Innerlijke vrijheid, dat is een wortel die aan de hengel de ezel wordt voorgehouden. Net als dat uiterlijke vrijheid een wortel is, die aan de hengel de ezel wordt voorgehouden. De ezel wil de wortel opeten, maar de hengel wordt steeds een stukje vooruit gehouden, zodat de ezel de wortel net niet kan bereiken. Met als gevolg, dat de ezel in beweging komt, om de wortel, die zich steeds van hem af beweegt, te pakken te krijgen. Maar dat lukt nooit. Zo is de situatie van de mens, hij gedraagt zich uit onwetendheid als een ezel die achter een wortel aan loopt die via een hengel aan hem wordt voorgehouden. Vrijheid is een mooi woord, net als Verlichting. Maar dat zijn de wortels die je worden voorgehouden. In religie, spiritualiteit en godsdienst worden ook diverse doelen voorgehouden, althans, zo lijkt het.
Je kunt geen vrijheid bewerkstelligen, je kunt geen Verlichting bereiken. Ze hebben beiden geen adres. Bodhiboom heeft wat mij betreft gelijk, als hij beweert dat je niet kunt bewijzen dat er geen zelf is, net als dat je niet kunt bewijzen dat er wel een zelf bestaat. De ware weg is die van de volledige teleurstelling, dat er geen exotische vergezichten bestaan, dat je in geen geval een heilige staat zal kunnen bereiken, laat staan een Verlichte staat. Er valt niets te doen, niets te bereiken, dus ook geen vrijheid. Zolang de mens meent dat er iets is, dat hij zou kunnen nastreven, vinden, realiseren, begrijpen of inzien, is hij niet rijp voor de totale teleurstelling, het totale failliet van de eigen wensen, dromen en verlangens. Zodra wordt beseft, dat er niets is, wat jou kan redden, besef je ook dat je zelf niets bent, maar hooguit slechts een zandkorrel op het uitgestrekte strand des levens.
Elke beschrijving van innerlijke vrijheid gaat mank, niemand kan het beschrijven. Zodra je merkt dat al je streven en zoeken steevast uitmondt in een teleurstelling, kun je rusten in de waarheid dat jij maar een simpele zandkorrel bent, een stofje in het heelal. Eerst moet je misschien een tijdje zoeken, daarna moet je het zoeken opgeven, omdat het besef onherroepelijk komt, dat er niets te zoeken valt. Ook geen innerlijke vrijheid. Als de desillusie totaal is, opent zich de mogelijkheid dat je ophoudt om een uitweg te zoeken uit je situatie, zoals die is. Er is geen uitweg, we kunnen niet ontsnappen aan dit leven, aan deze kosmos. En dat is goed en juist, alleen hebben we uit onwetendheid gekozen voor bijzonderheden, mooie paradijzen, prachtige ervaringen. In werkelijkheid is er niets van dat alles. Wees hier en nu, simpel. In het eenvoudige dagelijkse leven ligt de vervulling, in het doodgewone is de vrijheid van nature al aanwezig. Stop en zit, hier.