Steve, is jouw situatie dan nu zo dat jij naar wens, en angstloos, de beeindiging van lichaam en geest kunt binnengaan, de beeindiging van de wereld, van alle zintuiglijke gewaarwordingen, van alle gevoelens en waarnemingen?
Neen, ik ben zo geen groot meditatie wonder, ik kan geen staten naar wens binnen gaan, en dat houdt mij ook helemaal niet bezig. Het gaat niet om staten in en uitgaan, het gaat om staten te zien voor wat ze zijn: ze komen en ze gaan, ook staten als beeindiging van lichaam en geest, het wegvallen van zintuiglijke ervaring en van gevoelens en waarneming. Het overvalt mij wel eens, en dan is er inderdaad geen angst, ook niet die eerste keer, de angst die eerste keer, toen elke notie van een zelf was weggevallen, was toen alles weer op gang kwam, de angst dat niets meer hetzelfde zou zijn, dat ik niet meer ging kunnen functioneren als een zelf, dat ik niet meer normaal ging kunnen bewegen in het leven. Die angst heb ik niet meer. Die angst was subjectieve invulling van het 'gevoel een ik te zijn' die zijn heerschappij in duigen zag vallen en terug naar de touwtjes greep.
Wat er daarna, over een lange periode van meerdere jaren gebeurd is, is dat dit 'ik' steeds meer gezien is geworden voor wat het is: zonder essentie, zonder werkelijkheid, iets dat ook komt en gaat. Dit is meermaals gezien, in meerdere flitsen, niet gestuurd, nu eens tijdens een meditatie, dan weer eens tijdens een activiteit. Dus zelfs tijdens ervaren van lichaam en geest, tijdens het bewegen in de wereld, temidden van zintuiglijke gewaarwordingen, gevoelens en waarnemingen. Ze hoeven nergens meer in weg te vallen, dus ook niet vermeden te worden. Het doet zich allemaal voor en tegelijkertijd is er een zien dat wat zich voordoet geen echte essentie heeft, komt en gaat, geen lijden hoeft te geven als er niet aan gehecht wordt. Dit is geen in en uit een staat gaan, maar is een zien hier en nu dat al die staten komen en gaan, de gewone dagdagelijkse evengoed als de meer meditatieve ervaringen.
Ik zeg niet dat dit zien altijd op de voorgrond is, het zien is alleen altijd mogelijk, maar nu en dan is dat zien helemaal bedekt door het meegesleurd zijn in allerlei toestanden, en dan kan dit ook weer gezien worden, soms vroeg, soms laat. Elk zien is opnieuw een flits. En er zijn er nog veel nodig, alleen is het koortsachtig streven er niet meer, want zelfs al is er geen flits, blijf ik weten dat dit zien nooit echt weg is, het is gewoon even bedekt en moet dan gewoon weer even ont-dekt worden. Zo wordt elke toestand in het leven een ontdekken, steeds dieper, er hoeven geen speciale toestanden meer opgezocht te worden.
Ervaar je dit dan ook als het ultieme welzijn, de beeindiging van alle lijden?
In het zien zelf is er geen enkele ervaring, dus ook niet van ultiem welzijn of beëindiging van lijden. Er is dan gewoon geen lijden, noch einde aan lijden, geen welzijn, noch onwelzijn, geen vrede, noch onvrede, geen ervaring, maar ook geen niet-ervaren. Als ik het zou moeten beschrijven dan zou ik het wel beschrijven als vrede, maar niet vrede in oppositie tot onvrede, geluk, maar niet in oppositie tot ongeluk. Gewoon vrede zonder oppositie, geluk zonder oppositie, niet-lijden zonder oppositie, zonder dat ervoor wel lijden was en dan beëindigd is. Het is gewoon een zien dat er geen lijden is. Dat lijden een verkeerde visie is. Dit kan zelfs gezien worden tijdens het ervaren van pijn, de pijn is dan niet weg, het wordt ervaren, de ervaring wordt niet buiten gesloten, het is gewoon gezien voor wat het is 'geen lijden op zich'. Het lijden komt binnen springen als het zien wegebt en dat er gewoon niet meer gezien is wat zich voordoet zoals het is, maar verworpen wordt.
Het merendeel van de tijd zit ik, gewoon als jij, in de ervaring dat de pijn lijden is, er is gewoon voldoende vertrouwen dat dit een ervaring is, geen Werkelijkheid op zich, dat dit niet-lijden nooit echt weg is, gewoon even bedekt is, dus dat scheelt al heel wat aan toegevoegd lijden: het lijden aan het schijnbaar verliezen van dit niet-lijden, het gejammer omdat het niet-lijden even in de achtergrond weggevallen is, en het niet accepteren wat er dan in de voorgrond is getreden doet zich dat niet of nauwelijks nog voor, en dat scheelt. Er is geen "ik ben het kwijt" meer. En daardoor een veel betere acceptatie van wat zich nu eenmaal voordoet.
Maar als dit dan toch overgaat in een flits van zien, dan is zelfs het primair lijden er niet, pijn nog wel, maar niemand die lijdt aan de pijn. Ervaren is er dan nog, maar niet iemand die ervaart. Het maakt dan niet uit of er ervaren is of niet, of wat ervaren is, in die zin is het ervaren dan niet meer nodig, maar als het er is, is het er gewoon, er is geen notie meer van "ik ervaar dus ik ben", dus ook geen gehechtheid meer aan ervaren, dus ook geen angst meer dat er ooit een einde zou komen aan dit ervaren.
Beter dan dit krijg ik het niet omschreven. Mijn excuses.
Is er in die beeindiging een grenzeloos gewaarzijn, een helder licht, of enkel leegte? Is er nog een soort bewustzijn?
Tijdens dit zien, dat er eigenlijk altijd is, en dus niet iets is wat je doet, gewoon de achtergrond waarin alle toestanden zich kunnen voordoen, en door die toestanden soms erg bedekt geraakt en dus uit het zich geraakt, is er geen beschrijving aan mogelijk: geen grenzeloos gewaarzijn, geen allesdoordringend gewaarzijn, geen bewustzijn, geen leegte, echt niet en op geen enkele manier te beschrijven. Maar achteraf, verwijzen woorden als grenzeloos, beginloos, eindloos, helderheid, alertheid, leegte, en nog zo een hoop er wel beter naar dan woorden als begrensd, iets dat begonnen is en weer eindigen zal, duister, verward, vol, ... . Het verwijst er beter naar, maar het sluit het tegendeel niet u
meer uit. Ook begrenzing ervaren kan grenzeloos zijn, ook niets ervaren kan helder zijn, ook drukte ervaren kan stil zijn en ga zo maar door.
Het valt niet te beschrijven, en dus ook niet over te brengen, en dus ook niet vatten. Mijn excuses. Ik kan het dus ook niet begrijpelijk brengen. Dus, ik hoop dat je het gewoon kan loslaten, ik kan het toch niet voor jou duidelijk krijgen. Laat gewoon los, laat 'mij' los. Je hebt dit vat willen hebben op 'mij' niet nodig. Ga gewoon je gang, zoek, ontdek en laat zoveel mogelijk los.