In boeddhisme, en dat vind ik wel mooi en praktisch, kun je wijsheid niet los zien van de kwestie van kwaliteit van leven, van welzijn, van de beëindiging van lijden. Het is immers heel goed mogelijk dat je als mens meent dat je tot allerlei spirituele ontdekkingen bent gekomen, de waarheid kent, dat je diep inzicht bezit, dat je denkt dat je wijs bent maar dat je eigenlijk ook steeds weer dingen doet die jezelf en anderen lijden bezorgen, problemen, ellende, toestanden. Ben je dan echt wel wijs?
Ik vind dat een goede maatstaf. De praktijk van het leven. Ik zit hier ook regelmatig met vuur en wind deel te nemen en brandt mezelf er aan. Laten we wel wezen, dan ben je toch niet wijs? Als je elke maar weer je eigen welzijn begraaft, ben je dan wijs? Wie niet horen wil zal wel voelen. Moet op de blaren zitten.
"Wat is de bedoeling van wijsheid? Directe kennis, diens bedoeling is volledig begrip, diens bedoeling is afstand doen. (MN43§12)
Met wijsheid doe je afstand van alles wat lijden en ellende veroorzaakt bij jezelf en anderen en in de wereld. Dat is de bedoeling van wijsheid in de Pali Dhamma.
"Waarvan dient afstand te worden gedaan noch door lichaam en spraak maar door herhaaldelijk zien met wijsheid? Hebzucht, haat en begoocheling, woede, vijandigheid, anderen kleineren, onbeschoftheid, vrekkigheid. Kwaadaardige jaloezie (anderen hun rijkdom en overvloed niet gunnen). Kwaadaardige verlangens (pretentie, verlangen dat je bij anderen bekend staat om allerlei kwaliteiten die je eigenlijk niet hebt). (AN10.23)
“Door vertrouwen steekt met de stroom over,
Door ijver de ruwe zee
Door energie overwin je lijden
Door wijsheid wordt je gezuiverd.” (SN10.12)
Wijsheid zuivert. Wijsheid doet vanzelf afstand van zaken die lijden veroorzaken. Dat gaat vanzelf. Anders is het geen wijsheid.
“Er wordt gezegd: “een wijs persoon van grote wijsheid”. Op welke manier ben je een wijs persoon met grote wijsheid? Een wijs persoon is niet uit op zijn eigen lijden, andermans lijden of van beide. Wanneer hij denkt, denkt hij alleen aan zijn eigen welzijn, het welzijn van anderen van beiden, van de hele wereld. (AN4.186)
Je kunt wijsheid niet los zien van welzijn. Daarmee, vind ik, is het ook niet los te zien van liefde en mededogen.
De dwaas en wijze worden gekenmerkt door hun daden. Wijsheid schijnt in diens manifestatie.
Een dwaas vertoont wangedrag met lichaam, spraak en geest, en een wijze goed gedrag. (AN3.2)
Realisatie wordt vaak heel erg benaderd als een bepaald soort kennis en weten. Als je maar dit en dat weet, ontdekt hebt, dan ben je een ware beoefenaar, gerealiseerd, een ware deskundige, een ware Dhamma kenner. Ach, dat is allemaal heel betrekkelijk. De Dhamma gaat veel meer over gedrag. Wijsheid is iets wat zich manifesteert in gedrag. Realisatie gaat over een geest die nooit iets of iemand zou willen pijn doen, beschadigen, leed toe brengen, nadeel willen brengen maar alleen maar bekommerd is om welzijn. Dat is toch wel een liefdevolle geest, toch?
Ik denk wel dat dit niet erg past binnen onze cultuur en maatschappelijke mindset. Want wij vinden eerder dat een heilige moet lijden bij het goede doen, als een ware martelaar. Of dat je moet strijden en vechten voor het goede, ook al betekent dit dat je jezelf en anderen leed toebrengt. Voor de goede zaak moet je vechten. Voor land, bedrijf, ideaal, buurt, gezin etc.
Desnoods tot bloedends toe. De laffe doet dat niet. De juiste ijver is dat je constant vecht tegen het kwaad, tegen onrechtvaardigheid, tegen dit en dat. Met heilige Toorn, het heilig vuur, heilige woede de vijanden verslaan.
Het is best wel extreem dat voor jezelf altijd het welzijn van jezelf, anderen, en de wereld vooropstaat. Vaak verdedigen we lijden. Lijden is het offer dat we brengen. Dat idee.
Dat is natuurlijk een mindset waarin je nooit een einde kan maken aan lijden. Ik vind het best lastig want ik merk wel dat ik wel een neiging heb lijden te zien als offer en bijna dus ook als iets edels en goeds. Ik vermoed dat dit ook hoort bij een geest die ergens voor wil strijden en vechten.
Misschien is dat nog wel het meeste wat we ego noemen. Dat je ergens voor wil vechten en strijden en je ook gevoed voelt door die strijd. Die strijd geeft zin, betekenis, doel. Ik kan dat soms wel proeven, ook in discussies. Ik ben nogal aan strijder, kan ik wel zeggen. Ik brand me er ook aan, dat zeker. Ik vind het echter van mezelf niet wijs, ook niet edel en goed.
Het is eerder een soort waanzin.
Maar is het niet zo dat als je een mens iets geeft om voor te strijden, of iets hebt om voor te strijden, dan leef je op?