Ik beweer nergens dat Osho's doel was om een religie te fabriceren. Ik stel dat wanneer je elke dag iets anders beweert, of zelfs het tegenovergestelde, je dan de kans loopt dat mensen mogelijk niet meer naar je luisteren. Want waar heb je dan nog iets aan, in je zoektocht naar de waarheid. Ik besef heel goed, ook naar aanleiding van wat ik zelf ervaren heb in de meditatie, dat het denken, de mind, een zeer tegenstrijdige en chaotisch werkende breinactiviteit is. Maar je moet ergens beginnen.
Maar goed, ook Christus zegt dat wie zoekt, zal vinden. Alleen, tot hoever gaat je zoektocht? Je kunt eeuwig blijven zoeken, van de ene Leraar naar een andere reizen, maar nooit aan vinden toekomen. En in zoverre heeft Osho gelijk: in niet-zoeken, of niet meer zoeken schuilt een enorme waarheid. Zoeken kan je afleiden van jouw waarachtigheid, je uniekheid, je spirituele waarde. Want je wordt onafgebroken afgeleid door dat naarstige zoeken. Aanvankelijk is zoeken goed, je zoekt richting. En de beoefening is een inspanning, een doen.
Maar er komt een moment, waarop je moet laten, niet-zoeken. Dat komt vanzelf. Je kunt zelfs een tijdje om de hete brei heen blijven draaien, maar op een bepaald punt kun je niet anders dan laten, los laten. Het laat vanzelf los, de hele zoektocht naar de waarheid. Je kunt het niet vasthouden. Dat is het punt waarop daadwerkelijke meditatie begint. Je hebt geen doel meer, geen reis meer, geen afleiding, spiritueel of niet. Je bent wie je ook maar bent. En je bent nooit iets of iemand anders geweest, het kan niet. De hele illusie dat je iets anders zou moeten zijn of worden, vervalt, verdort, laat los. De rups is als het ware "gestorven" in de cocon en een vlinder geworden (metafoor). Die vlinder was er altjd al, sluimerend in de rups. Nu val je volledig samen met jezelf. Het is het simpelste wat er is, maar wij blijven er maar omheen draaien met al onze afleidingen.