GOD
Dit eenvoudige drieletterwoord heeft veel verschillende betekenissen en roept gevoelens en passie op die variëren van devotie en ontzag tot onverschilligheid en afkeer. Sommigen zien bij het horen van dit woord de Schepper op het plafond van de Sixtijnse kapel in Rome die Michelangelo schilderde en waarin hij ons een tamelijk gezette man laat zien met een weelderige witte baard, omringd door cherubijnen en gekleed in een doorzichtig gewaad, die ergens boven in de hemel probeert uit de routes van straalvliegtuigen te blijven. Als hij al bestaat, dan lijkt hij voor wie worstelt met het dagelijks bestaan nauwelijks enige betekenis te hebben. Voor anderen is God een destructieve of veroordelende kracht die zich manifesteert in onweer, plagen, aardbevingen, tsunami’s en fatale ziekten. Met de jaren heb ik ontdekt dat, wanneer mensen zich atheïst noemen en ik hun vraag in wat voor soort god ze niet geloven, ik het meestal met hen eens ben. Hun opvattingen over God zijn doorgaans weinig ontwikkeld en worden nog steeds overschaduwd door hun verzet tegen de opvattingen die volwassenen, met de beste bedoelingen mag ik hopen, hun als kind en adolescent hebben opgedrongen. Sommigen van hen herinneren zich als eerste dat ze tijdens lange, saaie preken roerloos stil moesten blijven zitten in ongemakkelijke kerkbanken. Anderen hebben pijnlijke verliezen of traumatische gebeurtenissen meegemaakt, die hun pogingen om binnen een religieus kader zin en betekenis te vinden nog steeds overheersen. Velen hebben nooit de gelegenheid gehad of nooit de tijd genomen om godsbeelden te onderzoeken in samenhang met de kijk van mystici of moderne wetenschappers.
Als we spreken met mystici uit verschillende wereldreligies, is het fascinerend om te ontdekken hoe zeker ze zijn van het bestaan van een heilige bewustzijnsdimensie en hoe weinig ze zich druk maken over de woorden waarmee die wordt beschreven. Als het woord ‘God’ je aanspreekt, prima. Als je liever ‘Jahweh’, ‘Jehova’, ‘Christusbewustzijn’, ‘Allah’, ‘Brahma’, ‘Great Spirit’ of ‘Hogere Macht’ gebruikt, dan is dat ook prima. Wanneer je de allerhoogste werkelijkheid liever aanduidt met ‘de Leegte’, ‘het Niets’, ‘non-dualistisch bewustzijn’, ‘het Zuivere Land’ of ‘Hemelse Boeddhavelden’, dan is dat zonder meer aanvaardbaar. In religieuze tradities en filosofische systemen worden allerlei termen gebruikt, zoals ‘numineus’ (Rudolf Otto), ‘grond van bestaan’ (Paul Tillich) of zelfs ‘doelbewuste eigenschappen van protoplasma’ (Yale-bioloog Edmund Sinnott). Sommige liefhebbers van Star Wars houden het bij ‘May the force be with you’. Een theoloog die wordt aangeduid met Pseudo-Dionysius de Areopagiet, die de eer te beurt valt op het eind van de vijfde en het begin van de 6e eeuw het neoplatonische en het vroegchristelijke denken met elkaar verbonden te hebben, was verzot op de term ‘het nameloze’.
Wayne Teasdale, een christelijk-boeddhistische monnik die mystiek bewustzijn en de mogelijkheden van een verstandig gebruik van entheogenen uit persoonlijke ervaring begreep, verzon de term ‘interspiritualiteit’. Hij duidde daarmee een ‘berg van waarheid’ aan, met een gezamenlijke top en verschillende paden die van de voet naar het onbeschrijflijke hoogste punt voeren. In dit model is elk pad de moeite van het volgen waard en kent elk pad zijn eigen historische tradities en spirituele waarheidssymboliek, en zijn eigen wijsheid en inspiratie. Omdat niemand alle paden tegelijk kan bewandelen, is het een goed idee de traditie te omarmen waarin je bent opgegroeid, de taal daarvan goed te leren, en de verhalen en rituelen die erbij horen op waarde te schatten. Ook kun je je eigen pad bewandelen zonder het respect voor anderen en hun paden te verliezen. Je kunt trots zijn op je eigen erfenis en die als een waardevolle schat met je kinderen delen, en tegelijk openstaan voor wat je van andere tradities kunt leren. Zo kun je vreugde beleven aan een gemeenschappelijke grond en kunnen mensen visies die van elkaar verschillen met elkaar delen.
