Daar lopen we vast, je probeert nu een voorstelling te maken van de leegte. Ook een voorstelling maken van 'niemand' is onmogelijk.
Daarnaast is het de Boeddha die hetzelfde zegt in de anatta leer. In 'dat' wat verschijnt (wat dus waarneembaar is) is niets blijvend te vinden. De verschijning noemen we 'iemand' om Jan van Marie te kunnen onderscheiden. Maar innerlijk is er niet zoiets ls een 'iemand' te vinden.
Verschijningen kunnen we ons prima voorstellen, dus daarom noemen we dat 'iemand'. Het probleem is dus jouw voorstellingsvermogen. Omdat jij je 'niemand' niet kunt voorstellen zeg je : "Je kunt sowieso nooit niemand zijn".
Niet dat je mij moet gaan geloven, je moet gaan werken aan het voorstellingsbeeld wat 'Siebe' genaamd is. Voor wie in de actualiteit verblijft is er geen angst. De actualiteit is vrij van ieder voorstellingsbeeld. In de actualiteit van het moment kan er alleen maar 'zijn' zijn. Onbenoemd 'zijn' , want het is zonder beeld. (of vorm)
Het is het beeldloze wat jou opmerkt in de actualiteit, het is nooit met toekomst of verleden bezig, dat is onmogelijk. De 'niemand' in Siebe is dichterbij dan de 'iemand' , want voor 'iemand' is er een gedachte noodzakelijk. Om 'niemand' te zijn , zijn gedachten zelfs onmogelijk. In de vaststelling van 'niemand' ben je vrij van je eigen gedachten.
Daarom noemt men 'niemand' ook wel het doodloze. Want wie gaat er dood als Siebe zijn laatste adem uitblaast? Niemand! Alles wat 'iemand' is gaat dood, voor niemand is dat onmogelijk. Dat zijn geen woordspelletjes, het is voor mij werkelijk.
Nou euhh, ik voel dit wat anders aan.
De dagelijkse praktijk is dat opkomende neigingen en emoties vaak een proces inleiden van zelf-vervreemding, verharding, verruwing en ontaarding.
Iets hoeft maar even niet te gaan zoals je wilt en je zit er al weer helemaal middenin. Of, zaken gaan precies zoals je wilt en je zit er middenin. Of alles laat je onverschillig en je zit er middenin.
Dat er sprake is van zelfvervreemding, verharding en ontaarding als proces, kun je als mens best aanvoelen, vind ik. Ergens hebben we deze spiegel wel.
Het is meer een kwestie van dit erkennen dan van indoctrinatie, iets aanleren, hersenspoeling, cultuur, opvoeding, vind ik.
Dit proces van zelf-vervreemding, verharding en ontaarding gaat zich tonen in hoe je denkt, spreekt en doet.
Concreet: Je wordt hard. Vierkant, meedogenloos, liefdeloos.
Een geest die niet meer verhardt, niet meer zelf-vervreemdt, niet meer ontaardt, is niet niemand maar juist zichzelf. Hij is zichzelf en blijft zichzelf.
Het is zoals bij vervuild water. Haal je het vuil weg, dan is water gewoon zichzelf, puur.
Met de geest net zo. Haal je alles weg wat zorgt voor vervreemding, verharding, ontaarding dan is en blijft geest zichzelf.
Als het zichzelf is, is het ook edel, gevoelig, sensitief, ontvankelijk, mooi, een voertuig van goedheid, een wens-vervullend juweel.
De kwaliteiten zijn ongekend. Ontaarden, verruwen, vervreemden is onmogelijk voor een geest die zichzelf is.
Deze geest is het licht van de wereld. Deze Boeddha-Natuur is ieders ware natuur.
Je kunt niet zeggen dat deze geest die zichzelf is niemand is.
Eigenlijk is het niet echt te beschrijven.
Het beste is te zeggen, deze geest is en blijft zichzelf onder alle omstandigheden, altijd edel, gevoelig, geaard, nooit vervreemd van iets of iemand.
Ja, veel mensen denken dat onthechting juist een soort ultieme vervreemding en afstand is, alsof je losstaat van alles en iedereen, integendeel.
De zuivere geest is juist altijd met alles en iedereen innig verbonden en kent juist geen afstandelijkheid.
Het welzijn van wezens laat deze geest ook nooit koud.
Het enige wat echt telt is oog hebben voor wat hier en nu met je gebeurt onder invloed van gedachten, beelden, emoties en neigingen.
Ga je weer het proces in van verharding, verruwing, vervreemding dan is dat wel heel normaal.
Maar daarvoor trainen we. Om dat te eindigen. Om in alle omstandigheden geaard te blijven, gevoelig, jezelf, Boeddha.
De wens als een Boeddha te zijn is niet anders dan de wens jezelf te zijn.
Dat hele gedoe om
niemand en iemand is onbelangrijk. Net zoals het hele gedoe rondom
acteur en getuige. Net als het hele gedoe rondom
persoonlijk en onpersoonlijk of
niks en iets.Allemaal filosofie.
In wezen draait bevrijding om iets heel concreets en persoonlijks, namelijk, niet meer ontaarden, verharden, zelf-vervreemden, ongevoelig worden, dwaas.