Auteur Topic: Eenheid versus Verscheidenheid  (gelezen 76 keer)

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

Offline lang kwaat

  • zo blij
  • Eerwaarde
  • Nieuwkomer
  • ******
  • Berichten: 1547
Eenheid versus Verscheidenheid
« Gepost op: 17-05-2025 11:58 »
Eenheid versus Verscheidenheid

"At Savatthi. Then a brahmin who was a cosmologist approached the Blessed One . . . and said to him:
"How is it, Master Gotama: does all exist?"
"'All exists': this, brahmin, is the oldest cosmology."
"Then, Master Gotama, does all not exist?"
"'All does not exist': this, brahmin, is the second cosmology."
"How is it, Master Gotama: is all a unity?"
"'All is a unity': this, brahmin, is the third cosmology."
"Then, Master Gotama, is all a plurality?"
"'All is a plurality': this, brahmin, is the fourth cosmology.
Without veering towards either of these extremes, the Tathagata teaches the Dhamma by the middle ...." (SN12.48)

Ik lees er dit in:
Er is een neiging in de geest (en ik herken dit als neiging ook bij mezelf) die wil grip. En die grip bestaat hieruit dat het alles in een hokje wil. Het wil de wereld begrijpen in termen van tegengestelden. Ook bijvoorbeeld in termen van : alles is in wezen Eén.. of... alles is in wezen Pluriform/verscheiden. Is het niet herkenbaar dat iets in je dit soort duidelijkheid wil?

De Boeddha breekt hiermee en ziet dit als overhellen naar extremen. Dit is ongeschikt om zaken werkelijk te begrijpen.  De Boeddha laat zien dat dit alleen maar extremen zijn, denk-posities. Maar de wijze heeft geen standpunten op dit vlak omdat ie ook begrijpt dat deze standpunten niet toepasselijk zijn om te beschrijven hoe zaken werkelijk bestaan en gaan.

"He perceives unity as unity. Having perceived unity as unity, he conceives [himself as] unity, he conceives [himself] in unity, he conceives [himself apart] from unity, he conceives
unity to be 'mine/ he delights in unity. Why is that? Because he has not fully understood it, I say.
(MN1)

De neiging is enorm groot, -en heet in het onderricht sakkaya ditthi,- om na een bepaalde ervaring, bijvoorbeeld van eenheid, hierover weer te gaan bespiegelen in termen van 'dit ben Ik, dit van mij, dit is mijn (ware) zelf', en hierin te verheugen. Eindelijk heb je het zelf ontmoet, het ware geluk, de waarheid, en de waarheid is eenheid. De Pali Boeddha leert dat zolang dit opvatten/voorstellen in termen van Ik en mijn niet eindigt, van wat dan ook, is het ook niet begrepen. Want dan ga je toch weer doen wat de geest al zo lang doet in samsara, namelijk, dit of dat aanzien voor 'dit ben Ik, dit is van mij, dit mijn zelf'. Filosoferen. Weer een positie innemen.

 "Therein, bhikkhus, those recluses and brahmins who describe the self as percipient and unimpaired after death describe such a self, percipient and unimpaired after death, to
be either:
material;
or immaterial;
or both material and immaterial;
or neither material nor immaterial;
or percipient of unity;
or percipient of diversity;
or percipient of the limited;
or percipient of the immeasurable.
Or else, among those few who go beyond this, some assert the consciousness-kasina, immeasurable and imperturbable, [to be the self]


Al dit wordt niet goedgekeurd (MN102)

"Some assert thus: 'The self and the world are percipient of unity: only this is true, anything else is wrong.' (MN102)

Het zelf zou eenheid waarnemen...wat vaak verder wordt uitgewerkt in: 'het waarnemen van diversitieit/verscheidenheid is een illusie en gebeurt door het niet-zelf'
Het zelf zou alleen maar eenheid kunnen waarnemen, is het idee.
Of, de waarheid is eenheid, de illusie is verscheidenheid.

