Iemand hier waarin ik een ware onderzoeker herken is lang kwaat.
Hij komt geheel zelfstandig, tot mooie en vooral ook correcte bevindingen. Ik bemerk wel dat hij mij vervolgens in het detail weer snel verliest omdat ik naast interesse in ieders onderzoek ook weer resultaat gericht ben.
En inderdaad de aandacht wordt om die reden toegespitst op dat bepaald doel, te weten komen wat je bent.
Naar mijn mening: In de Pali Boeddha Dhamma speelt dat alles is wat het is, en betekenissen als 'aantrekkelijk', 'dit gaat me gelukkig maken', 'dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf' dat zijn allemaal zaken die vanuit een gewoonte onbewust en niet intentioneel worden toegevoegd aan het gekende en ook het kennen. Dat toevoegen van zulke betekenis gaat niet uit van een Ik of ego. Het is niet een beslissing, keuze, daad van een zelf, Ik, ego.
In andere woorden, als je alles direct ziet/kent zoals het werkelijk is; een tactiele sensatie als een tactiele sensatie, een geur als een geur, een verkrampte geest als verkrampte geest,
een opkomend idee als een opkomend idee, boosheid als boosheid, perceptie als perceptie, verbeelding als verbeelding, voorstelling als voorstellig, bewustzijn als bewustzijn etc...dan leef je volledig zonder enige notie van wie/wat je bent. Identiteit speelt dan geen rol.
Dat is volgens mij onthechting, dat is ware vrijheid van geest. Elke notie van wie/wat je bent, dus waar je dan ook op projecteert 'dit ben Ik, dit van mij, dit is mijn zelf', daarin zit je vast. Dat blokkeert je ontwikkeling. Daar is gehechtheid en een keten, sakkaya ditthi, de eerste keten die je moet verliezen om de stroom te betreden die leidt naar Nibbana.
Stel je ziet en kent een ongeboren gewaarzijn en je projecteert hierop (meteen of later) ...'dit ben Ik, dit is mijn zelf'. Dan zie je het dus niet zoals het werkelijk is...namelijk als een ongeboren gewaarzijn.. Zie je dat wel met wijsheid, -en die disclaimer is constant aanwezig in sutta's-, zie je het dus wel zoals het werkelijk is, dan denk je niet meer in termen van 'dit ben Ik, dit is mijn zelf'. In die zin, alles zien zoals het werkelijk is leidt tot het einde van alle zelf-kennis, alle identificatie, al het denken oordelen en weten in termen van "dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf'.
Daar hou ik het op, vooralsnog. Mijn indruk is dat zelfkenners toch de eerste keten van de neiging tot het vormen en koesteren van identiteitsvisies, sakkaya ditthi, niet afleggen en dat ze toch iets, wat dan ook, identificeren of hebben geidentificeerd als 'dit ben Ik, dit is van mij, dit is mijn zelf'. Of dat nu gebeurde toen men dat zag of later. Mijns inziens zegt de Boeddha dan...dan gaat toch het verbeelden en voorstellen weer met je aan de haal en heb je dit toch niet gezien met wijsheid zoals het werkelijk is (MN1)