https://www.broese.nl/BookInfo/GetSample?guid=1d2415c1-6799-42df-9d8d-cd018fd196be
Het diepe inzicht dat het 'ik' slechts een mentale begoocheling is, stelt de yogi in staat om de hechting aan zijn sankharas—geconditioneerde verschijnselen—van verlangen en afkeer te vernietigen. Sabbasankhara- samatha.
Wijsheid is gemakkelijk te herkennen. We kunnen hier eindeloos gaan discussiëren of ik/ego bestaat. Maar alleen het diepe inzicht dat het een mentale begoocheling is maakt een einde aan het 'ik'. En wie heeft dat diepe inzicht dat 'ik een mentale begoocheling is? Toch weer 'ik'. Waarmee ik mijzelf als het wordende verschijnsel aanduidt.
Naar mijn mening leert de Pali overlevering naar waarheid dat inkomende bezoedelingen de geest vaak beetnemen, overspoelen, en ze leiden op die manier tot een verkeerde perceptie, vertekening. Het is een soort proces van verharding, verruwing, de-sensibilisering, en zelf-vervreemding. Denk aan agressie, sterke lust wat je overmant en beetneemt. Je wordt steeds minder gevoelig en dat kan tot een punt komen dat je puur gewetensloos wordt zelfs en alleen maar aan jezelf denkt. Bezoedelingen kunnen dat effect hebben, en hebben dat naar waarheid ook vaak.
Een van die inkomende bezoedelingen, een van de subtielste, is asmi mana, de notie/eigenwaan, het verlangen en de neiging "Ik besta". Deze notie is net als andere bezoedelingen zoals zintuiglijk verlangen, haat, jaloezie, ook niet constant aanwezig in de geest. In het cognitieve proces ontstaat het, bestaat even en verdwijnt weer.
Het is niet zozeer dat jaloezie, haat, eigenwaan, hebzucht, de notie Ik ben, al die bezoedelingen,
zelf mentale begoocheling is, maar als ze de geest binnendringen leidt dat vaak tot verkleuring, vertekening, verharding, vervreemding.
Daar zit de begoocheling. Je laten leiden door die opkomende bijkomstigheden,
daar ligt de mentale begoocheling. Niet meer smaken, proeven, ervaren dat het bijkomstigheden zijn.
Het zogenaamde diepe inzicht dat het ego een mentale begoocheling is, bestaat niet. Dat is pure verbeelding, verzonnen. Wat wel bestaat is het inzicht dat zelfs het ego-besef iets is wat tijdelijk ontstaat in de geest en dus ook bijkomstig is van aard. Het is niet de natuur van geest, zeggen de wijzen. Het is niet jezelf, niet ik, niet mijn, net zoals agressie, jaloezie, hebzucht, eigenwaan etc dat ook niet is. Het zijn bijkomstigheden, bijzaken in zekere zin.
De weg van bevrijdende wijsheid is dat je meer en meer gevoel krijgt dat ook het ego-besef niet constant aanwezig is, iets is wat ontstaat, zelfs kan aangroeien, maar evengoed niet altijd aanwezig is. Ego-besef is net zo bijkomstig als gedachten, verlangens, haat, hebzucht, eigenwaan etc. Dat is wat een wijze kent en ziet. Dat is alles zien zoals het werkelijk is. Gewone geest.
Hoe beter je dit ziet, hoe minder een betoverende en bekoorlijke indruk het opkomende gaat maken. Je gaat veel beter zien wat bijkomstig is.
Het ontdekken van de natuur van geest is volgens mij hetzelfde als rechtstreeks zien wat bijkomstig is en voorwaardelijk ontstaat, zoals ego-besef. Dit voorwaardelijk ontstaan zien en kennen is de Dhamma zien, zegt een sutta ergens.
De geest is als het ware als lege ruimte waarin wolken verschijnen als tijdelijke en bijkomstige zaken. Maar je moet wel eens een wolkenloze tijd meemaken om de werkelijk lege aard van ruimte te zien en te weten dat wolken bijkomstig zijn. Dit is moeilijk bij ego-besef omdat het zo de ruimte/geest doordringt en subtiel is. Het is moeilijk te zien dat ego-besef ook ontstaat.
Ego-besef is geen mentale begoocheling maar de mentale begoocheling is dat je ego aanziet voor de natuur van geest en niet voor een tijdelijk en bijkomstig verschijnsel.
Het onderricht zegt dat alles groeit. Gevoel voor de tijdelijkheid, het komen en gaan, het onwezenlijke van wat komt en gaat, en het onbevredigende element er van. Het is allemaal met elkaar verbonden. Het onderricht leert dat als je hier meer en meer gevoel voor krijgt, het tijdelijke, het wezensvreemde (alien) en het onbevredigende van wat komt en gaat, dan verbreekt de betovering er van. Het krijgt allemaal minder greep op je, en ga je meer en meer het ongeconditioneerde binnen.
Onwetendheid is niet hetzelfde als Ik, als ego-besef, maar onwetendheid verwijst naar het niet zien en weten dat ook ego-besef een bijkomstige bezoedeling is en niet de oorspronkelijke zuivere staat van geest. Het Ik-besef is beslist geen mentale begoocheling. Begoocheling is het Ik-besef niet kennen en ervaren als iets wat bijkomstig is, niet Ik, niet mijn, niet mijn zelf.
Daarom zijn asmi mana, dit ego-besef, en avijja, onwetendheid ook verschillende bezoedelingen en onderliggende neigingen.
Al dat ego bashen en ego zien als oorzaak van alle ellende is geen Dhamma. Dit is echt een verkeerde interpretatie van de Dhamma. Het gaat nergens over. Alle ellende komt van voorwaardelijk ontstaan niet zien, ook het voorwaardelijk ontstaan van ego niet, en in de verblind raken voor wat bijzaak is (niet Ik, niet mijn zelf, niet mijn) daar gaat het mis. Jezelf verliezen in bijkomstigheden.