Hierover zegt de Boeddha:

.."that apart from faith, apart from approval, apart from oral tradition, apart from reasoned cogitation, apart from reflective acceptance of a view, they will have any pure and
clear personal knowledge of this - that is impossible. Since they have no pure and clear personal knowledge, even the mere fragmentary knowledge that those good recluses and
brahmins clarify [about their view] is declared to be clinging on their part. That is conditioned and gross, but there is cessation of formations. Having known 'There is this' seeing the escape
from that, the Tathagata has gone beyond that.
(MN102)

-De basis van oordelen in termen van diversiteit/verscheidenheid wordt gevormd door de verschillende neigingen die we allemaal vertonen: emoties, lichamen, mentale staten, verlangens, etc. Daarmee identificerend geeft ons een gevoel van anders zijn, diversiteit. We verschillen van elkaar op dit vlak. 

-De basis van oordelen in termen van eenheid wordt gevormd doordat er ook de verstilde basis van de geest is. De perceptie daarvan is hetzelfde voor iedereen. Dit gaat over de perceptie van een oneindige ruimtelijkheid, van een oneindig bewustzijn, van 'er is niets', en de basis van noch iets onderscheiden noch iets niet meer onderscheiden.

Die bases ervaren leidt er toe dat sommige mensen overhellen naar het extreem van eenheid, en soms zelfs een hekel krijgen aan verscheidenheid. Zij menen bijvoorbeeld "Ik ben Niets". Ze zijn geïdentificeerd geraakt met de basis van de geest die zeer verstild is en wordt waargenomen als 'er is niets'.  En in die verstilling menen ze het zelf, zichzelf te herkennen, de waarheid over zichzelf. Maar wat hier nog steeds heerst is verbeelding en de eerste keten tot verlichting is nog altijd niet verbroken, want de geest houdt nog steeds vast aan een soort identiteitsvisie (dit ben Ik).

Of zelfkennis nu gebaseerd is op een perceptie van verscheidenheid of eenheid er is sowieso identificatie, Ik en mijn maken. Geen einde aan hechten.

Het denken in termen van diversiteit versus eenheid gaat over kennis-posities, hokjesdenken, maar niet over wijsheid. Wijsheid begrijpt zulke posities en overstijgt die.

De Pali suttas staan vol van dialogen die aangeven dat mensen hier geen vrede mee hebben. De geest wil toch duidelijkheid en duidelijkheid betekent: "iets moet zus zijn of zo', dus ook: 'alles is in wezen één, of alles is in wezen verscheiden'. Dat is de soort duidelijkheid die we heel vaak willen. De Boeddha overstijgt dit.

Het overstijgen van zulke posities (hokjesgeest) wordt de Boeddha ook kwalijk genomen in de teksten. In de dialogen. Mensen vinden dat de Boeddha niet de duidelijkheid geeft die ze willen. Ze geloven dat dit een teken is dat de Boeddha ook onwetend is op dit vlak. Hij weet het gewoon niet en daarom doet ie zo vaag, is de beschuldiging die de Boeddha krijgt. Maar het is niet om vaag te doen, volgens mij. Wijsheid ziet dat die posities extremen zijn die niet geschikt zijn om te beschrijven hoe zaken gaan en bestaan. Je kunt ook zeggen, denk ik, wijsheid ziet waarom mensen bepaalde posities innemen, en bijvoorbeeld kiezen voor 'alles is in wezen één'. En als je dat ziet overstijgt dat zicht dat ook.

Maar, en dat vind ik weer het mooie, de Pali Boeddha gaat weer niet mensen veroordelen omdat ze een behoefte hebben aan duidelijkheid in de vorm van hokjes. Hokjesdenken is heel normaal menselijk. De hokjesgeest is niet immoreel en slecht. Het is niet best als mensen ook hier weer oorlog over gaan maken. Maar het gebeurt wel!
Een ontwaakte kent die behoefte aan duidelijkheid via de hokjesgeest ook als zijn eigen neiging natuurlijk.  Een ontwaakte kan zich niet vervreemden van anderen en zich superieur achten. Een onontwaakte wil zich juist altijd boven iemand anders positioneren, en van die persoon vervreemden.

Het is denk ik ook alleen maar goed te zien en erkennen dat er de neiging is in jezelf om die duidelijkheid te willen van de hokjesgeest. Dat wil de soort duidelijkheid van tegenstellingen.
Maar zelfs over het wel of niet bestaan van een zelf vervalt de Pali Boeddha niet in deze tegenstellingen.

« Laatst bewerkt op: 17-05-2025 12:10 door lang kwaat »