Excuus als ik (mede) de orde heb verstoord. Ik meende dat het boeddhisme over het einde van eigenwaan en het einde van het lijden ging. Het is me inmiddels wel duidelijk hoe de zaken er voor staan. Einde van eigenwaan en lijden werkt als een rode lap op een stier.
Wat info:
Eigenwaan, mana, is in boeddhisme ook een bezoedeling, een diepgaande neiging (anusaya), die steeds wordt getriggerd bij zintuiglijk contact. Ook een factor die meespeelt in de oorzaak van lijden.
Het is zo overgeleverd via de teksten dat eigenwaan (mana) als laatste verdwijnt, samen met onwetendheid, rusteloosheid en verlangens naar subtiele staten. Iemand breekt helemaal door verbeelding heen, als het ware.
Er worden drie soorten eigenwaan beschreven: minderwaardigheids-waan, superioriteits-waan en gelijkheids-waan. Die laatste, het idee dat iedereen gelijk is aan elkaar, is ook een waan. In de Dhamma erkent men zeker wel verschillen. Bijvoorbeeld: een heilige doden (een arahant, een bevrijd iemand) heeft zwaardere karmische gevolgen dan een ander mens.
Eigenwaan verwijst dus niet alleen naar superioriteits-waan, meestal de gebruikelijke betekenis van eigenwaan, maar eigenlijk naar het meten in termen van Ik ben ...
Maar het is ook zo overgeleverd via de teksten dat de leerling van de Boeddha
gebruik maakt van eigenwaan zolang het er is, het ten goede aanwendt, en pas loslaat als de tijd gekomen is. Dat laatste gaat automatisch/organisch. Een voorbeeld hoe eigenwaan gebruikt kan worden ten goede geven de teksten bijvoorbeeld in ideeën als: "die en die is een arahant, een heilige, een volledig verlichte, met vele kwaliteiten, dat wil ik ook, daar streef ik ook naar, dat is mooi, ik wil ook zo worden, dat ook bereiken".
Net zo is het met honger, de dorst, tanha, die wordt gezien als oorzaak van lijden, de voeding van steeds weer geboren worden en sterven. Langzaam maar zeker zwakt dat af, maar dit moet organisch gaan, groeiend vanuit begrip van zaken, vanuit wijsheid en inzicht. En zolang het er is moet je het ook gebruiken ten goede.
Het beeld wat uit de overlevering komt, is dat het onrealistisch is te denken dat zulke hardnekkige neigingen als onwetendheid en eigenwaan en haat en hebzucht wel even snel zullen slijten en verdwijnen uit je systeem in je niet meer beïnvloeden. Het houdt je langdurig in de ban, zelfs als je al inzicht hebt (het Dhamma-oog geopend is). En dan kun je er maar beter goed gebruik van maken ook.
Het wordt in de Pali-Dhamma dus niet zo overgeleverd dat als je Dhamma-oog maar geopend is, je dan verlicht bent of bevrijd. Het begint dan eigenlijk pas, kun je zeggen. Je treedt de stroom in maar dat wil niet zeggen dat je al aan de andere kant bent.
Al die in-vloeden in onszelf die ons steeds weer overweldigen, en zorgen voor kramp en belasting, zijn gewoon heel hardnekkig.
Het ligt altijd heel gevoelig als het gaat om zaken als...streven, bereiken, behalen...dat zou allemaal fout zijn...maar dat is nou eenmaal wat realisatie in boeddhisme betekent. Er is geen realisatie in boeddhisme zonder dat je merkbaar voor jezelf en anderen iets hebt bereikt, zoals de afwezigheid van elk spoortje haat en vijandigheid in jezelf, zintuiglijk verlangens, hebzucht, eigenwaan. Eerst werd je gewoon vaak agressief, liep vol eigenwaan, overweldigt door dit en dat, en later niet meer. DAT is de realisatie, dat is ook daadwerkelijk concreet bereikt.
De teksten beschrijven het zo dat zulke bezoedelingen ook helemaal kunnen verdwijnen.
Persoonlijk streven, verlangen, intentie, wil is dus ook niet verkeerd in de Pali-Dhamma. Integendeel. Streven (chanda) is ook niet hetzelfde als dorst en honger (tanha, begeerte/hunkering).
Er is bijvoorbeeld niks mis mee om te streven naar een gezond en heilzaam leven voor jezelf en anderen, naar kwaliteiten, naar een minder belast leven, naar wijsheid en inzicht, naar het verlichten van belastende karaktertrekken. Er zijn ook heel wat boeddhisten die menen dat je alles maar accepteren en gelaten over je heen moet laten komen omdat ze geloven dat lijden ligt in het verzet, in de weerstand, maar er is heus wel een middenweg. Een middenweg waarbij je zaken kunt accepteren en ook kan werken aan verandering.