Forum > Diep tekstonderzoek Siebe

Metta, Liefdevolle Vriendelijkheid

(1/3) > >>

teksten Siebe:
Metta, Liefdevolle Vriendelijkheid, Inleiding

Jawel, een serie posten over metta.

Het Pali woord metta wordt meestal vertaald als ‘liefdevolle vriendelijkheid’ (loving kindness). Maar ook wel als: welwillendheid, goodwill, universele liefde, onbaatzuchtige serviceverlening. Metta is de wens voor het geluk en welzijn van alle levende wezens, zonder ook maar één uitzondering. (bron: www.sleuteltotinzicht.nl)

Het is één van de vier zogenaamde Brahma vihara’s. Dit zijn fijnstoffelijke sferen die je als mens kan ervaren, en waarin je na de dood ook geboren kan worden (volgens de sutta’s).  De andere drie Brahma-vihara’s zijn karuna (mededogen), mudita (meelevende vreugde) en upekkha (gelijkmoedigheid). Ze worden ook de vier onmetelijken of onbegrensde sferen genoemd.

De teksten behandelen deze vier kwaliteiten ook als een soort tegenkrachten. Als metta (adosa) heel sterk is ontwikkeld en gecultiveerd, onderdrukt dat krachtig de neiging tot kwade wil en haat (dosa). Als mededogen (karuna) krachtig aanwezig is, dan onderdrukt dat de neiging tot wreedheid. Dat je op een bepaald moment echt meedogenloos kunt worden. Als meelevende vreugde (mudita) sterk aanwezig is, dan onderdrukt dat jaloerse staten. Anderen geen geluk of voorspoed gunnen. Iemand het licht in de ogen niet gunnen. Als gelijkmoedigheid (upekkha) krachtig is ontwikkeld en gecultiveerd, dan onderdrukt dat krachtig manische staten, staten van opwinding en staten van teveel somberen. Je gaat minder door ups en downs. 

Hoewel metta toch het meest besproken wordt ten aanzien van jezelf en andere wezens ben ik een enkele keer in een sutta ook dit tegengekomen (Iti 1.3.7)

- “Wie niet vernietigt
Of anderen tot vernietigen aanzet,
Ontplooit liefdevolle vriendelijkheid
Voor alle wezens.
Hij draagt geen haat tegen iemand
Of tegen iets.”

Er zijn verschillende metta sutta’s in de Sutta-Pitaka. Deze serie posten opent er mee.
Het ontwikkelen en cultiveren van metta heeft grote voordelen. Deze komen daarna aan bod. Hoe ontwikkel en cultiveer je eigenlijk metta? Dat is het onderwerp van het volgende deel. Er zijn ook teksten die een relatie beschrijven tussen het ontwikkelen en cultiveren van metta en weder geboorte. Dit onderwerp besluit deze serie posten.

Ik hoop dat jullie het inspirerend en leerzaam vinden.

groetjes


teksten Siebe:
Bronnen en Afkortingen

Bronnen

-Digha Nikaya (DG): The Long Discourses of the Buddha, A translation of the Digha Nikaya by Maurice Walshe, 1996;
-Majjhima Nikaya (MN): The Middle Length Discourses of the Buddha, A new translation of the Majjhima Nikaya, original translation by Bhikkhu Nanamoli, translation edited and revised by Bhikkhu Bodhi, 1995;
-Samyutta Nikaya (SN): The Connected Discourses of the Buddha, A New Translation of the Samyutta Nikaya, Bhikkhu Bodhi, Volume I+II, 2000;
-Anguttara Nikaya (AN): The Numerical Discourses of the Buddha, A Translation of the Anguttara Nikaya by Bhikkhu Bodhi, 2012;
-Udana: A Translation With an Introduction & Notes by Thanissaro Bhikkhu, 2012;
-Itivuttaka,Itivuttaka, Zo is het gezegd, vertaald uit het Pali en van commentaar voorzien door Guy Eugène Dubois, 2019
-Sutta Nipata: The Sutta Nipata, A Collection of Discourses Being One of the Canonical Books of The Buddhist, Translated from Pali by V. Fausböll, Oxford, 1881.
-www.sleuteltotinzicht.nl, eigenaar P. van Loosbroek

Afkortingen

DN: Digha Nikaya 
MN: Majjhima Nikaya
SN: Samyutta Nikaya
AN: Anguttara Nikaya 
Ud: Udana
Iti:  Itivuttaka
Sn: Sutta Nipata 

teksten Siebe:
Metta Sutta (uit Khuddakapatha, ook in Sn I.8}

Uit liefde en welwillendheid voor alle wezens.

