"Zie nooit het voertuig voor de lading aan. - G.I. Gurdjieff
De spirituele Verlichting is een hot item, vooral in de Oosterse religies. Alles lijkt daar om te draaien. De goeroe of Meester vertegenwoordigt welhaast het goddelijke. Gautama de Boeddha is de Verlichte in het boeddhisme. Krishna is de levende vergoddelijking, de goddelijke incarnatie van de god Vishnu in het hindoeïsme. De incarnatie van dit goddelijke zien we ook terug in andere religies en godsdiensten. Jezus Christus is volgens de christelijke leringen de Zoon van God.
Dat we hier te maken hebben met een aantal charismatische figuren, lijkt me duidelijk. Ze brengen ethische leringen om de mensheid van dienst te zijn in hun boodschap en missie. De eigenschappen van deze mensen zijn scherpzinnigheid, invoelingsvermogen, nederigheid, zorgzaamheid, liefdevolle vriendelijkheid, mededogen en een open compassie en onbaatzuchtige liefde. Ze reageren meestal heel anders dan de meeste mensen op bepaalde situaties. In die zin zijn ze nogal onvoorspelbaar. Ze maken nooit misbruik van mensen, en ze proberen waar nodig behulpzaam te zijn. Ze vragen nooit geld of een vergoeding voor hun gaven. Ze schenken hun bijzondere verworvenheden 'om niet' aan wie hun hulp dan ook nodig heeft.
Er zijn altijd mensen, die dit allemaal prachtig vinden. Ze verlangen er naar om ook zo te zijn als de grote voorbeelden uit de diverse religies of godsdiensten. En daar kan de pretentie of het veinzen beginnen, het doen alsof. Ze proberen exact in de voetsporen te treden van hun grote voorbeelden. En zich strikt te houden aan de voorschriften die staan beschreven in de geschriften. Alleen lukt het ze helemaal niet om zich daaraan te houden, omdat ze niet Verlicht zijn, als we al over de Verlichting zouden kunnen spreken.
Ik heb zelf ooit een Zenleraar gehad. Hij sprak nooit over zijn Verlichting, nooit. De instructies die hij gaf, kwamen uit de boeddhistische geschriften. Ik kan zelfs niet beweren dat hij Verlicht was, het was wel in zekere zin een 'apart' (authentiek) mens. In de spirituele instructies was hij zeer streng, maar in het persoonlijke contact zacht en vriendelijk. Behulpzaamheid was zijn devies, hij was altijd bereid om mensen te helpen. Pretenties daar maakte hij echter korte metten mee. Dat prikte hij meteen door en noemde dat nepspiritualiteit, een lege dop waar niemand mee gebaat was of is. Eigenlijk was hij een doodgewoon mens, net als iedereen. Maar dan zonder pretenties, bijna saai. Niks bijzonders eigenlijk. Je zou hem gewoon tegen kunnen komen op de markt.