"400 Hij moet geen levende wezens doden
en hij moet niet nemen wat niet gegeven is,
hij moet niet liegen en geen dronkaard zijn,
hij moet zich onthouden van onkuisheid, van seks,
hij moet niet op ongepaste tijden eten, 's nachts,
401 hij moet geen sieraden dragen, zich niet parfumeren,
hij moet op een brits liggen of op de grond op een mat -
dit noemt men het achtvoudige gebod voor de uposatha,
verkondigd door de Boeddha, de be?indiger van leed.
402 En dan moet hij rustig van geest de uposatha-dag
op de veertiende of de vijftiende en de achtste
van de halve maand en de speciale halve maand
volledig in acht nemen met acht regels.
403 En dan, als hij uposatha gevierd heeft,
moet hij in de morgen aan de monniksgemeenschap
helder van geest en vreugdevol voedsel en drank
uitdelen, zoals het een verstandige betaamt."
uit: De verzameling van korte teksten 1 (
www.asoka.nl)
Uposatha betekent:
Letterlijk: 'vasten', dat wil zeggen, 'vastendag', is de dag van volle maan, de nieuwe maan, en de twee dagen van het eerste en laatste kwartier. Op volle maan en nieuwe maan wordt de Disciplinaire Code, de patimokkha, voor de bij elkaar gekomen monniken voorgelezen, terwijl op de vier genoemde maan-dagen veel van de gelovige lekenvolgelingen de kloosters bezoeken. Daar nemen zij dan de 8 regels in acht (attha sila) Zie sikkhapada voor de 5, 8, en 10 regels.
Ik had hier nog nooit van gehoord. Zijn er mensen die zich hier aan houden op de daarvoor bestemde dagen?
Met metta,
Django