143. Hij die bedreven in het goede is, die de kalme staat wenst te bereiken (Nibbana), zou aldus moeten handelen: hij moet bekwaam zijn, eerlijk, volkomen rechtvaardig, edel spreken, vriendelijk en bescheiden.

144. Tevreden zijn, makkelijk te onderwijzen, met weinig verplichtingen en van licht levensonderhoud, met de zintuigen gekalmeerd, discreet, niet schaamteloos, niet sterk gebonden aan zijn relaties.

145. Hij zou niet het minste of geringste moeten najagen waardoor anderen hem tot de orde moeten roepen. Mogen alle wezens gelukkig en veilig zijn, mogen hun harten heilzaam zijn!

146 — 147. Wat voor levende wezens er ook zijn: of zij nu zwak of sterk zijn, groot, stevig of middelmatig zijn, klein of groot, zichtbaar of onzichtbaar, zij die ver weg of dichtbij zijn, die geboren zijn of ongeboren zijn, zonder uitzondering (dient men hen met deze wens te doordringen): mogen alle wezens gelukkig zijn!

148. Laat niemand een ander bedriegen, niemand een persoon verachten waar dan ook. Laat hem geen enkel kwaad voor een ander wensen uit boosheid of kwaadwilligheid.

149. Zoals een moeder haar enige kind zou beschermen met zelfs het risico voor haar eigen leven, laat hem net zo, een grenzeloos hart ontwikkelen naar alle wezens toe.

150. Laat zijn gedachten van onbegrensde liefde (metta) de hele wereld doordringen: boven, beneden, en doorkruist zonder enige weerstand, zonder enige haat, zonder enige vijandigheid.

151. Waar hij ook staat, loopt, zit of ligt; zo lang hij wakker is, zou hij deze indachtigheid moeten ontwikkelen. Dit is hier het edelste leven.

152. Niet vallen in verkeerde inzichten, deugdzaam en begiftigd zijn met wijsheid. Met verwerping van zintuiglijke begeerten, wordt hij nooit meer in de zintuiglijke sfeer (kama loka) wedergeboren.

(vertaling door Peter van Loosbroek, bron: www.sleuteltotinzicht.nl)

teksten Siebe:
De Ontwikkeling van Metta, Mettacetovimutti Sutta (Iti 1.3.7)


Zo is het gezegd door de Bhagavat, door de Arahant. Zo heb ik het gehoord:

“Monniken, alle soorten van verdienstelijk handelen voor toekomstig geluk maken niet eens één zestiende deel uit van wat de bevrijding met een hart van liefdevolle vriendelijkheid voortbrengt. Zulke bevrijding met een hart van liefdevolle vriendelijkheid overtreft al deze verdienstelijke daden: ze straalt, glimt en glinstert. Net zoals het schijnsel van alle sterren niet eens één zestiende deel uitmaakt van het schijnsel van de maan; en net zoals het schijnsel van de maan het schijnsel van de sterren overtreft en straalt, glimt en glinstert, zo maken alle soorten van verdienstelijk handelen voor toekomstig geluk nog geen zestiende deel uit van wat  de bevrijding met een hart van liefdevolle vriendelijkheid voortbrengt.
De bevrijding met een hart van liefdevolle vriendelijkheid overtreft al deze verdienstelijke daden: ze straalt, glimt en glinstert.
Net zoals de zon wanneer ze de hemel bestijgt—in de laatste maand van het regenseizoen, in de herfst, wanneer de hemel klaar is en zonder wolken—de duisternis verdrijft en straalt, glimt en schittert, zo ook maken alle soorten van verdienstelijk handelen voor toekomstig geluk niet eens één zestiende deel uit van wat de bevrijding met een hart van liefdevolle vriendelijkheid voortbrengt.
De bevrijding met een hart van liefdevolle vriendelijkheid overtreft al deze verdienstelijke daden: ze straalt, glimt en glinstert. Net zoals in het laatste deel van de nacht, vlak voor zonsopgang, de Morgenster straalt, glimt en glinstert, zo ook maken alle soorten van verdienstelijk handelen voor toekomstig geluk niet eens één zestiende deel uit van wat de bevrijding met een hart van liefdevolle vriendelijkheid voortbrengt. De bevrijding met een hart van liefdevolle vriendelijkheid overtreft al deze verdienstelijke daden: ze straalt, glimt en glinstert”.

