Een mooi voorbeeld van analogisch denken is iriscopie. Een vlekje op de iris van het oog verwijst naar een plek in het lichaam waar iets niet in orde zou zijn.
kwakzalverij lees ik op wikipedia
empirisch bewijs ontbreekt
geen theoretische onderbouwing.
Beetje jammer, want het zou wel praktisch zijn en eenvoudig
lijkt me toch niet zo moeilijk om één en ander empirisch te bewijzen.
Je neemt 1000 proefpersonen waarvan men reeds weet op welke plek in het lichaam iets niet in orde is. Lijkt me niet zo moeilijk om die te vinden.
Vervolgens neemt men een iriscopie, en dan kijk je of de diagnose van iriscopie inderdaad meer treffend is dan toeval.