Ik dacht dat het voor de nieuwkomers wel interessant zou zijn om een beeld te hebben om naartoe te werken, en wou het dus even hebben over de paramita’s, oftewel perfecties. Dit zijn eigenschappen van een verlicht wezen, en het word dus in het algemeen als een goede zaak gezien om deze als karaktertrekken te hebben.
In het Tibetaanse boeddhisme komen deze ook wel voor.
Pāramitā (Sanskriet) of Parami (Pāli): "Perfectie" is een term die binnen het mahayana boeddhisme wordt gebruikt om de perfectie van oefeningen te beschrijven. Deze oefeningen worden door Bodhisattvas gedaan om van Samsara naar Nirvana (verlichting) te komen.
Binnen het Theravada (hinayana) worden de Tien Perfecties gebruikt: (termen in Pali)
Dana parami : gulheid, vrijgevigheid, zichzelf geven aan anderen
Sila parami : deugd, moraal, juist gedrag
Nekhamma parami : afstand nemen, loslaten
Pañña parami : transcendentale wijsheid, inzicht
Viriya parami : energie, ijver
Khanti parami : geduld, tolerantie
Sacca parami : eerlijkheid, streven naar waarheid
Aditthana parami : volharding, doorzettingsvermogen, determinatie
Metta parami : vriendelijkheid, liefde
Upekkha parami : kalmte, rust, gelijkmoedigheid
In het Mahayana worden Zes Perfecties gebruikt: (termen in Sanskriet)
Dana paramita: gulheid, zichzelf geven aan anderen
Sila paramita : deugd, moraal, juist gedrag
Prajna paramita : transcendentale wijsheid, inzicht
Ksanti paramita : geduld, tolerantie
Virya paramita : energie, ijver
Dhyana paramita : eenpuntige concentratie, overdenken
Bron: Wikipedia
Tot mijn verbazing hadden wij nog geen artikel over de paramita’s, dus ik heb deze even opgezocht als het beginpunt van een contemplatie, of misschien discussie.