Dit is de betekenis van wat de Bhagavat gezegd heeft. In verband hiermee zei Hij het volgende:

“ Wie aandachtig de onmetelijke
Liefdevolle vriendelijkheid ontwikkelt,
Ziet de vernietiging van de mentale vergiften.
—De ketens in zijn geest slijten weg.
Wie liefdevolle vriendelijkheid grenzeloos
Uitspreidt, zonder een haatdragende geest,
Al was het maar voor één wezen,
Wordt een ervaren Dhamma-beoefenaar.
Zonder te spreken over de kracht van de
Geaccumuleerde verdienste die de
Edele verwerft die met een
Meedogende geest naar alle wezens kijkt.
Goedmenende koningen die de aarde
—Bevolkt met ontelbare wezens—
Veroverd hebben gingen offerend rond:
Zij brachten het 'paardenoffer', het 'mensenoffer',
'water-riten' en 'soma-riten'.
Maar deze offergaven maken niet eens
Een zestiende deel uit van een goed ontwikkelde
Geest van liefdevolle vriendelijkheid,
Net zomin als de hele sterrenhemel
Niet eens één zestiende deel uitmaakt
Van het schijnsel van de maan.
Wie niet doodt
Of anderen tot doden aanzet.
Wie niet vernietigt
Of anderen tot vernietigen aanzet,
Ontplooit liefdevolle vriendelijkheid
Voor alle wezens.
Hij draagt geen haat tegen iemand
Of tegen iets.”

Ook dit is de betekenis van wat de Verhevene gezegd heeft. Zo heb ik het gehoord.

(vertaling door Guy Eugene Dubois; bron: diens vertaling van Itivutakka)

Uit de laatste zin van het vers zou je kunnen opmaken dat metta niet alleen betrekking heeft op jezelf en andere wezens maar ook op iets, bijvoorbeeld omstandigheden die je onwelgevallig zijn. Ook geen haat dragen tegen iets. Liefdevolle vriendelijkheid, grenzeloos. 

In de volgende post worden de voordelen en verdiensten van metta belicht aan de hand van teksten uit de Sutta-Pitaka.

teksten Siebe:
De voordelen en verdienste van metta

Deze worden onder andere opgesomd in AN11.15. Ik heb deze sutta hieronder vertaald:

Metta sutta

“Monniken, wanneer de bevrijding van geest door liefdevolle vriendelijkheid wordt nagestreefd, ontwikkeld en gecultiveerd, tot een voertuig en basis gemaakt, uitgevoerd, geconsolideerd, en op de juiste manier gepraktiseerd, kunnen elf voordelen worden verwacht. Welke elf? Je slaapt goed; je wordt gelukkig wakker; je hebt geen slechte dromen;  je bent aangenaam voor mensen; je bent aangenaam voor geesten; deva’s beschermen je; vuur, gif en wapens verwonden je niet; je geest is snel te concentreren; je gelaatsuitdrukking is sereen, je sterft niet verward, en als je niet verder doordringt (tot verdere realisatie komt) dan wordt je geboren in de Brahma wereld (fijnstoffelijke bestaansvorm van de rupa-loka, Siebe).
Wanneer de bevrijding van geest door liefdevolle vriendelijk herhaaldelijk is nagestreefd, ontwikkeld, gecultiveerd, tot een voertuig en basis is gemaakt, geconsolideerd, en op het juiste wijze gepraktiseerd, zijn deze elf voordelen te verwachten”. (AN11.15)

Families met veel vrouwen en weinig mannen zijn makkelijk te overvallen door rovers. Net zo is iemand die niet liefdevolle vriendelijkheid heeft ontwikkeld en gecultiveerd, makkelijk te overvallen door niet menselijke wezens. Liefdevolle vriendelijkheid beschermt dus tegen aanvallen van niet menselijke wezens.  (SN20.3/5)

Door geduld, geweldloosheid, liefdevolle vriendelijkheid en sympathie beschermt men anderen en ook zichzelf. (SN47.19) Dat is makkelijk te begrijpen, lijkt me.

Je kunt drie maal daags 100 grote pannen met eten schenken maar als iemand slechts voor een paar tellen liefdevolle vriendelijkheid beoefent en ontwikkelt, ofwel in de morgen, middag of avond, dan is dat laatste veel verdienstelijker. Daarom train jezelf in het ontwikkelen en cultiveren van liefdevolle vriendelijkheid. (SN20.4)
Zie ook de mettacetovimutti sutta in de vorige post.

