Iedereen ervaart Nirvana (de geest zonder woud) elke dag. Dat is het niet dat je het niet kent. Maar wel
- dat je je er niet bewust van bent dat dit nirvana is, en niet bewust van bent dat je dit zoekt.
- dat je geen idee hebt om (bewust) bij nirvana te blijven.(oa omdat je er niet bewust van bent dat dit nirvana is)
in nirvana is er geen honger dus een licht gemoed.
Wat ontbreekt is de vaardigheid, kennis van zaken, ervaring om bewust in nirvana te blijven.
oefening baart kunst.
Waarom blijft een mens niet bij nirvana als nirvana toch datgene is wat hij zoekt ?
Omdat het bewustzijn, het denken en het streven, zodra de honger verschijnt gericht is op die zaken waar de honger zich op fixeert. Waar de honger bevrediging denkt te kunnen of moeten vinden. oftewel verblinding.
Het streven van honger en het niet streven van nirvana leven naast elkaar. Maar niet gelijktijdig. Een toestand waarin het bewustzijn in kan verblijven. Een verblijfplaats.
Licht van gemoed of hongerig.
Honger gericht of nirvana gericht. Ben je honger gericht ben je niet meer in nirvana.
Enkel bewustzijn kan in nirvana verblijven door nirvana bewust te zijn.
het verblijven van bewustzijn in nirvana is het einde van de blinde zoektocht naar het einde van de honger.
Ik twijfel sterk om hierop te reageren, want in de context waarin je het schrijft ben ik het helemaal met je eens. In een andere context is het echter beperkend.
Toch een poging dit te verduidelijken zonder je (vast)stelling af te vallen.
In de context waarin jij het beschrijft kunnen Samsara en Nirvana inderdaad niet gelijktijdig zijn. En dat is omdat beiden ervaringen zijn, Samsara de ervaring van lijden, Nirvana de ervaring van bevrijding. Ervaringen zijnde, blijven ze nooit duren, komen ze en gaan ze, wisselt het ene met het andere.
Ervaringen zullen echter altijd komen en gaan, zullen nooit blijvend zijn. Dat is juist het kenmerk van ervaring. Iemand kan plots een ervaring van bevrijding hebben, een satori, maar dit zwakt op den duur weer af. Waarom? Omdat het een ervaring was, en deze kan je niet stabiliseren. M.a.w. je kan onmogelijk in zo'n ervaring blijven. Je kan het wel opnieuw proberen opzoeken, en als dat toevallig lukt, er weer even in verblijven, maar op den duur, ooit, vroeger of later, val je er weer uit. Dat is zo en zal altijd zo zijn met ervaringen, hoe bevrijdend ook, ook met de ervaring van Nirvana.
Daarom wordt er in de meest directe aanwijzingen gewezen op Samsara is Nirvana, het zijn beiden ervaringen. Samsara is de ervaring van de werkelijkheid als lijden. Nirvana is de ervaring van diezelfde werkelijkheid als bevrijding. Maar beiden nog steeds ervaring. Het is pas als je realiseert dat er geen verschil tussen is, dat werkelijke, niet komend en gaande bevrijding maar gerealiseerd kan worden buiten de ervaring om, waarbij ervaringen van lijden en ervaringen van bevrijding van lijden zich ook nog kunnen voordoen, als ervaringen. Een boeddha ervaart nog steeds lijden (rugpijn) en bevrijding van dit lijden (als hij op de grond gaat liggen), beiden leiden echter niet meer af van de achtergrond, de buiten categorie, die er altijd is, geen ervaring is, waar je niet in of uit kunt vallen. Dit wordt wel eens aangeduid als de grond van het zijn, waarin ervaringen, zowel die van Samsara, als die van Nirvana, zich voor kunnen doen, de potentie, de mogelijkheid tot ervaren, de essentie van gewaarzijn of bewustzijn, ... .
Nirvana zoals beschreven in de pali sutta's verwijst echter niet naar Nirvana als ervaring, hetgeen altijd inwisselbaar blijft met Samsara (dualiteit!), maar naar de non-duale ultieme bevrijding uit ervaring. Het Mahayana heeft enkel verduidelijkt dat dit niet apart hoeft gezien te worden van ervaring, dat de grond zich tegelijkertijd voordoet met de ervaring, maar de ervaring is wat altijd blijft veranderen, nooit gestabiliseerd kan worden. De grond is er altijd, en kan je niet ervaren, maar wel realiseren dat het er altihd is. Enkel dit laatste kan ultieme bevrijding geven, en deze is niet afhankelijke van het komen en gaan van ervaringen, deze is er niet door aangetast. Dit betent dus niet het einde van de ervaring van lijden. Ervaringen blijven zich voordoen, zowel lijdende als bevrijdende, maar eens volledig gerealiseerd waarin deze zich maar voor kunnen doen, en dat dit zelf onveranderlijk is, niet komt en gaat, geen ervaring is, buiten alle categorien is, ..., komt en gaat deze ultieme bevrijding niet meer en blijft dus behouden, ook als lichaam en zelfs geest lijden kunnen ervaren, tegelijkertijd!
Kan je daar iets mee, of brengt het alleen maar verwarring en zwijg ik er dus beter over?
Voor alle duidelijkheid. Ik spreek hier niet uit realisatie, enkel uit geproefd hebben ervan, maar dit proeven was wel heel duidelijk zodat de mogelijkheid van gelijktijdigheid een evidentie is geworden voor mij, en het heil niet meer gezocht wordt in ervaringen, ook niet in bevrijdende. Wat niet gelijktijdig kan is: altijd bevrijding ervaren en toch een leven ervaren. Onmogelijk! Wat wel geltijktijdig mogelijk moet zijn volgens mij is: dat zowel lijden als bevrijding ervaren niet meer zal afleiden van de realisatie al helemaal bevrijdt te zijn en dat deze realisatie dus wel tegelijkertijd kan zijn met de steeds veranderene ervaringen.