't is een hardnekkige, ik weet het.
Het ego doet immers niets liever dan zich te wentelen in slachtofferschap en dus te denken / praten in termen van kwetsers en gekwetsten, slachtoffers en daders.
Ja, in het Westen zien we het ego als een soort boeman, degene die alles verpest en verkeerd doet. Welk gedrag ook, je kunt er altijd wel een ego achter zoeken als aanstichter.
In feite zie je dan altijd
iets negatiefs achter iemands gedrag, nietwaar?
Ik zie de Pali teksten zeggen dat het projecteren van een ego in de geest als aanstichter van gedrag, bij jezelf en anderen, precies dat is onwetendheid. Het idee dat er slecht Ik zit in iemand, een goed Ik, een zuiver Ik, een wetend Ik, een onwetend Ik, een doortrapt Ik etc. Op die manier vatten mensen het gedrag op. Verklaren het zo en zien zo.
Dat draait uit op veroordelen.
Van zo'n visie dat er overal een ego achter zit, wordt je ook niet beter, vind ik. De Pali sutta's leren dit ook niet.
De Pali suttás leren dat het besef/notie van 'Ik ben' zich gaat voordoen als een neiging om te gaan verbeelden en voorstellen (mana-anusaya) wordt getriggerd.
Asmi mana is de notie 'Ik ben'. Je komt tot leven in een wereld van voorstellingen, beelden. Een cinematografische wereld waarin je zelf een soort hoofdrolspeler bent.
Het besef 'Ik ben' wordt gezien als een soort basis eigenwaan, en van daaruit ontwikkelen zich allerlei verdere ideeën over jezelf zoals 'Ik ben dit en dat', 'in de toekomst zal ik dit en dat zijn', 'Ik ben gelijk aan anderen, superieur of inferieur' etc. Kortom, mentale proliferatie. Allemaal wortelend in die basis voorstelling 'Ik ben'.
De sutta's geven aan dat deze basis voorstelling 'Ik ben' ook helemaal kan verdwijnen op den duur. Als iemand blijft mediteren op het ontstaan en verdwijnen van alles wat binnen de zintuiglijke domeinen wordt ervaren (ook het zesde mentale domein) dan raakt dat alles het teken van 'zelf' kwijt, van 'dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf'. Als dat gebeurt zal op den duur ook de notie 'Ik ben' volledig verdwijnen. Een sutta zegt dat dit het ultieme geluk is.
Maar overal ego's achter zien als aanstichters, is volgens mij niet handig. Want in feite zie je dan overal iets negatiefs achter.
Ik denk dat je beter naar jezelf en anderen kunt kijken zoals naar dieren.
Die neem je ook niet kwalijk dat ze anderen opeten, voor je vluchten, elkaar bevechten. Dat zijn gewoon conditioneringen.
Een mens, ik zelf ook, wordt ook veelal geregeerd door conditioneringen. Het ontwikkelen van voorstellingen en verbeeldingen hoort daar ook bij.
Die neiging is bij ons extreem sterk zelfs. Voordat je het weet zit je in je hoofd, in een wereld van voorstellingen en verbeeldingen.
En wat je daar op dat moment beleeft, beleef je als "de" realiteit, "de" waarheid op dat moment. Dat gaat bliksemse snel en makkelijk.
Er zijn dingen die je meemaakt in opvoeding of later die dat gebeuren ook alleen maar versterken.
Maar hier is geen aandacht voor in Pali sutta's. Hoe opvoeding uitwerkt, hoe trauma's werken etc. daar is geen aandacht voor.
Dit is het domein van psychologen, van therapeuten, in principe niet van boeddhistische leraren.
Ik heb het idee het onkwetsbare, dat wat niet aangedaan raakt, dat verwijst volgens mij naar: dat wat nog niet opgegaan is in voorstellingen en verbeeldingen.
Dat is wat je aanwezigheid kunt noemen. Volgens mij is dat een soort licht. Ik ken het niet als altijddurend (als zoiets überhaupt mogelijk is)
Maar in de Pali sutta's is onwetendheid vooral verbonden met niet zien wat lijden is, wat lijden veroorzaakt, wat de opheffing is en de weg.
Dus verblind raken en zijn over wat nu echt in je eigen voordeel en andermans voordeel is.
Vanuit het Ik bezien lijkt de weg van het einde van lijden te zitten in: plezier maken, avonturen beleven, lekkere dingen eten, gezelligheid, een hemelse geboorte na de dood, het vooruitzicht van sterven en niet meer lijden voelen, dat soort dingen. Daar zit volgens de Pali teksten de onwetendheid.
Volgens de Plai Boeddha zit het ultieme geluk juist in de opheffing van die Ik notie, dat Ik verlangen, en die Ik onderliggende neiging. Het zit hem in het doorbreken van voorstellen en verbeelden. Voel ik wel wat van aan. Die voorstelling Ik, dat verlangen Ik, die onderliggende neiging Ik die legt ook ontzettend veel druk op . Zelfs het gelukkige Ik is een belasting.
“
The state of dispassion in the world is happiness,
the complete transcending of sense desires,
But for he who has removed the conceit ‘I am’—
this is indeed the highest happiness (Udana 2.1)
Maar, hoe dan ook, ik geloof niet dat het nuttig en wijs is om overal maar een ego achter te zien als aanstichter, want in feite zie je dan overal iets negatiefs achter. Dat maakt je alleen maar veroordelend en ook genadeloos vind ik.