had dertig jaar studie meer nodig.
In de lente zul je door honderden bloemen, in de herfst door een volle maan,
in de zomer door een verfrissende bries, in de winter door sneeuw vergezeld worden.
Als er geen nutteloze dingen rondhangen in je geest,
is elk seizoen een goed seizoen voor je.”
(Citaat uit: Paul Reps: “Zen-zin, Zen-onzin”, Uitgeverij Ankh Hermes 1979, blz. 104-105)