Tien jaar is een behoorlijke periode. Als ik mijn gehele periode bekijk dat ik me met religie bezighoudt, dan kan ik het volgende zeggen:
1. Ik geloof niet meer zo in de noodzaak van religieuze regels. Al die ethische leringen zijn in wezen goed, maar vooral bedoeld voor hen, die regels nodig hebben of zich niet weten te gedragen. Ik zie de waarde van regels wel, maar ik voel me niet geroepen om dat minutieus na te volgen. Ware religie draait om bevrijding, niet om een nieuwe conditionering met andere regeltjes. Al kunnen ze nog zo "religieus" zijn;
2. Boeken zie ik als een waardevolle verrijking, maar kennis is zeer relatief, zeker als die kennis niet is gebaseerd op je eigen ervaringen, en dat wat je met vallen en opstaan van het leven geleerd hebt. Je kunt je veel gemakkelijker bewegen in een daadwerkelijk ervaren religiositeit, omdat het je immers 'eigen' is. En heb je niet direct leefregels nodig, of zelfs helemaal niet. Wie werkelijk religieus ervaren is, is zichzelf tot wet. Je neemt wel deel aan sociale activiteiten en je houdt je aan de sociale conventie. Niet omdat het moet, of omdat je volgzaam bent, maar eerder omdat je vrij bent. Ik ben in die zin vrij, maar dat betekent geenzins dat ik nu voor altijd en eeuwig Verlicht ben of zo. Ik wil die kwalificatie helemaal niet bezigen. Ik ben een gewoon mens, zoals iedereen.
3. Ik ben minder overtuigd van de waarachtigheid van allerlei spirituele Leraren of Meesters. Sommigen lijken betrouwbaar, velen niet. Er zijn veel charlatans en zelfs idioten, en er zijn ook velen, die het zeer zeker 'goed bedoelen', maar toch niet daadwerkelijk een Leraar of een Meester zijn. Dat komt omdat ze toch op een of andere manier teveel bezig zijn met bepaalde religieuze thema's, en hier en daar bijna vastgeroest lijken aan sommige religieuze regels en leringen.
4. Ik geloof niet dat religieuze bevrijding het einde van de spirituele rit is. Ik leer nog steeds elke dag, en maak ook elke dag menselijke fouten. Ik voel me wel bevrijd van de spirituele zoektocht, het altijd maar moeten beoefenen, je afvragen of je wel op de goede weg bent, twijfel, desillusie enzovoort. De desillusie van de ervaren religieuze weg houdt in, dat je (ik) door een donkere periode bent gegaan. En dat ik daarvan heb geleerd om ook afstand te nemen van religie. Het leven kan spiritueel zijn, maar er zijn ook nog andere zaken die je leven nodig heeft. Het is trouwens niet altijd zo, dat iedereen zo'n periode van desillusie hoeft door te maken. Het kan ook op een volstrekt andere wijze, zonder donkere periode van spirituele 'verlatenheid' en eenzaamheid.