“Wie voor zichzelf langdurig geluk verlangt
Moet verdienstelijke daden ontwikkelen:
Hij moet vrijgevig zijn; een evenwichtig leven leiden
En liefdevolle vriendelijkheid cultiveren.
Door het cultiveren van deze drie eigenschappen,
Zullen zijn daden geluk brengen.
De wijze persoon [die dit doet]
Zal gelukzalig wedergeboren worden
In een gelukkige wereld zonder zorgen.” (Iti 1.3.2)

Kwade wil wordt afgesneden van voeding door veelvuldig aandacht te geven aan liefdevolle vriendelijkheid. (SN46.51)
Metta bevrijdt van kwade wil en haat. Het moet ontwikkeld worden om afstand te doen van kwade wil en haat. (DN25§17, MN62§18 , AN9.3)

(Nog wat extra info over het afstand doen van kwade wil (kwam ik tegen in een noot). Daarbij zijn de volgende zaken behulpzaam: het leren van liefdevolle vriendelijkheid, toewijding  aan deze meditatie van liefdevolle vriendelijkheid, er over nadenken dat je verantwoordelijk bent voor je eigen daden (eigenaarschap van kamma), regelmatige overwegingen, goede vriendschap, en geschikte gesprekken).

Mettta is ook 1 van de 6 dingen die bijdragen aan (een goed) leven in een gemeenschap. (DN16§1.11)

Door het beoefenen van metta, karuna, mudita en upekkha bereik je innerlijke vrede, en door die innerlijke vrede beoefent iemand de weg die gepast is voor iemand in afzondering. (MN40§13)

Liefdevolle vriendelijkheid is ook een belangrijk aspect bij het corrigeren van anderen.  Als je een ander wilt berispen, moet je eerst vijf zaken in jezelf onderzoeken:
Heb ik zelf wel lichamelijk gedrag dat zuiver is? Verbaal gedag dat zuiver is? Heb ik een geest van liefdevolle vriendelijkheid naar degene die ik wil berispen? Ben ik geleerd en hou ik me er aan, begrijp ik het allemaal goed? Ken ik de Patimokkha,, hou ik me goed aan de regels etc?
Als je dit niet hebt gerealiseerd, zullen mensen zeggen dat je eerst maar met jezelf aan de slag moet. (wie zonder zonde is, werpe de eerste steen).
Verder moet je de volgende vijf dingen in jezelf vestigen: spreken op het juiste moment en niet op een ongepast moment, de waarheid spreken en niet liegen, zachtaardig spreken en niet hard en grof, spreken op een voordelige manier en niet op een nadelige, spreken vanuit liefdevolle vriendelijkheid en niet haat koesterend. (AN10.44)

Superieur kamma van metta (en karuna, mudita en upekkha)

Bodhi zegt het zo in MN noot 915 … “the kamma pertaining to the fine-material sphere (rupa-loka, de sfeer van de vier onmetelijken) or the immaterial sphere (arupa loka) overpowers the sense-sphere kammas (kama-loka) and produces its results. Obstructing the result of the sense-sphere kammas, the brahmavihara that has been mastered leads to rebirth in the company of Brahma.

Het bijzondere aan het kamma van liefdevolle vriendelijkheid (en ook van karuna, mudita en upekkha) is dus dat dit kamma, het kamma overheerst dat bij de dood tot een geboorte in de kama-loka zou leiden. Het lagere kamma, zeg maar, kan niet rijpen. Het kamma van metta is een daaraan superieur kamma.

Het lijden in de kama-loka (ook wij als mens leven er in) is veel intenser en grover dan in fijnstoffelijke sferen en daarom is het zo verdienstelijk ook metta etc. te ontwikkelen, sterk te maken. In de fijnstoffelijke wereld, de rupa-loka, heb je geen grof lichaam en dat scheelt al heel veel qua aandoeningen en lijden. Metta zal langdurig je eigen welzijn dienen, en natuurlijk ook van anderen, geven de sutta’s aan.

De leraar Sunetta ontwikkelde bijvoorbeeld 7 jaar een geest van liefdevolle vriendelijkheid. Als gevolg daarvan kwam hij 7 perioden van uitdijing en inkrimping van het heelal niet terug in deze wereld, de kama loka. (AN7.67, Iti1.3.2)

Dit besluit de teksten die de voordelen en verdienste van metta (en de andere onmetelijken) beschrijven.

Hoe beoefen je nou volgens de teksten metta? Dit is onderwerp van de volgende post. 

Navigatie

[0] Berichtenindex

[#] Volgende pagina

Naar de volledige versie