De sutta's leren het zo:
-“
Alle onheilzame staten zijn geworteld in onwetendheid en komen samen bij onwetendheid, en allen worden ontworteld als onwetendheid wordt ontworteld.” (SN20.1)
-“Bhikkhu’s onwetendheid gaat voorop bij het binnengaan van onheilzame staten, met schaamteloosheid en gebrek aan angst om iets immoreels te doen, volgend. Bij een niet wijs persoon ondergedompeld in onwetendheid, ontstaat verkeerde visie. Bij iemand met verkeerde visie ontstaat verkeerde intentie of motivatie. Bij iemand met verkeerde intentie, ontstaat verkeerde spraak. Bij iemand met verkeerde spraak, ontstaat verkeerd handelen. Bij iemand met verkeerd handelen ontstaat verkeerd levensonderhoud. Bij iemand met verkeerd levensonderhoud ontstaat verkeerde inspanning. Bij iemand met verkeerde inspanning, ontstaat verkeerde mindfulness. Bij iemand met verkeerde mindfulness ontstaat verkeerde concentratie. (SN45.1, AN10.105)
Hier staat dus niet dat Ego of een innerlijk Ik voorop gaat. Er is niet een innerlijke doener Ik die alles regelt, bijvoorbeeld dat afkeer opkomt, haat, jaloezie, eigenwaan, hebzucht, verlangens etc.
Het is de factor van onwetendheid. Een factor werkzaam in de cognitie, in de geest.
Over onwetendheid volgens de sutta's:
https://www.boeddhaforum.nl/index.php?topic=2566.msg19282#msg19282Belangrijk is volgens mij ook om te zien dat je een voertuig wordt van iets onheilzaam, en onheilzame intenties krijgt, onheilzame spraak en handelen ALS er geen schaamte en geremdheid hier over is. Dan functioneert je geweten niet goed. Op basis van onwetendheid en begeerte kan best haat opkomen in jezelf of minachting maar als je daar schaamte bij voelt, dan laat je het weer los. Dat wordt het niet motiverend. Morele schaamte en morele vrees is wat dat betreft cruciaal want dat stuurt het toch nog in goede banen.
Een man bijvoorbeeld kan best heel lustig worden, vol hormonen, maar als er morele schaamte is en morele vrees, dan gaat ie niet over tot misbruik van vrouwen, gaat niet iemand verkrachten of op een andere manier een vrouw misbruiken. Dat soort schaamte en geremd is heel nuttig in de praktijk. Volgens de Pali sutta's noemde de Boeddha morele schaamte (hiri) en morele vreed (ottappa) zelfs de beschermers van de wereld. Ik ben het daar mee eens. Je kunt nog zoveel wetten en regels maken maar een gewetenloos mens is een ongeleid projectiel en zal oneindig leed veroorzaken. Er is niks beter dan gebonden worden door je geweten. Geremd door je geweten. Mensen vinden dat misschien vervelend en willen dit met een hoop bravoure, agressie, domheid, drank, drugs weg hebben, maar dat is niet handig. Je moet er juist blij mee zijn.
Minfdulness/indachtig beschouwen (contemplatie, sati) is in de sutta's ook sterk verbonden met het geweten. Wat dit betreft is de beoefening van mindfulness ook niet een soort blanco niet oordelend licht. De sutta's vergelijken mindfulness met een bewaker van een stad. Die vindt niet alles goed. Die laat bepaalde gasten wel binnen en andere niet.
Spijt en schaamte gaat over daden, activiteiten. Je hebt iets gedaan wat niet deugt en anderen pijn deed oid. Dat gaat niet over je in en in schuldig voelen en zondig en slecht.
Het gaat niet over een zondig, slecht, kwaadaardig innerlijk Ik maar eerder heb je wroeging over wat je gedaan hebt (een daad) en heb je het besef en gevoel dat je iets anders had moeten doen.
In boeddhisme is dit cruciaal want zonder dat ben je eigenlijk gewetenloos en nauwelijks nog mens te noemen.
Jezelf een spiegel voorhouden is ook belangrijk. (MN61 bijvoorbeeld). Dit betekent dat bij alles wat je doet en laat, kijk je of bijvoorbeeld heilzame factoren je motiveren of onheilzame.
Dus ook bij wat je laat, wat je niet doet.
Bezint eer ge begint is ook belangrijk. Iedereen maakt wel uitglijders maar je kan leren en dingen weer goed maken en jezelf aansporen het voortaan anders te doen.
Dit is allemaal niet om een braaf burger of boeddhist te zijn maar iemand die een beetje sensitief is, wil niet zelf lijden maar ook niet leed veroorzaken. Voor die persoon leeft: "doe een ander niet aan wat je zelf niet aangedaan wilt worden". De ander lief hebben als jezelf.
Je moet altijd oog hebben voor: ben ik nu een voertuig van haat of van liefde, van wreedheid of mededogen, van boosheid of geduld, van jaloezie of medevreugde, van iets heilzaam of onheilzaam. Als voertuig er van ben je ook een doener. Als je handelt onder invloed van haat ben je natuurlijk een doener van iets hatelijks en zo moet je jezelf ook zien.
En als dat je niet bevalt, dat haat je drijft, is dat alleen maar goed ook.
Je hoeft niet overal vrede mee te hebben. Dat is niet bevrijding. Boeddha had volgens de overlevering vooral geen vrede met onjuiste visies.
Ik geloof ook dat als je ziet en begrijpt dat er geen slecht innerlijk Ik is waaruit slechte dingen voortkomen, dit ook echt een genadevol licht is. Dit licht keurt niemand af. Het geeft niemand op.
En als je wel denkt in zulke termen van een slecht innerlijk Ik in iemand, dan kun je wel nagaan dat je verhard en genadeloos bent geworden.
Nibbana wordt ook wel 'a state of grace' genoemd (SN43).
Maar goed, ook hiervoor geldt dat dit allemaal te begrijpen is, aan te voelen, zelfs te herkennen in je eigen leven, maar dat is allemaal heel wat anders dan dat je als mens altijd in die staat van genade verkeert, want hoe vaak wordt je toch ongenadig, hard, vijandig? In die zin is realisatie altijd zo anders dan iets begrijpen, aanvoelen, herkennen.
Schuldgevoel wordt niet gezien als iets voordeligs juist omdat het zo gericht is op een innerlijk Ik dat slecht of schuldig is. Schaamte gaat over schamen over daden. Dat is anders.
Ook genadevol naar jezelf kunnen zijn in de zin van dat je ook nog maar lerende bent, rijpende, ontwikkelende, niet af, niet heilig nog, is ook belangrijk.
Klinkt allemaal makkelijk maar is allemaal niet zo makkelijk. Toch kan meditatie en contemplatie volgens mij wel degelijk helderheid geven dat bepaalde zaken gewoon in ons opkomen zonder dat een innerlijk Ik ditallemaal aanstuurt en regelt. Iets komt op, bijvoorbeeld haat, er wordt naar gegrepen (ook dat doet een Ik niet!) en dan wordt het motiverend en gaat ons gedrag bepalen.
Het is als kettingreactie, een sneeuwbal-effect. Dit noemde de Boeddha een Pad. Het Pad wordt 'edel' genoemd als het niet meer gebaseerd is op onwetendheid en begeerte.
Dit is niet hetzelfde als 'verdienstelijk' want je kunt best verdienstelijk bezig zijn en toch met begeerte en onwetendheid actief.