Beste allen,
Ik zat te denken over verlangen en het uitdoven ervan, en het kwam in mij op dat verlangen eigenlijk te maken heeft met mijn-maken. Dat als je het punt van niet-zelf bereikt hebt, als je je diep hebt gerealiseerd dat de ik een illusie is, dat verlangen dan ook verdwijnt omdat je niet meer bezig bent met mijn-maken.
Dus je kan deze dingen benaderen vanuit verschillende standpunten.
Met zomerse regengroet,
Bodhiboom
Ik weet niets over "als je je diep hebt gerealiseerd dat de ik een illusie is", dus vanuit dat standpunt weet ik niets te vertellen.
Ik heb wel de indruk dat de teksten eigenlijk willen zeggen dat je je verlangen dient te relativeren, "ze zijn niets meer dan een proces" en via dat relativeren er een loskomen van dat verlangen kan komen. Het niet bevredigen van een verlangen roept frustraties op.
Maar zolang je voeding geeft aan dat verlangen (= blijven vasthouden, ik wil dit+ in een toestand van lijden blijven zitten omtrent die niet bevrediging)
zit je in een negatieve spiraal (kringloop van lijden),
Ik heb de indruk dat lijden omdat een verlangen niet is vervult ook voeding is.
Maar als je de zaken relativeert en vanuit de relativering motivatie ervaart om geen stappen te ondernemen om bevrediging te zoeken, en ook niet de onvrede blijft vasthouden.
De kwestie lijkt me hoeveel motivatie je ervaart, is de motivatie sterker dan de negatieve spiraal dan kun je eruit treden. Is de motivatie niet sterk genoeg, dan blijf je het vasthouden. Via motivatie is er dan een mogelijkheid voor de bewuste mens om uit die spiraal te treden.
Ik ervaar het als zeer moeilijk om verlangens los te laten waarbij er wel succesvolle bevrediging is. Verlangens loslaten waarbij er grote frustraties zijn is natuurlijk veel makkelijker dan zaken waarbij er eigenlijk geen grote frustraties omtrent zijn.
Ik zie mezelf bv. nog niet gaan leven als een monnik bv.