In deze metafoor komen de paden dichter bij elkaar naarmate ze dichter bij de top komen. Daardoor wordt het voor een christen mogelijk om te bidden in een hindoetempel, voor een jood om in een islamitische moskee voor Allah te buigen, voor een boeddhist om een taoïstisch gebed te reciteren, of welke andere combinatie maar denkbaar is. Ik moet denken aan wat er in heilige geschriften staat: ‘Hoor, Israël, de Heer, onze God, de Heer is de één’ (Deut. 6:4), ‘voordat Abraham er was, ben ik er’ (Joh. 8:58), ‘Zeg (Mohammed): Hij is God, de Enige God, de Eeuwige, de Absolute; Hij brengt niet voort en is niet voortgebracht, en er is niemand zoals Hij’ (Koran 112:1-4), ‘Er is maar één God, geen tweede, absoluut niet, absoluut niet, op geen enkele manier’ (Brahma Sutra). Wie in zijn jeugd op een kerk- of padvinderskamp rond een kampvuur heeft gezongen, herinnert zich vast het lied: ‘He’s got the whole wide world in his hands’. Het lijkt erop dat, naarmate in het menselijk bewustzijn het besef van het eeuwige groeit, de alledaagse persoonlijkheid zich minder sterk richt op zijn favoriete verzameling woorden en concepten.
Laat mij, voordat religieuze geleerden na het lezen van de vorige paragraaf zich kritisch of afkeurend uiten, nogmaals de principes van onuitsprekelijkheid en paradoxaliteit noemen, en van de lezer vragen ten minste een poging te doen om de religieuze of niet-religieuze woorden en concepten die ons gewone leven structuur geven los te laten. Dat is belangrijk, omdat de persoonlijke kennis van ‘Eén God’, zoals die hierna besproken zal worden, als je die serieus neemt, het besef met zich meebrengt van de onderlinge verbondenheid en een onderlinge relatie van alle mensen, ongeacht hun nationale of culturele achtergrond. Dat heeft op zijn beurt weer vergaande implicaties voor onderling begrip, ethiek en wereldvrede. Hoe rijk en persoonlijk betekenisvol onze eigen religieuze erfenis en praktijk ook is, in de 21e eeuw is het kortzichtig en gevaarlijk om de tradities en de visie van andere culturen te negeren of te minachten.
Om de diversiteit aan religieuze talen en tradities op een respectvolle manier te leren begrijpen, is het ook van essentieel belang te beseffen dat er een veelheid bestaat aan heel betekenisvolle religieuze ervaringen. Op dit punt richt ik mijn aandacht op mystiek bewustzijn in de vorm van eenheidsbesef. Hier herkent de Atman van het individuele zelf (in de taal van het hindoeïsme) dat het onontkoombaar een aspect is van de universele Brahma, als een druppel die in de oceaan valt en er één mee wordt. Dit is één soort ervaring die we in de geschiedenis van de mystiek en bij vrijwilligers in psychedelische experimenten tegenkomen. De onuitwisbaarheid van deze herinnering heeft een bijna onverwoordbare betekenis.
Dit staat echter andersoortige religieuze ervaringen niet in de weg, zoals visionaire bewustzijnsvormen waarin het alledaagse zelfs liefdevol communiceert met het goddelijke, of waarin een oplossing plaatsvindt van schuld en verdriet door overtuigende gevoelens van vergeving of onvoorwaardelijke acceptatie, of door het eenvoudige, vredige gevoel van aanwezig zijn bij het goddelijke tijdens bidden, mediteren, serene liefde of uitwisseling met de natuur. Al deze mogelijke ervaringen (er zijn er ongetwijfeld nog veel meer) lijken deel uit te maken van het menselijk repertoire en zijn voor de meeste, zo niet voor alle mensen toegankelijk.
Fragment uit: Psychedelica als bron van heling
William A. Richards