Hmm een citaat wat ik vandaag meerdere keren ben tegen gekomen:
“Een academicus krijgt elke dag meer, een Man van Tao verliest elke dag iets.”
— Lao Tzu
Precies! Kennis kan je vergaren, geld kan je vergaren en zo ook kan je spirituele of Boeddhissche ideeën vergaren (spiritueel materialisme). Een Man van de Praktijk vergaart niets, maar verliest steeds meer. Het is daarbij niet dat er spirituele ideeën worden verzameld, maar dat ze stilaan allemaal herkend worden als verwijzend naar het zelfde. Het wordt helder.
Vingers kan je niet vergaren, en eigenlijk heb je er maar ééntje nodig, als je die ene Werkelijk volgt tot waar ie verwijst, en die Werkelijkheid komt Werkelijk in zicht (niet zomaar een idee er van), dan zie je gewoon dat al die andere vingers naar hetzelfde verwijzen, zonder ze nog te moeten volgen, laat staan vergaren. Het is dan meteen duidelijk naar wat het verwijst en het hoeft dan niet meer aangenomen worden, noch verworpen worden. Elke vinger neemt dan nog meer weg, in plaats van ideeën te blijven toevoegen. De ideeën moeten niet gemeden worden, ze verliezen gewoon hun Werkelijkheidswaarde, het geloof erin dat het idee Werkelijk is, dat het om de vinger zelf gaat.
Het klinkt zeker niet te abstract Steve, alhoewel hoe men door steeds meer boeddhistische ideeen te vergaren uiteindelijk alles kwijtraakt is mij een raadsel.
Vergaren staat rechtlijnig tegenover verliezen.
Stel je vindt een doorn, als je hem opneemt en gebruikt om een doorn die al heel diep in je vel zit er los te wrikken en nadat dit gelukt is beide doornen achter te laten, ben je helemaal niet bezig met vergaren. Als je elke doorn (elk idee) dat je tegenkomt in je vel steekt, dan vergaar je lijden.
Ik merk wel dat het steeds simpler word.
...
Maar het is een beetje een penibele kwestie als men je als boeddhist vraagt of je de bodhisattva gelofte af wilt leggen, dan moet je weten waar je staat, wat er van je verwacht word.
Dat begrijp ik volkomen. Maar niemand kan je daarbij echt helpen. Het is zoals Gouden Middenweg schrijft iets dat tot iets bevrijdend leidt of het doet niets of leidt juist tot beklemming, angst. Ik kan van dit laatste alleen maar zeggen dat je dan op een verkeerd spoor zit. In Boeddhisme is er geen straffende entiteit buiten jou die iets van jou gaat verwachten en jou gaat straffen als je niet aan die verwachting voldoet. Het is puur een innerlijke zaak. Het is als beloven te stoppen met roken, als je die belofte breekt, is er niemand die je gaat straffen. Maar als je de open intentie opneemt geen slaaf meer te willen zijn van een verslaving en deze intentie op de juiste manier wordt geplaatst, dan blijft deze door werken, ook al kan je deze niet direct waar maken. Het blijft dan open, niet zelf-beoordelend, noch extern beoordeeld, en blijft aanwezig, hoe onmogelijk het op dat moment ook lijkt. De gerichtheid op het doel en hoe snel je het wil bereiken valt dan weg, en komt te liggen op het proces.
Ik kan alleen maar aangeven dat het bij mij, voor mij, zeer goed heeft gewerkt. Wat heeft gewerkt? Het loslaten bevrijding voor mezelf te willen. Het loslaten van zelf-gerichtheid. Het loslaten van die zorg om dat ik en het veilig stellen van "zijn" bevrijding. De kwestie of een ik dan eigenlijk nog wel iets kan bereiken komt daarbij weg te vallen. En als het daar niet meer rond draait, krijgt wat al bevrijdt is alle ruimte. Dat heeft dan niets meer vandoen met iets willen bereiken of iets veilig stellen voor je 'zelf'. Die reflex brokkelt dan juist af, ten voordele van waar het dan Werkelijk om gaat.
En dat brengt heel wat helderheid.