6. Tot besluit Alle werelden van bestaan, vanaf de hellen tot en met de vormloze sferen, zijn én als afzonderlijke oorden van bestaan én als geestelijke toestanden te beschouwen.
Zo kunnen er mensen zijn die steeds ontevreden en/of ongelukkig zijn; die zijn te beschouwen als levende in een van de ongelukkige sferen van bestaan. Of er zijn mensen die heel rijk maar tevens heel gierig zijn; die kunnen daarom niet van hun rijkdom genieten. Zij zijn te beschouwen als petas in menselijke gedaante. En er zijn mensen die gelukkig, tevreden of machtig zijn. Die zijn dan te beschouwen als levende in een van de gelukkige sferen van bestaan.
Maar ook zijn er afzonderlijke werelden die onzichtbaar zijn voor het menselijke oog. Infrarode en ultraviolette stralen bijvoorbeeld zijn onzichtbaar voor de mens. Maar door speciale technieken kan het bestaan ervan aangetoond worden. Evenzo kan iemand met een ontwikkelde geest het vermogen krijgen andere werelden van bestaan te zien.
De Boeddha probeerde geen kosmologische theorie uit te leggen. Het wezenlijke van zijn leer wordt niet aangetast door het wel of niet bestaan van deze sferen. Het is ook niet juist om iets te verwerpen alleen maar omdat het niet door iemands beperkte kennis begrepen kan worden.
Er is in alle werelden van bestaan een begin, geboorte; en dientengevolge is er ook een einde, dood. Niets hier is zelfstandig, alles is op de een of andere manier aan bepaalde voorwaarden gebonden. En iets kan alleen maar bestaan zolang die voorwaarden aanwezig zijn. Als de voorwaarden van iets of iemand ophouden te bestaan, houdt ook het iets of die iemand op te bestaan. Een blijvend, zelfstandig iets is er niet. Een eeuwig leven is er niet, maar evenmin is er een eeuwig ‘niet-meer-zijn’. Veroorzaakte verschijnselen enkel zijn er, zonder blijvendheid. De werelden van bestaan zijn slechts tijdelijke werelden, hoelang ze ook mogen duren. En zich hechten aan iets dat niet-blijvend is, is (de oorzaak van) lijden, onvoldaanheid. Zich nergens meer aan hechten is vrij te zijn van lijden, vrij van onvoldaanheid. Wie niet meer hecht, is vrij. En voor de bevrijde is er geen geboorte meer en ook geen dood. Dan is het einde van lijden gevonden. Dat is het hoogste doel. Maar wie niet naar dat hoge doel streven, laten zij in ieder geval zich inspannen om een van de gelukkige oorden van bestaan te bereiken.
7.
Vergelijking van hemelse bewoners
in de cultuur van het Jodendom-Christendom *2]
en in de cultuur van het Brahmanisme-Boeddhisme
--- Goden hoger dan de hieronder genoemden
God - Brahma
Serafijnen - De grote Brahmas
Cherubijnen - De ministers van Brahma
Tronen - Het gevolg van Brahma
Heerschappijen - Heersend over de scheppingen van anderen
Krachten - Vreugde in scheppen
Machten - De tevreden goden
Vorstendommen - De gelukzalige goden
Aartsengelen - De Drieëndertig
Engelen - De Vier grote Koningen
_____
*2] bron: Chr. Kops : Dante’s goddelijke komedie, in:
Roeping 1(1923)5, p. 352c.
Geraadpleegde literatuur: Bodhi, Bhikkhu (tr.):
The Discourse on the All-Embracing Net of View : The Brahmajāla Sutta and its Commentarial Exegesis. Kandy : BPS, 1978. (met bijzondere dank aan de Eerw. Bhikkhu Bodhi voor zijn brief met verhelderend commentaar bij D.1).
Dahlke, Paul: ‘Brahmajala Sutta,’ in:
Buddha. Auswahl aus dem Palikanon. (ongedateerd), p. 242-317.
Dahlke, Paul: ‘Khevaddha Sutta (D.11),’ in:
Buddha. Auswahl aus dem Palikanon. (ongedateerd), pag. 744-760.
Dhammapāla, Bhikkhu :
Broadcasts on Buddhism. (2nd ed.) - Kandy : BPS, 1969. The Wheel No. 132/134. (1st ed. Colombo: YMBA, 1944).
Dharmasiri, Gunapala :
A Buddhist Critique on the Christian Concept of God : A Critique of the Concept of God in Contemporary Christian Theology and Philosophy of Religion from the Point of View of Early Buddhism. Colombo: Lake House Investments, 1974.
Gehman, H.S. (tr.) :
Petavatthu : Stories of the Departed. London: PTS, 1974. (The Minor Anthologies of the Pali Canon Part IV).
Horner, I.B. (tr.); assisted by N.A. Jayawickrama:
Vimānavatthu : Stories of the Mansions. London: PTS, 1974. (The Minor Anthologies of the Pali Canon, Part IV).
Khantipālo, Bhikkhu:
The Discourse to Visākha on the Uposatha with the Eight Practices. Kandy: BPS, 1974, The Wheel no. 206/207.
Kops, Chr. : ‘Dante’s goddelijke komedie,’ in:
Roeping 1(1923)5, p. 352c.
Masefield, Peter (tr.); assisted by N.A. Jayawickrama : E
lucidation of the Intrinsic meaning so named The Commentary on the Vimāna Stories (Paramattha-dīpanī nāma Vimānavatthu-atthakathā). Oxford: PTS, 1989.
Mendis, Dr. N.K.G.:
The Abhidhamma in Practice. Kandy: BPS, 1985, The Wheel no. 322/323.
Nārada Māha Thera:
The Buddha and His Teachings. Kandy 1980, pag. 436-445.
Nārada Nahā Thera:
A Manual of Abhidhamma. Kandy: BPS, 1980.
Nyānatiloka:
Buddhist Dictionary. Kandy: BPS, 1980 (4e dr.).
Sayadaw, Ven. Ledi:
The Noble Eightfold Path and its Factors Explained. Kandy: BPS, 1977, The Wheel no. 245/247.
Schmidt, Kurt:
Buddhas Lehre. Einführung. (2. neu bearb. Auf.) Konstanz : Weller & Co., 1946. (Asoka-Edition).
Story, Francis:
Gods and the Universe in Buddhist Perspective. Essays. Kandy: BPS, 1972, The Wheel no. 180/181.
Story, Francis:
Of Gods and Men. Kandy: BPS, 1967, Bodhi Leaves no. B.4.
Story, Francis: T
he Case for Rebirth. Kandy,: BPS, 1973, The Wheel no. 12/13.
Story, John Andrew:
Rebirth. Kandy: BPS, 1971, Bodhi Leaves no. B.54.
Walshe, Maurice (tr.): T
he Long Discourses of the Buddha. A Translation of the Dīgha Nikāya. Kandy : BPS, 1996. (The Teachings of the Buddha).
Werner, Karl:
The Doctrine of Rebirth in Eastern and Western Thought. Kandy: BPS, 1985, Bodhi Leaves B.100.
Woodward, F.L. (tr.):
Udana. Verses of Uplift; and Itivuttaka. As it was said. (repr.) - London: PTS, 1985. (The Minor Anthologies of the Pali Canon, Part II). (1st ed. 1935).
http://www.palikanon.com/Zeer veel dank aan de eerwaarde Phra Maha P. Narong Paundaeng van de Buddharama Tempel te Waalwijk voor zijn waardevolle opmerkingen en hulp.
Groeten, Nico