Nee, zo zie ik de Dhamma ook niet. Veel boeddhisten zijn gelukkige, vredige mensen, maar het valt me wel op dat je ze niet zo vaak ziet lachen of dansen. Die echt uitbundige vrolijkheid, de tendens om het leven te vieren, is er vaak uitgewrongen, er komt een soort stilte voor in de plaats. En daar moet je denk ik wel voor oppassen, dat je je spontaniteit en levendigheid niet verliest.
En als ik kijk naar sommige delen van de leer dan denk ik wel dat daar een bepaalde somberheid uit zou kunnen komen, en die delen van de leer passen niet bij mij.
Als ik even vanuit de eigen ervaring spreek, dan kan ik niet anders dan bevestigen dat er een soort van... afvlakking zou ik het echt niet noemen, maar een soort van gelijkmoedigheid is ontstaan, een minder dramatisch reageren op pijnlijke zaken en dus een minder uitbundig reageren op plezierige zaken. Klopt. Dus, als je daar bang voor bent, dan is dit terecht. Als je bang bent dat je manier van in het leven staat gaat veranderen, wat het sowieso zal doen, of je nu met Boeddhisme bezig bent of niet, dan is dit terecht. Dat deze verandering nadelig zal zijn voor jezelf of voor anderen, dat is dan weer onjuist begrip.
Laat ik het even tastbaar maken. Het zou helpen als je wat ervaring had met bewust dromen, zoniet, neem het van mij aan (of zoek het op, er zijn heel wat fora rond lucide dromen): elke bewuste dromer kampt met hetzelfde: het bewust zijn van de droom valt steeds weg als men te zeer opgaat in de ervaring, en dat vind elke dromer die bewust is geworden nu net zo jammer. Toen men helemaal bewust was van de droom, had men volledige vrijheid in de droom en dit gaat gepaard met een vredig gevoel. In die vrede kan je volledig genieten van wat de droom te bieden heeft, pas echt, want ervoor, voor je wist dat het een droom was, droomde je enkel dat er genieten was. Dus de helderheid van geest die gepaard gaat met het weten dat je aan het dromen bent, maakt de beleving van de droom juist zoveel intenser. Daarom zal je veel bewuste dromers horen getuigen dat zo'n bewuste droom haast echter (intenser) dan het echte leven aanvoelt. MAAR als je hier te uitbundig van gaat genieten (je gaat helemaal op in het genieten), dan verlies je die helderheid, dan verlies je je luciditeit en wordt de droom weer een gewone droom, waarin je droomt dat je uitbundig geniet, maar niet meer weet dat je aan het dromen bent, de vrijheid is dan weg, de vrede is dan weg… er is dan ervaring, en genieten, maar niet meer zo helder bewust. En neem het van mij aan, als je een tijdje later wakker wordt en je herinnert wat er gebeurt is, dan zal je steevast zeggen: "had ik maar wat rustiger gebleven in de droom, dan had mijn luciditeit veel langer kunnen aanhouden.
Welnu, in het werkelijke leven is dit hetzelfde, ergens helemaal in opgaan, hoe aangenaam en spontaan dat ook lijkt te zijn, gaat steeds gepaard met inboeten op helderheid. En eens je echt wakker geworden bent tot wat helderheid echt is, ga je steeds meer verkiezen helder te blijven dan op te gaan in een ervaring. Niet omdat die echt uitbundige vrolijkheid, de tendens om het leven te vieren, er is uitgewrongen, niet omdat je aan spontaniteit en levendigheid hebt ingeboet, maar omdat je spontaan eerder kiest om bij die levendigheid, die intensheid te blijven die een heldere geest jou biedt en dat je met vallen en opstaan geleerd hebt dat dit maar lukt door gelijkmoedig, niet te uitbundig, niet te depressief te reageren op wat er in die helderheid allemaal verschijnt.
Daarom wordt je meestal niet alleen vrediger, maar ook gematigder, minder uitbundig, maar ook minder dramatisch, minder problematisch, minder slingerend tussen je goed voelen en je slecht voelen, je helder voelen, en je verward voelen, je gelukkig voelen en je ongelukkig voelen. Voor een buitenstaander lijkt dit vlakker, saaier, minder intens, voor je zelf weet je dat het juist intenser is, dat die vrede en helderheid er kan zijn als alles voor de wind gaat, ervaringen aangenaam en erg genietbaar zijn, maar dat die vrede en helderheid er nog steeds is, als niets meer voor de wind gaat, ervaringen onaangenaam en zelfs pijnlijk zijn. Dat is gelijkmoedigheid. Het gemoed blijft gelijk in goede en in slechte tijden. Dit is een enorme sprong voorwaarts in een vredig, helder, gelukkig en stabiel leven, geen inboeting.
Betekent dit dat je dan niet meer geniet? Nee hoor, ik durf zelfs zeggen dat je dan juist veel meer geniet, niet enkel van het zand onder je voeten, op een zonnige dag, maar evengoed van de hagelbui die er op volgt, zonder dat je daarvoor sadistische neigingen moet hebben. Het genieten is dan van de helderheid die het je geeft en zowel die zwoele wind door je haren op het strand, kunnen jou dit geven, als die hagelbui die pijnlijk op je lichaam inslaat. In dit laatste geval loop je niet joelend rond van "laat maar komen die pijn", pijn blijft iets dat je gaat vermijden, je gaat nog steeds schuilen voor die hagel, maar het neemt je helderheid niet meer af, je blijft helder, het blijft jou wakker houden, in plaats van dat je overvallen wordt door de gedachte "waarom moet mij dat nu overkomen?", enzovoort, hetgeen de droom terug induceert.
Ik denk dat je niet zozeer angst moet hebben dat je je spontaniteit en levendigheid gaat verliezen, ik denk dat je eerder angst moet hebben voor wat ego er van maakt, om jou te weerhouden die weg te gaan, die zijn heerschappij dreigt aan te tasten.
Voor wat het waard is, gewoon eens een andere manier om er naar te kijken. Als het je niet bevalt, … je bent vrij (dat gevoel heb je toch) en je weet de prullemand zijn.